Les 21 Flashcards
dagje (het)
day
begin (het)
beginning
staan
stand up
uitgaan
go out
Markthal (de)
market hall
schijnt (schijnen)
seems
ergens
somewhere
draait (draaien)
is playing
spannende (spannend)
exciting
gaat … mee (meegaan)
comes along
uitstekend
excellent
plan (het)
plan
naast
next to
gelijk
right
voorstel (het)
proposal
hoogste
highest
toren (de)
tower
heel
entire
haven (de)
port
lichtjes (het lichtje)
lights
perfect
perfect
akkoord
in agreement
hoop (hopen)
hope
achter
behind
Italiaans
Italian
restaurant (het)
restaurant
is het eens (het eens zijn)
agrees
ermee
with it
met z’n tienen
with ten people
personen (de persoon)
people
reserveren
make a reservation
lijkt (lijken)
seems
tafel (de)
table
apart
separately
vindt (vinden)
finds
proberen
try
afspreken
arrange
keuze uit
choice of
vegetarisch
vegetarian
hoor (horen)
hear
prima
fine
stel … voor (voorstellen)
propose
ontmoeten
meet
centraal
central
rond
around
midden
middle
zichzelf
themselves
verliezen
lose
straks
later
delen
divide
totale (totaal)
total
door
by
onmiddelijk
immediately