H5.1: Een HIV-patiënt met een opportunistische infectie Flashcards

1
Q

AZT

A
  • azidothymidine
  • wordt ingebouwd in virale DNA
  • lijkt op thymidine en wordt op de plaats van thymidine ingebouwd
  • dit stopt de vermenigvuldiging van HIV virus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat voor virus is HIV?

A

RNA-virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HIV heeft 2 varianten

A
  • HIV 1: meest voorkomend
  • HIV 2: uit west-afrika (oude portugese kolonieën)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HAART

A

zorgde voor een super erge daling van AIDS en AIDS-gerelateerde sterfte. 3-combinatie therapie

(highly active anti-retroviral therapy)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nu behandeling

A
  • injecties
  • implantaat met medicatie
  • pillen waar verschillende medicatie in zit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

undetectable = untransmittable

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ook al wordt je behandeld, je hebt altijd een reservoir aan geinfecteerde cellen. alleen met behandleing wordt dat onderdrukt. als je behandeling stopt, gaat het weer verder

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dmv beenmergtransplantatie kan je genezen van AIDS

A

als de transplantatie afkomstig is van iemand met een muratie in CCR5 gen. want dan ben je op natuurlijke manier resistent tegen HIV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

levensverwachting is goed, maar minder jaren in goede gezondheid

A

want omdat je immuunsysteem zo geactiveerd is, heb je meer HVZ enzo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in de mucosa zitten…

A

DCs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DCs pikken het virus van de mucosa op

A

brengen het naar lymfeklieren en daar kan het aan het immuunsysteem ontkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke receptoren heeft HIV nodig voor binding om cellen te infecteren?

A
  • CD4
  • CCR5
  • CXCR-4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

life cyclus HIV opzoeken bij dat virale college week 1

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

virus infectie daarna: fasen

A
  1. replicatie van virus : heeeeel veel virus in bloed en heel besmettelijk. hierna ga je antistoffen produceren en wordt je HIVtest positief. dan zakt je virus niveau weer wat. helft heeft een viraal beeld
  2. latente fase: veel Cd4-cellen dood en virus replicatie, maar je afweer kan dat een beetje bijspijkeren. sommige mensen hebben wel infecties.
  3. immuunsysteem stort in, je hebt aids. immuunsytseem kan het niet meer bijhouden => infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beste profylaxe

A

herstellen aafweer middels ART !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ART

A

antiretrovirale therapie

17
Q

cART

A

combinatie antiretrovirale therapie

18
Q

HAART

A

highly active anti retrovirale therapy

19
Q

reservoirs persisteren

A
  • rustende latende geinfecteerde CD4 cellen
  • raak je niet kwijt
20
Q

zsm behandeling beginnen