HC 1.1: Inleiding microbiologie en infectieziekten Flashcards
Meest voorkomende veroorzakers van infectieziekten
- Bacteriën
- Virussen
- Fungi
Bacteriën
- Eencelligen
- DS en circulair DNA
- Plasmidaal DNA (plasmiden opgenomen als DNA)
- Sporen die ze vormen onder moeilijke omstandigheden (droogte buiten het lichaam)
- Prokaryoten (cellen zonder celkern)
- DNA ligt los in het cytoplasma
Plasmidaal DNA
Bestaat uit kleine ringetjes waarin extra genen liggen naast het chromosomale DNA
Sporen
Stukjes ES DNA die worden ingesloten in een stukje cytoplasma
Als de omstandigheden goed zijn, kan daaruit weer een nieuwe bacterie ontstaan
Koloniemorfologie
- Bacteriën zijn te klein om met het blote oog te zien
- Om bacteriën zichtbaar te maken wordt gewerkt met koloniemorfologie
- Bacteriën vermeerderen zich en vormen kolonies die zichtbaar worden voor de mens
Hoe bacteriën onder de microscoop zichtbaar krijgen?
- Kleuren
- Grampositief: paars
- Gramnegatief: rood
Staafjes en kokken (ronde vorm)
Voorbeelden van bacteriële zieken
- Pneumokokken pneumonie
- Streptokokken faryngitis
- Lues
- UWI (door E. coli)
Virussen
- Ze zijn voor vermeerdering afhankelijk van gastheercellen (i.t.t. bacteriën)
- DNA of RNA
- DS of ES
- DNA is omgeven door eiwitmantel
- Op eiwitmantel zitten glycoproteïnen welke zorgen voor binding op de gastheercel
- Sommige virussen hebben een envelop en anderen niet
- Geen levende cellen, dus het zijn geen micro-organismen
- Binden aan gastheercel
Hoe kan een viruspartikel ervoor zorgen dat er veel nieuwe viruspartikels worden gemaakt en de cel dood gaat?
- Virale RNA van retrovirussen komt vrij in cytoplasma van de cel
- D.m.v. reverse transcriptase wordt RNA omgezet in DNA en daarna in DS provirus
- Via integrase wordt dit provirus ingebouwd in het cellulaire DNA
- Nu kan het virus de gastheercel gebruiken voor transcriptase en translatie van nieuwe virussen
Fungi
Eukaryoten (in de cel bevindt zich een celkern)
Unicellulaire vormen van fungi
Gisten
Multicellulaire vormen (vertakkende draden) van fungi
Schimmels
Parasieten
- Eukaryoten
- Parasitaire levenswijze (voor ontwikkeling geheel of deels afhankelijk van gastheer)
Malariaparasiet naam
Plasmodium (endoparasiet)
Voorbeeld parasiet
Hoofdluis (ectoparasiet)
Verschillende veroorzakers van infectieziekten verschillen ook in grootte
- Lintwormen: 1 meter
- Bacteriën: 1-5 um
- Virussen: 10-100 nm
Hoe zijn virussen zichtbaar?
EM
Wat zijn in fysiologische situatie veel aanwezig wat essentieel is voor het lichaam?
- Bacteriën
- Virussen
- Parasieten
- Schimmels
- Gisten
Staphylococcus aureus
Bacterie die ziekte kan veroorzaken, maar welke ook veel mensen bij zich dragen zonder ziek te worden
Basisgedachte
1 ziekte, 1 microbiële verwekker, alleen bij ziekte is verwekker aanwezig
Postulaten
- Micro-organismen zijn in grote aantallen in het lichaam aanwezig wat leidt tot de ziekte. Niet aanwezig in een gezond lichaam: laatste is niet waar
- Micro-organismen moeten kunnen worden geïsoleerd van het zieke organisme en moeten kunnen groeien in een reine omgeving. Reine omgeving betekent dat er geen andere micro-organismen bij zitten: niet waar
- Als het micro-organisme is geïsoleerd, moet het in een gezond organisme gespoten worden. Als gevolg hiervan zal het organisme ziek worden: niet waar, want meerdere factoren spelen een rol bij ziek worden
- Vanuit het organisme dat ziek is, zou het micro-organisme weer gekweekt moeten kunnen worden: waar
Pathogenen
Bacteriën of micro-organismen die het lichaam ziek kunnen maken
Micro-organismen x mate pathogeen
Nooit: darmflora
Soms: Staphylococcus aureus
Altijd: Bacillus anthracis
Infectie
- Schade of een veranderde fysiologie door interactie tussen gastheer en micro-organisme
- Er ontstaat een ontstekings- en immuunreactie
- Klinisch: duidelijk zichtbaar
- Subklinisch: niet waarneembaar
- Keten van gebeurtenissen (pathogenese van infectieziekte)