H2.3: HLA-systeem Flashcards

1
Q

wat voor moleculen brengen MHC vooral tot expressie?

A

APC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is de B-cel ook in staat om antigene te presenteren?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

T-lymfo herkennen alleen antigenen als …

A

ze gepresenteerd worden in de context van MHC-moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe heet het als je geen MHC hebt?

A

bare lymphocyte syndrome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werkt MHC

A

zit op APCs, zoals dendritische cellen en macrofagen, om antigene te presenteren aan T-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er als je geen MHC molecuul hebt

A

verminderde respons op pathogenen => vatbaar voor infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat voor signalenm heeft een T-cel nodig om geactiveerd te raken?

A
  1. interactie tussen TCR en antigen dat gepresenteerd wordt in het MHC door de APC
  2. costimulatoire moleculen (interactie tussen bepaalde molceulen op TC en APC wat zogt voor costimulatie)
  3. cytokines die door de APC worden uitgescheiden die de TC kunnen sturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarvoor is interactie tussen TC en HLA belangrijk?

A
  • immuniteit tegen pathogenen
  • predispotieie voor ziekte
  • transplantaat afstoting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zoek gewoon voor al deze zooi even de literatuur op

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar bevindt MHC zich in het DNA?

A

zowel klasse I als II bevinden zich op chromossom 6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klasse I locatie

A

chromosoom 6.
heeft 3 moleculen : A, B en C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

klasse II locatie

A

chrosoom 6
heeft ook meerdere molceulen DQ, DR en DP zijn de meest voorkomende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verschil tussen klasse I en II

A

klasse I => CD8+ (Tc)
klasse II => CD4+ (Th)

verschil in structuur (klasse I bestaat telkens uit 1 onderdeel, terwijl bv DQ in klasse II uit een alfa en beta stuk bestaat), expressie en functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

elk domein van MHC-I met elkaar verbonden

A

hierdoor kunnen ook maar kleinere peptides binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

MHC klasse I

A
  • in vrijwel alle lichaamscellen
  • behalve ery’s en geslachtscellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

MHC-II bouw

A

bv alfa keten en beta keten. waar ze elkaar tegenkomen is de bindingsgroeve voor antigen, passen hierdoor grotere moleculen in dan bij I

17
Q

MHC klasse II plek

A

normaal gesproken:
(professionele) APC
- DC
- monocyten/macrofagen
- B-lymfo

tijdens een ontstekingsreactie oiv cytokinen, mn IFN-gamma, ook
- T-lymfo
- epitheelcellen
- endotheelcellen

18
Q

waarom bij ontsteking meer plekken voor klasse II?

A

amplificatieloop; alles zet dan het immuunsysteem harder aan

19
Q

polymorfisme: structuurvariatie MHC

A

variatie obv polymorfisme uit zich vnmlk in peptide-bindend gedeelte van MHC molecuul

20
Q

wat kan een nadeel zijn van veel verschillende HLA-moleculen?

A

auto-immuunziekte (coeliakie, DM) en moeilijke transplantatie en zwangerschap

21
Q

voordeel polymorfisme

A

verschillende peptides kunnen binden

22
Q

codominantie !

23
Q

hoeveel verschillende MHC-moleculen pp?

A

klasse I: 3-6
klasse II: 3-12, omdat je ook nog eens te maken hebt met een alfa ne beta keten

24
Q

begrippenlijst

25
Q

MHC doen alleen peptiden

26
Q

wat presenteert MHC-II vnmlk?

A

extracellulaire eiwitten

27
Q

hoe werkt MHC?

A

antigen wordt opgenomen. het golgisysteem bevat het MHC, end aar gaat het langs. dit komt samen in een endolysozoom en dan wordt je antigen gepresenteerd op je MHC molecuul. dan gaat het naar de buitenkant van de T-cel

???????????????????

28
Q

MHC-I presenteert vooral

A

intracellulaire eiwitten, bv virus

29
Q

MHC-I werking

A

ook weer via golgi en dan exocytose naar buitenkant vd cel om te presenteren

30
Q

antigeen kruispresentatie

A

extracel. gepresenteerd door I. het komt dan namelijk soort van per ongeluk op I ipv II. dit kan alleen bij bepaalde speciale dendrtisiche cellen

31
Q

verschillen

32
Q

buiten variatie in HLA-moleculen zorgt iets anders nog voor variatie:

A

je hebt ook nog evrschillende peptides. je hebt dat 100% passend peptide maar ook peptides dienet iets afwijken maar wel kunnen binden; suboptimale binding maar wel tcel activatie

33
Q

consequentie polymorfisme MHC

A

diversiteit in adapt immuunresposn

34
Q

predispositie allergie en auto-immuun door presentatie en TCR herkenning allergenen en auto-anti-genen. waarom?

A

beter presentatie van het antigen dat van belang is bij die auto-immuun ziekte

35
Q

MHC-restrictie

A

peptide én eigen MHC worden herend door de TCR