HC 4.1 Flashcards

1
Q

Hoeveel % veroorzaakt diarree totale kindersterfte onder 5 jaar?

A

11%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ESPGHAN

A

Diarree is een afname van consistentie van ontlasting wat leidt tot dunne of vloeibare ontlasting en/of toename van frequentie tot 3 of meer keer per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

WHO

A

Diarree is meer dan 3x dunne ontlasting per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DD

A
  • Viraal: acute waterige diarree, geen koorts of bloed, rotavirus, norovirus, adenovirus, astrovirus, erg besmettelijk, vaakste oorzaak diarree
  • Bacterieel: geen acute diarree met bloed en koorts, Campylobacter, Salmonella, Shigella, Yersinia, E. coli, Vibrio cholerae, Clostridium difficile, toxisch (Clostridium, Shigella, Vibrio)
  • Parasitaire: langzaam, geen bloed, Giardia lamblia, en Entamoeba histolytica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Transmissieroute

A
  • Niet direct
  • Oppervlakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risicofactoren

A
  • Veranderde intestinale flora
  • Slechte hygiëne
  • Onveilig drinkwater
  • Slechte sanitaire voorzieningen
  • Deficiëntie antilichamen (G en A)
  • Verminderde motiliteit darm
  • Hoge pH maag of maaginhoud
  • Intrinsieke ziekte van darmepitheel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Factor wat diarree vermindert

A

Borstvoeding, want vol met IgA-antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Andere oorzaken

A
  • Anatomisch: short bowel syndrome, ziekte Hirschprung
  • Allergie: koemelk, soja
  • Immunologisch: coeliakie
  • Inflammatie: IBD, necrotiserend entero-colitis, appendicitis
  • Intolerantie: lactose/disaccharide deficiëntie
  • Endocrien: hyperthyreoïdie
  • Maligniteit: neuroblastoom
  • Metabool: CI-secretoire diarree, CF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mate van dehydratie inschatten

A
  • Gedrag kind
  • Gewicht
  • Bewustzijn
  • Vitale parameters
  • Temperatuur extremiteiten
  • Diurese
  • Traanproductie
  • Vochtigheid slijmvliezen
  • Huidturgor
  • Ingevallen ogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Extra bevindingen waarop letten

A
  • Rode puntjes
  • Rose spots/roseolen
  • Veroorzaakt door Salmonella Typhi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dehydratiepercentage

A

Gewicht voor - gewicht na / gewicht voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Elektrolytenbalans bepalen

A
  • Chemie: Na+, K+, glucose, CRP, creatinine, ureum, bloedgas, osmolariteit, anion gap (normaal 4-11)
  • Op indicatie: urine, urinesediment, volledig bloedbeeld, ketonemie, kweken bloed, urine, feces, beeldvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Isotoon dehydratie

A
  • Normaal natrium
  • Evenveel water als zout
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hypotone dehydratie

A
  • Verlaagd natrium
  • Meer zout dan water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hypertone dehydratie

A
  • Verhoogd natrium
  • Meer water dan zout
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Compensatie vochtverlies en aangaande verliezen door

A
  • Orale rehydratie solutie (ORS): glucose, natrium, kalium, chloor en water. Oraal of per sonde
  • IV rehydratie
17
Q

Soms volgende behandeling

A
  • Vermindering darmmotiliteit (d.m.v. opiaten)
  • Veranderen intestinale microflora (probiotica)
  • Adsorptie van toxines (actieve kool = Norit)
18
Q

ORS x SGLT

A
  • Glucose-afhankelijke natrium/glucose-transporter
  • Functioneert ook wanneer het epitheel beschadigd is waardoor er nog natrium naar het milieu interieur gepompt kan worden
  • Passief water mee
  • In ORS lage kalium
  • Te hoge kalium kan leiden tot hyperkaliëmie wat ritmestoornissen kan geven
  • Hypertone dehydratie is geen contra-indicatie bij ORS
19
Q

Hoe ontstaat hypernatriëmie?

A

Tekort aan vocht

ORS zorgt dat het vocht wordt opgenomen en zal niet zorgen voor sterke verhoging serum natrium

20
Q

Opname indicatie

A
  • Vitale bedreiging
  • Bewustzijnsstoornissen
  • Falen ORS-behandeling
  • Sociale indicatie
21
Q

IV rehydratie indicatie

A
  • Vitaal bedreigde patiënt
  • Ernstige dehydratie (>10%)
  • Falen orale therapie
  • CI voor orale therapie (shockbehandeling, sufheid, acute buik/ileus/aanhoudend braken
  • Ernstig diarree
22
Q

AB bij

A
  • Tyfeus ziektebeeld: door S. typhi of paratyphi
  • Overige salmonellosen: geen AB tenzij sepsis, <3 maanden of immuungecompromitteerd
  • Shigelle dysenterie en Campylobacter jejuni: behandeling verkort ziekteduur, niet bij milde gevallen
23
Q

Rotavirus

A
  • Door infectie 50% minder diarree bij kinderen <5 jaar
  • Winter
  • Meerdere keren infecties doormaken
  • Gecombineerd levend virus vaccinatie
  • 98% minder zkh opname
  • 90% doktersbezoeken voorkomen
  • Nog niet standaard vaccinatieprogramma, maar Gezondheidsraad positief advies
  • Oraal vaccin