Les 16 Flashcards
primary school
basisschool (de)
go to
zitten op
only
pas
from
vanaf
start
beginnen
could
kon (kunnen)
register
inschrijven
baby
baby (de)
waiting list
wachtlijst (de)
chosen
gekozen (kiezen)
public
openbare (openbaar)
distance
afstand (de)
need to
hoeven
bring
brengen
is organizing
organiseert (organiseren)
(after school) care
opvang (de)
pupils
leerlingen (de leerling)
pleasant
naar hun zin (hebben)
both
zowel … als
totally
helemaal
afraid of
bang voor
female teacher
juffrouw (de)
namely
namelijk
strict
streng
had to
moesten (moeten)
quiet
stil
pressure
druk (de)
high
hoog
hands
handen (de hand)
stories
verhalen (het verhaal)
sing
zingen
songs
liedjes (het liedje)
meaning
betekenis (de)
write
schrijven
do math
rekenen
get
krijgen
among (others)
onder andere
drawing
tekenen
history
geschiedenis (de)
nature
natuur (de)
all kinds of
allerlei
animals
dieren (het dier)
bad
slecht
more important
belangrijker
grades
cijfers (het cijfer)
are allowed to
mogen
choose
kiezen
secondary
middelbare (middelbaar)
choice
keuze (de)
various
verschillende (verschillend)
strong
sterke (sterk)
weak
zwakke (zwak)
points
punten (het punt)