HC.3.3: Fysiologie van gal Flashcards

1
Q

wat is de functie van galzouten?

A
  • Vormt galmicellen met cholesterol en fosfolipiden
  • Emulgeren/transport dieet lipiden
  • Solubilisatie (het oplossen van een stof in een vloestof) vitamine A,D,E,K,B12
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de samenstelling van gal?

A
  • galzouten
  • cholesterol
  • fosfolipiden
  • geconjugeerd bilirubine
  • elektrolyten en water (hepatocyt (70%) en cholangiocyt (30%))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet cholesterol in gal?

A

Afvoer in gal is de enige excretie, cholesterol kunnen we niet op een andere manier afvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen fosfolipiden in gal?

A
  • Beschermt de cellen tegen toxiciteit galzouten: De galzouten kunnen de vetten opnemen maar dat betekent ook dat het de vetten van de celmembraan kunnen opnemen. En daardoor dus schade aan het epitheel kan veroorzaken.
  • Lost cholesterol op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe wordt galzout gemaakt?

A

door hepatocyten deze zet cholesterol om tot primair galzout:
- aan cholesterol worden 2 OH groepen toegevoegd (C7 en C12)
- bèta wordt omgezet in alpha OH
- hydrofobe staart wordt ingekort en een zuur groep opgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is conjugatie van galzout?

A

aan het galzout worden glycine of taurine toegevoegd waardoor glycocholaat of taurocholaat ontstaan. dit gebeurt via isopeptide bindingen waardoor ze resistent zijn tegen enzymen uit de pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ziet de 3D structuur van een geconjugeerd galzout eruit?

A

amfoteer molecuul: polaire hydrofiele kant en een apolaire hydrofobe kant (gemengd lipofiel en hydrofiel) -> dit maakt emulgatie mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is deconjugatie?

A

Dit gebeurt meestal in het colon. Glycine of taurine wordt er door bacteriële hydrolases weer van de galzouten afgeknipt. Een gedeconjugeerd galzout is minder hydrofiel waardoor het gemakkelijker over het plasmamembraan kan. Deze deconjugatie zorgt ervoor dat we het galzout passief kunnen gaan opnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is micelvorming?

A

galzouten vormen micellen als de concentratie van galzouten toeneemt. de afkapwaarde is de CMC (= kritische micellen concentratie). een micel bestaat uit minimaal 4 galzouten waarbij de hydrofiele kant naar binnen zit en de hydrofobe kant naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is de concentratie galzouten in de hepatocyten en hoe is die in de galgangen?

A

Als de galzouten gemaakt worden door de hepatocyt wordt ervoor gezorgd dat de concentratie onder de CMC is. Dan kunnen ze dus heel slecht vetten opnemen. Maar in de galgangen wordt de concentratie op een gegeven moment zo hoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke transporters zijn betrokken bij galzout secretie?

A

3 transporters die alle ATP afhankelijk zijn. de hepatocyt geeft galzouten, cholesterol en fosfolipasen af aan de galweg. deze worden voor een groot deel weer opgenomen in de terminale ileum en komen via de v. porta terug naar de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er in de galgang toegevoegd aan de galmicel componenten? En hoe wordt dit gereguleerd?

A

In de galgang wordt er nog vloeistof aan toegevoegd (bicarbonaatrijke vloeistof). Dit staat ook weer onder hormonale stimulatie van secretine, die via cAMP CFTR fosforyleert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de choleretische effecten van galzouten?

A
  • Van de 70% galvolume die door de hepatocyt wordt bepaald, is er een deel dat altijd door de lever wordt afgegeven (tonisch, galzout-onafhankelijk) en een deel dat afhankelijk is van de hoeveelheid galzuren, dit deel neemt toe als de hoeveelheid galzouten toeneemt.
  • het choleretische effect = hoe meer galzouten hoe meer vloeistofsecretie dit si een helling
  • De andere 30% wordt door de cholangiocyt bepaald, dit gebeurt galzout-onafhankelijk in de ductus, maar wel CFTR-afhankelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het gevolg voor de galflow bij mensen met CF?

A

CFTR is afwezig bij mensen die lijden aan de erfelijke ziekte CF. Die mensen missen dus de ductulaire secretie van het gal dus het gal is bij deze mensen viskeuzer (steviger). Dit kan bij deze mensen grote gevolgen geven voor de lever, er kan cholestase optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is UDCA/ursodiol?

A

Een galzout dat door bacteriën kan worden gemaakt. Eén van de hydroxielgroepen wordt geëpimeriseerd en klapt dus terug van alpha naar bèta groep. Het UDCA is dus niet meer amfoteer, het is hydrofiel en het is goed oplosbaar. Daarnaast is het niet toxisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarvoor gebruiken wij UDCA en waarom doen we dat?

A

We kunnen dit synthetiseren, en geven dit als therapie op het moment dat er sprake is van cholestase (galstuwing). Waarom?
- Choleretisch effect: meer galzouten, meer vloeistof secretie –> spoelt galwegen/galstenen door.
- Je vervangt een deel van het normale galzout door UDCA, waardoor je de mogelijk toxische effecten van de galzouten op de epithelia kan voorkomen.

17
Q

wat is de entero-hepatische cyclus?

A

gal wordt gevormd in de lever en afgegeven in het duodenum. dit wordt op 3 plekken weer geabsorbeerd
1. jejunum via diffusie (<5%): deze zijn niet goed gesynthetiseerd
2. distale ileum via IBAT (80%): Na afhankelijke transporter die geconjugeerde galzouten opneemt en afgeeft aan de v. portae
3. colon via diffusie (5%): bacteriën zorgen voor deconjugatie en dehydroxylatie en dus kunnen diffunderen via plasmamembraan
3-6% gaat verloren via faces. zo kan het lichaam cholesterol kwijtraken

18
Q

wat zijn de 3 stappen van galvorming?

A
  1. secretie door hepatocyten in canaliculi
  2. transport en toevoeging van HCO3 rijke vloeistof
  3. opslag in galblaas

zie plaatjes schrift

19
Q

hoe werkt het kanaal van de galzout synthese?

A

vloeistof wordt toegevoegd in de canaliculi waarbij CFTR een belangrijke rol speelt. Cl naar binnen, HCO3 naar buiten. Cl circuleert hierbij. dit wordt gestimuleerd door secretine, glucagon of VIP. waardoor cAMP verhoogd en de CFTR kanalen actief worden. somatostatine remt die door cAMP te verlagen

20
Q

hoe de opslag van galzout geregeld?

A
  • verhoging concentratie: door onttrekken NaCl (Na/K-ATPase) waadoor water volgt dit kan met een factor 20 verhoogd worden
  • verlaging pH: de Na/H pomp is actiever dan de Cl/HCO3 pomp waardoor er meer H+ dan HCO3 wordt uitgescheiden naar het gal en je dus verzuring krijgt
21
Q

waar hangt de opslag van gal in de galblaas van af?

A
  • de relatieve druk in de galgang
  • vullingstoestand galblaas

belangrijke regulator: sfincter van Oddi

22
Q

hoe zit de neurohormonale regulatie van de sphincter van Oddi?

A

CCK sensoren in duodenum. er wordt meer CCK afgegeven als er meer vetten aanwezig zijn in het duodenum. CCK scheidt een hormoon uit in de buurt van een n. vagus receptor. er gaan efferenten signalen naar de sfincter van Oddi en door VIP/NO gaat de sfincter open. dit is op hetzelfde moment als de galblaas contraheert

23
Q

Wat doet geconjugeerd bilirubine in gal?

A

Dit is nodig voor de afvoer van het metaboliet.