Les 25 Flashcards
map
kaart (de)
looks like (look like)
ziet er uit
first of all
ten eerste
north
noord
south
zuid
west
west
east
oost
border
grens (de)
Belgium
België
Germany
Duitsland
flat
vlak
south
zuiden (het)
province
provincie (de)
Limburg
Limburg
small mountain
bergje (het)
of it
daar … op
proud
trots
saw
zag (zien)
Switzerland
Zwitserland
low
laag
lowest
laagste
areas
gebieden (het gebied)
are located
liggen
west
westen (het)
below
onder
sea level
zeeniveau (het)
dikes
dijken (de dijk)
dams
dammen (de dam)
dry
droog
pieces
stukken (het stuk)
islands
eilanden (het eiland)
north
noorden (het)
southwest
zuidwesten (het)
fourth
vierde
rivers
rivieren (de rivier)
ships
schepen (het schip)
roads
wegen (de weg)
forms
vormt (vormen)
danger
gevaar (het gevaar)
break
breken
disaster
ramp (de)
happened
gebeurde (gebeuren)
more
nog eens
happen
gebeuren
green
groen
a few
enkele
built
gebouwd (bouwen)
smaller
kleiner
grow
groeien
houses
woningen (de woning)
businesses
bedrijven (het bedrijf)
lastly
ten slotte
call
noem (noemen)
beaches
stranden (het strand)
the
’t (het)
something like that
zoiets