Les 22 Flashcards
population
bevolking (de)
depends on it
hangt ervan af (afhangen van)
on it
ervan
look at
bekijkt (bekijken)
inhabitants
inwoners (de inwoner)
less
minder
relatively
relatief
dense
dichte (dicht)
average
gemiddeld
kilometre
kilometer (de)
figure
figuur (de)
quite a bit
nogal
grown
gegroeid (groeien)
growth
groei (de)
(goes) on
gaat door
big
grote (groot)
causes
oorzaken (de oorzaak)
of that
daarvan
higher
hoger
average
gemiddelde (het)
EU
EU
grows
groeit (groeien)
because
doordat
live
leven
important
belangrijke (belangrijk)
immigration
immigratie (de)
need of
behoefte aan
freedom
vrijheid (de)
safety
veiligheid (de)
university
universiteit (de)
love
liefde (de)
leave
verlaten
on the contrary
juist
explanation
verklaring (de)
for that
daarvoor
leave
vertrekken
rules
regels (de tegel)
Christian
christelijk
Protestant
protestantse (protestants)
rights
rechten (het recht)
religion
godsdienst
Catholics
katholieken (de katholiek)
Jews
joden (de jood)
state
staat (de)
religions
godsdiensten (de godsdienst)
equal
gelijke (gelijk)
Christians
christenen (de christen)
decreased
afgenomen (afnemen)
in
in
God
God (de)
believe
geloven
on
op basis van
determine
vaststellen
biggest
grootst