HC 2.2 Flashcards
1
Q
VDJ recombinatie
A
- Genherschikking met verschillende V, D en J-genen voorafgaand aan transcriptie en translatie
- Knippen en plakken
- Willekeurige combinaties
- Hierdoor grote diversiteit in receptoren van B- en T-lymfocyten
2
Q
TCR
A
- Genen voor vorming TCR-alfa en delta liggen op chromosoom 14
- Genen voor vorming TCR beta en gamma liggen op chromosoom 7
- Delta en beta: VDJ
- Gamma en alfa: VJ
3
Q
IG
A
- IGH-gen (zware keten): VDJ
- IGK en IGL: VJ
4
Q
Junction diversiteit
A
- Insertie of deletie in junctional region (overgang tussen gendomeinen), omdat de koppeling niet perfect verloopt
- Dezelfde VDJ combinaties zullen toch verschillend zijn door onnauwkeurigheid
5
Q
Manieren voor vele combinaties
A
- Combinatie diversiteit
- Junction diversiteit
6
Q
Rijping B-lymfocyt
A
- Beenmerg is primaire orgaan voor B-lymfocyt ontwikkeling
- Stamcellen liggen het dichtst tegen het bot aan
- Als B-cellen uitrijpen gaan ze steeds meer richting de centrale sinus (steeds verder van bot af)
- Van daaruit gaan ze de circulatie in als ze zijn uitgerijpt
DUS: B-cel begint als stamcel, dan pro-B-lymfocyt, pre-B-lymfocyt en B-lymfocyt die circulatie in gaat
7
Q
Thymus
A
- Epitheliaal orgaan
- Ontwikkelt zich door het binnenkomen van voorloper T-lymfocyten (thymocyten)
- Als thymus gekleurd met HE dan duidelijke kleurverschillen
- Cortex: donkere buitenrand
- Medulla: lichtere binnenrand
- Kleurverschil heeft te maken met de dichtheid van de cellen
- Meer thymocyten in cortex dan in medulla
- Richting in ontwikkeling: komen binnen vanuit bloedvaten, paracortex, cortex, medulla, circulatiw
8
Q
Stadia uitrijping T-lymfocyten
A
- DN: CD4-, CD8-
- DP: CD4+, CD8+
- SP: CD4+ OF CD8+
9
Q
Flowcytometrie
A
- Losse cellen in suspensie
- Labelen met antistoffen
- Antistoffen zijn een specifieke marker voor bepaalde cellen
- Cellen in vloeistofstroom opzuigen, laser richten die het aanstraalt
- Antistoffen waarmee de cellen zijn gelabeld zijn fluorescent
- Stralen van zichzelf geen licht uit, maar als er blauw licht op komt wel
10
Q
Forward scatter (FSC)
A
- Grootte cel
- Interne structuren
11
Q
Side scatter (SCC)
A
- Afhankelijk van interne structuur (oppervlak, kern, granulen)
- Des te rommeliger te kernstructuur, des te meer afbuiging van licht
12
Q
Flowcytometrie x locatie
A
- Lymfocyten: linksonder, kleine verstrooiing van licht voor grootte van cellen, weinig granula en weinig complexiteit van cellen
- Monocyten: groter en complexer
- Neutrofielen: vele malen groter, veel granula, eindigen vooral op y-as veel hoger
X-as: FSC
Y-as: SCC
13
Q
B-lymfocyt ontwikkeling in beenmerg
A
- In beenmerg ontwikkeling van stamcel tot immature B-cel
- In pro-B-cel vindt DJ recombinatie plaats
- In pre-B-1-cel bindt V-DJ recombinatie plaats
- Zware keten gevormd
- SLC tijdelijk eraan om geschikt te maken voor IgH-selectie
- Als in pre-B-2-large stadium blijkt dat de pre-BCR een goede IgH bevat dat een goed eiwit oplevert, dus in-frame zonder stopcodons en functioneel, gaat deze de cel door en vindt er proliferatie plaats
- Lichte keten gevormd welke SLC vervangt
- BCR heeft dan unieke lichte keten en zware keten
14
Q
T-celontwikkeling in thymus
A
- Binnen T-celontwikkeling zijn 3 stadia te onderscheid, DN, DP, SP
- Kijken naar opeenvolging van verschillende recombinatie stappen tussen TCR-loci
- Delta, gamma, beta, alfa
15
Q
Pre-TCR en beta-selectie
A
- Eerst kijken of er een goede unieke B-keten beschikbaar is
- Pre-TCR bestaat uit een variabel B-keten die op een unieke manier is gevormd
- Aan deze keten wordt tijdelijke pTa-keten geplaatst om te controleren of de beta-keten het complex bij elkaar kan houden en een signaal kan geven
- Dus tijdelijke receptor maken = beta-selectie
- Als beta-keten functioneel is wordt er een alfa-keten aan geplaatst
Als de beta-keten geen signaal door kan geven aan de cel, gaat de cel in apoptose!