Les 20 Flashcards
mooiste
most beautiful
reizen
travel
reizen (de reis)
trips
gemaakt (maken)
made
plezier (het)
pleasure
collega’s (de collega)
colleagues
vergadering (de)
meeting
vliegtuig (het)
airplane
slapen
sleep
hotel (het)
hotel
vliegen
fly
bijzonder
special
gingen (gaan)
used to go
reden (rijden)
drove
tent (de)
tent
spelletjes (het spelletje)
games
langste
longest
verste
farthest
geleden
ago
ging (gaan)
went
vliegveld (het)
airport
informatie (de)
information
kostte (kosten)
cost
mis
wrong
vertrok (vertrekken)
left
kwam (komen)
reached
daardoor
as a result
kwam … aan (aankomen)
arrived
zat (zitten)
sat
veertien
fourteen
waard (het waard zijn)
worth
was van plan (van plan zijn)
had been planning to
reisde (reizen)
travelled
vol
full
programma (het)
schedule
boot (de)
boat
rivier (de)
river
steden (de stad)
cities
dorpen (het dorp)
villages
bezochten (bezoeken)
visited
tijdens
during
enorm
enormous
ontmoet (ontmoeten)
met
contact (het)
contact
direct
immediately
huwelijk (het)
wedding
eiland (het)
island
bergen (de berg)
mountains
prachtige (prachtig)
gorgeous
geweldige (geweldig)
great
feesten (het feest)
parties
muziek (de)
music
theater (het)
theatre
open lucht (de)
open air
fantastisch
fantastic