HC 2.4 Flashcards
Symptomen ontsteking
- Rubor = roodheid
- Calor = warm
- Dolor = pijn
- Tumor = zwelling
- Functio laesa = functieverlies
Gevolgen chronische ontstekingsprocessen in beenmerg
- Verminderde bloedaanmaak waardoor een anemie
- Ontwikkeling zuurstofradicalen wat zorgt voor aantasting van DNA waardoor de kans op ontwikkeling van maligniteiten toeneemt
Ontstekingsreactie
Reactie van gevasculariseerd weefsel op beschadiging met als doel het elimineren van de schadelijke agens en het in gang zetten van het herstel van de schade
Belangrijke kenmerken ontstekingsreactie
- Acute/actieve fase (<7 dagen) en chronische fase
- Vasculaire en cellulaire reactie
- Vasculaire en cellulaire reactie worden gemedieerd door ontstekingsmediatoren
- Ontstekingsmediatoren worden geproduceerd als reactie op een schadelijke agens
- Ontstekingsreactie kan eindigen als de schadelijke agens is geëlimineerd en ontstekingsmediatoren zijn afgebroken/afgevoerd
- Ontstekingsreactie hangt nauw samen met weefselherstel
- Ontstekingsreactie kan schadelijk zijn (auto-immuunziekten, keloïd contracturen of atherosclerose)
Oorzaken ontstekingsreactie onderverdelen
- Infecties
- Immunologische reacties
- Weefselnecrose
- Genetische afwijkingen
Infecties
Detectie (via o.a. TLR) van bacteriën, virussen, schimmels en parasieten leidt tot vrijkomen van ontstekingsmediatoren
Immunologische reacties
Bij o.a. auto-immuunziekten worden ontstekingsreacties door antigeen-antilichaamcomplexen, CT-lymfocyt reacties en complementactivatie in gang gezet
Weefselnecrose
- Celdood en cel beschadiging leiden tot vrijkomen stofjes (ATP, DNA, urinezuur) die de ontstekingsreactie in gang zetten
- Oorzaken zijn ischemie, fysieke prikkels, chemische prikkels en lichaamsvreemde stoffen
Genetische afwijkingen
Mutaties in genen die geassocieerd zijn met myelodysplastisch syndroom en auto-inflammatie
Mogelijke gevolgen van schade
- Cel beschadiging -> adaptatie -> herstel
- Cel beschadiging -> onherstelbare schade -> necrose/apoptose
Apoptose
- Netjes opruimen
- Belangrijk voor reguleren van weefsels
- Cellen weten wanneer ze moeten worden uitgeschakeld
- Receptoren en signaaltransductie spelen een rol
- Belangrijk bij embryogenese
- Geen ontstekingsreactie
- Induceren door mutaties of celstress, straling
Necrose
- Grotere kans op het lekken van stoffen in cytoplasma die een ontstekingsreactie kunnen veroorzaken
- Lokt vasculaire reactie uit
- Toxische stoffen vrijgeven
- Induceren door hypoxie of ischemie of door productie zuurstofradicalen
Vasculaire reactie
- Ontsteking
- Netto verwijding vaten = vasodilatatie
- Vertraging bloedstroom
- Uittreden eiwitten en ontstekingscellen
Transsudaat
- Vaatwanden worden meer permeabel voor vocht
- Er treedt meer vocht naar buiten waardoor oedeem
- Toegenomen hydrostatische druk (door veneuze obstructie of hartfalen)
- Afgenomen colloïd osmotische druk (leverziekte, nierziekte, ondervoeding)
Vocht met weinig cellen en eiwitten
Exsudaat
- Naast vocht treden er ook veel eiwitten buiten de vaatwanden
- Grotere interendotheliale ruimte
- Vasodilatatie van bloedvaten
Rijk aan eiwitten en kan ery’s en leuko’s bevatten
Macrofagen
Fagocyteren en zetten herstel in gang in losmazig BW
Neutrofiele granulocyt
- Elimineren van het agens door fagocytose
- Komen als eerste aan
- Aspecifiek
Plasma-eiwitten
- Fungeren als boodschappers van o.a. inflammatie en eliminatie
- Worden door lever aangemaakt en zijn voorvormer van sommige mediatoren
Mestcellen
Produceren mediatoren (o.a. histamine)
Lymfocyten
Activeren immuunsysteem
Mechanismen die een rol spelen als leuko’s via bloedbaan door vaatwand migreren naar schade
- Leukocyt adhesie
- Transmigratie
- Chemotaxis
- Leukocyt activatie
- Fagocytose
Leukocyt adhesie, transmigratie en chemotaxis
- Door tragere bloedstroom gaan leuko’s naar vaatwand en rollen ze over endotheel
- Leuko’s en endotheel worden geactiveerd door ontstekingsmediatoren en brengen bepaalde receptoren tot expressie
- Als lymfocyt gehecht is rolt hij m.b.v. CD31 (PECAM-1) in een soort moleculair wiel naar buiten (extravasatie)
- Buiten volgt leukocyt zijn weg m.b.v. ontstekingsmediatoren naar het gebied waar de schade is opgetreden = chemotaxis (lage naar hoge concentraties chemokines)
- Fagocytose
Belangrijke eiwitten bij het rollen en adhesie
- Integrinen (leukocyt)
- Selectinen (leukocyt en endotheel)
- VCAM1 (endotheel)
- ICAM1 en ICAM2 (endotheel)
Cellulaire reactie
Regulatie van expressie van adhesiemoleculen op endotheel en leukocyten door cytokinen en chemokinen