HC 3.6 (PD) Flashcards
1
Q
TBC
A
- Infectieziekte nummer 1 wereldwijd en top 10 grootste doodsoorzaken
- Jaarlijks >10 miljoen
- Jaarlijks sterven >1.7 miljoen
- Landen met armoede
- 1/4 latente TBC: besmetting, geen actieve ziekte
2
Q
Open TBC
A
- Open verbinding met buitenwereld
- Aantoonbaar in materiaal dat in contact is met buitenwereld (sputum)
- Pulmonale TBC
3
Q
Gesloten TBC
A
- Geen verbinding met buitenwereld
- Niet aantoonbaar in sputum
- Pleuritis tuberculoa, meningitis tuberculosa
4
Q
Overige factoren TBC
A
- Leeftijd oud en jong
- Verzwakte of disfunctionele immuniteit (alveolaire macrofagen, CD4+ T-lymfocyten)
- Lage SES
- Kleine behuizing en slechte ventilatie
- Zorgverleners
- Asielzoekers en immigranten
5
Q
Ziekten x risicofactoren TBC
A
- Aids
- Maligniteit (hematologisch/solide)
- Immunosuppressieve therapie
- IDDM (insulin-dependant DM)
- Nierfalen
- Malnutritie/ondervoeding
- Alcoholabusus/alcoholmisbruik
6
Q
Besmetting na
A
- Inhalatie
- Aanhoesten
- Voedsel minder voorkomend
- Transplantaat, directe inoculatie of intra-uteriene transmissie is minst voorkomend
Mens tot mens transmissie, airborne infectie
7
Q
Uitleg overdracht
A
- 1 hoest-aërosol bevat 1-400 TBC bacteriën
- Meest deeltjes slaan neer in grote luchtwegen waarna opgeruimd door trilharen en slijmlaag
- Kleinste deeltjes bereiken alveoli, infectie veroorzaken
8
Q
Hoe ontstaat latente TBC?
A
- Na inhalatie wordt tuberculosebacil gefagocyteerd door alveolaire macrofagen, maar bacil kan toch overleden
- Geïnfecteerde macrofagen worden omringd door neutrofiele granulocyten en T-lymfocyten die fibrotische wand bouwen: granuloom
- Geïnfecteerde macrofagen worden afgeschermd van omliggende weefsel en zuurstof
- Kern van granuloom kan necrotiseren
8
Q
Algemene presentatie in typische gevallen
A
- Gewichtsverlies (10-20 kg in enkele maanden)
- Extreme transpiratie (heftig nachtzweten)
- Algehele malaise
- Koorts
8
Q
Pulmonale klachten
A
- Hoesten
- Hemoptoë
- Thoracale pijn
- Dyspnoe (miliair TBC, pleuritis TBC, pericarditis TBC)
8
Q
Extra-pulmonale klachten
A
Locatie afhankelijk (lymfeklieren, pleura, wervels, cerebraal, meningen)
9
Q
Testen op besmetting
A
- Huidtest (Mantoux): tuberculine, stof die onderdeel uitmaakt van celwand, onder huid spuiten, maar sensitiviteit en specificiteit niet optimaal
- Interferon-gamma release assay: bloedtest waarvan specificiteit bijna 100% is, test op tuberculosebesmetting en dus geen test voor aanwezigheid van de ziekte (latent)
10
Q
Microbiologisch onderzoek inzetten
A
- Sputumtest met auramine kleuring en Ziehl-Neelsen kleuring
- Bij zuurvaste staven in sputum ook GeneXpert gebruiken
- Moleculair met PCR testen
11
Q
DD TBC
A
- Maligniteit in long of lymfoom
- Infectie met atypisch mycobacterium (NTM), of met actinomyces/schimmels
- Sarcoïdose
12
Q
Vroeger therapie
A
Sanatoria (schone lucht, bedrust, gezonde voeding)
13
Q
Nu therapie
A
- Medicamenteus
- Chirurgie alleen bij ernstige ziektegevallen, abcessen/empyemen of dreigende fracturen
- Isoniazide 6 mnd
- Rifampicine 6 mnd
- Pyrazinamide 2 mnd
- Ethambutol tot 6 mnd
14
Q
Doel behandeling
A
- Curatie
- Reductie transmissie
- Voorkomen resistentie (door 2 middelen te gebruiken)