HC 3.2 Flashcards
Immuunrespons
Antigeenspecifieke respons gemaakt door organisme om zichzelf te verdedigen tegen een pathogeen
Verloop activatie bij infectie
- Type 1 interferonen en cytokinen, duurt 1-2 dagen
- NK-cellen
- Adaptieve immuniteit
Wanneer neemt virustiter af?
Pas als er substantiële activatie is van adaptieve immuniteit
Langerhanscellen
- Specifiek soort APC
- Bij ontsteking vinger worden LHC en DC geactiveerd
- LHC verlaten huid en worden met drainerende lymfe afgevoerd
- Via afferente lymfevat komt de LHC lymfeklier in oksel binnen waar APC plaatsvindt
Immunologisch synaps
- Interactie DC en T-lymfocyt
- Contactpunt tussen T-lymfocyt en APC
- TCR worden omgeven door ring van adhesiemoleculen
- In centrum T-lymfocyt receptoren en HLA-moleculen
- ICAM1 en LFA1 elementen van perifere ring die binding APC en lymfocyten versterken en TCR-signaal versterken
Drie signalen als T-cel gebonden is met APC
- Antigeenpeptide signaal: initiële activatie van T-cel door interactie tussen TCR en HLA
- Co-stimulatie signaal: overlevingsreactie, dus co-stimulatie CD80 en CD86 dat interactie met CD28 aangaat
- Differentiatie signaal: door cytokinen geproduceerd door APC
Crosstalk in antigeenpresentatie
- DC match met T-cel
- T-cel actief
- Plaatst CD40-L op celoppervlak als teken van activatie
- Signaleert terug naar APC die CD40-receptoren heeft
- Antigeenpresenterende cel verhoogt co-stimulatoire moleculen (CD80, CD86) wat aan CD28 op T-cel kan binden en co-signaal wat tot IL2 leidt (groeifactor)
Alleen signaal 1
- Naïeve T-lymfocyt doet er niks meer
- Apoptose of anerg
Anerge toestand
- Blijvende slaapstand
- Tolerant
- Functioneel wanneer het gaat om presentatie van lichaamseigen peptiden
Alleen signaal 1 en 2
- Wel activatie en proliferatie
- Geen ontstaan van ongedifferentieerde T-lymfocyten, dus zonder specifieke effectorfunctie
Tolerantie
Rustende DC die niet veel signalen afgeeft en geen T-lymfocyten activeren
Functies onrijpe DC
- Goed antigenen endocyteren en verwerken
- Weinig antigeen op membraan presenteren
- Weinig HLA2 expressie
- Weinig co-stimulatie moleculen
Functies geactiveerde DC
- Minder endocytose
- Wel HLA2 receptor
- Co-stimulatie moleculen
Immuniteit
Geactiveerde DC
Antigeen van tumorcellen
- Exogeen antigeen
- Wordt ideaal gezien opgepakt dor APC, gepresenteerd aan CD8, eliminatie
- Het probleem is dat het via HLA2 aan CD4+ wordt getoond en CD8 niet direct van signaal worden voorzien
- Om de CD8 het antigeen te laten zien moet dit uit cytosol van APC komen
- Cross-presentatie is oplossing
Cross-presentatie
Route in sommige APC die ervoor zorgt dat het antigeen wat in het endosoom terechtkomt, ook gedeeltelijk in het cytosol terechtkomt
Via cytosol kan het op HLA1 gepresenteerd worden
Mechanisme bij virusinfectie of intracellulaire bacterie
- NK-cellen en IFN-gamma
- Stimuleren eliminatie-activiteit zo goed mogelijk
Mechanisme bij parasieten
Th2-cellen die veel IL-4 maken
Cellen innate
- Myeloïde cellen zoals…
- Macrofaag
- DC
- Polymorfonucleaire cellen
- Innate lymfoïde cellen (NK, ILC2, ILC3)
Cellen adaptief
- T-lymfocyten
- B-lymfocyten
ILC’s + Functie
- Diverse groep
- Van lymfoïde oorsprong, maar geen gerecombineerde receptoren
- Hebben genoom gecodeerde receptoren waardoor ze niet snel kunnen reageren op infecties
Functie: productie cytokinen die helpen bij het maken van een cytokine milieu die sturend werkt bij CD4 differentiatie
Groep 1 ILC
- ILC1- NK-cellen
- Groep die qua cytokineprofiel goed overeenkomen met Th1-cellen
Groep 2 ILC
Groep 3 ILC
2: Th2-cellen
3: Th17 en Th22-cellen
Cytokine milieu bepaalt naar welke Ig subklasse geswitcht wordt
- IFN-gamma -> IgG
- IL4 en IL13 -> IgE
- IL10 en TGF-beta -> IgA