HC 1.5: Ethiek rondom besmettelijke ziekten Flashcards

1
Q

Microniveau

A
  • Individueel
  • Arts-patiëntrelatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mesoniveau

A
  • Instelling
  • Beroepsgroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Macroniveau

A
  • Landelijk
  • Overheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Code Zwart

A
  • Draaiboek gaat van start indien patiënten op medische gronden niet meer van elkaar te onderscheiden zijn en dus gelijk zijn in hun behoefte aan IC-zorg
  • In combinatie met tekort aan IC bedden
  • Hulpverleners zijn genoodzaakt om de patiënten met elkaar te vergelijken a.d.h.v. niet-medische overwegingen om zo te bepalen welke patiënt voorrang krijgt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drie ethische uitgangspunten

A
  • Principe dat ieder mens gelijkwaardig is
  • Uitgangspunt dat we zoveel mogelijk levens willen reden = utiliteit
  • Rechtvaardigheid: gelijken gelijk en ongelijken ongelijk behandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Factoren die geen rol spelen bij de keuze

A
  • Maatschappelijke positie
  • Verstandelijke of lichamelijke beperkingen
  • Iemands persoonlijke relatie
  • Iemands vermogen of sociale status
  • Etniciteit
  • Nationaliteit
  • Juridische status of sekse
  • Voorafgaande kwaliteit van leven
  • Eigen schuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beoordelingscriteria

A
  1. Patiënten die voor zover ingeschat kan worden, minder lang IC-zorg nodig hebben om te overleven
  2. Patiënten die werkzaam zijn in de zorg, maar: moet tijdens werk veelvuldig risicovol contact hebben gehad EN landelijke of regionale schaarste van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen
  3. Patiënten uit jongere generatie voorrang (triage o.b.v. intergenerationele solidariteit) met fair innings argument, dus dat iedereen in de loop van zijn/haar leven evenveel gelijke mogelijkheden moet hebben gehad
  4. Loting; als er dus geen onderscheid gemaakt kan worden in de eerste drie punten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitgangspunt

A
  • Behandeling van een IC patiënt wordt niet gestaakt met de reden plek te maken voor andere patiënt
  • Dus als iemand al op IC is opgenomen wordt deze niet vergeleken met bovenstaande volgorde van voorrang
  • Er moet wel dagelijks heroverwogen worden wat de prognose en verwachten uitkomst van IC-patiënt is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Utilisme x vaccins

A
  • Een zo groot mogelijke gezondheidswinst nastreven
  • Zou betekenen dat het vaccin zo verdeeld moet worden dat er zoveel mogelijk levens mee gered worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechtvaardig x vaccins

A

Meest kwetsbare eerst vaccineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wederkerigheid x vaccins

A

Mensen die risicoberoepen beoefenen moeten het vaccin eerder krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vaccinatiecommissie kijkt bij afwegingen naar

A
  • Ernst en omvang ziektelast
  • Effectiviteit
  • Veiligheid
  • Aanvaardbaarheid (proportionaliteit)
  • Doelmatigheid/kosteneffectiviteit
  • Urgentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vaccinatieprogramma x drie doelstellingen

A
  1. Verminderen van (ernstige) ziekte en sterfte: vaccineren van groepen met een verhoogd risico op een ernstig beloop en groepen die een verhoogd risico lopen op een virusinfectie door hun werk- of leefomgeving
  2. Terugdringen van de verspreiding van SARS-CoV-2: vaccineren van groepen die een verhoogd risico lopen om andere te besmetten
  3. Voorkomen van maatschappelijke ontwrichting: vaccineren van groepen die van belang zijn voor de zorg en behoud van de vitale intrastructuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Harm principle

A

Men mag andere mensen in hun vrijheid beperken als andermans vrijheid/gezondheid in het geding is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Respect voor autonomie

A
  • Keuzevrijheid
  • Bewegingsvrijheid
  • Lichamelijke integriteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Weldoen

A
  • Bevorderen van de volksgezondheid
  • Voorzorgsbeginsel
  • Voornamelijk gericht op het collectieve weldoen
17
Q

Niet schaden

A

Er wordt geprobeerd de schade zoveel mogelijk te beperken

18
Q

Rechtvaardigheid

A
  • Verdeling van schaarse middelen (vaccins)
  • Ongelijkheden tegengaan, zullen er wel altijd zijn
19
Q

Hoe meer drang er wordt uitgeoefend of hoe meer vrijheidsbeperkingen er worden doorgevoerd…

A

Hoe meer rechtvaardiging er nodig is voor maatregelen

20
Q

Voorwaarden voor invoeren van maatregelen zijn dus in ieder geval dat maatregelen

A
  • Noodzakelijk en effectief zijn
  • Proportioneel zijn
  • Subsidiair zijn
  • Schadelijke effecten minimaliseren
  • Niet discrimeren
  • Gelijke toegankelijkheid bieden
  • Privacy voldoende beschermen