4.8 PD Onderbeen- en voetafwijkingen bij kinderen Flashcards

1
Q

kenmerken fibula hemimelia

A
  • korter onderbeen
  • laterale voetstralen kunnen ontbreken
  • vaak afwezige voorste kruisband
  • deficientie laterale femurcondyl
  • soms ook korter bovenveen
  • postaxiaal reductiedefect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe vaak kont een fibula gemimelia voor?

A

5,7-20/1.000.000 levendgeborenen

meest voorkomende van de congenitale lange pijpbeendeficienties

vaak gepaard met andere afwijkingen aan ledematen

vaker bij mannen
vaker unilateraal dan bilateraal
vaker rechts dan links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken fibula hemimelia

A
  • oorzaak veelal onbekend
  • genetisch
  • vasculair
  • teratogeen
  • maternale virale infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

echoscopische kenmerken fibula hemimelia

A
  • hypoplasie of aplasie van de fibula
  • verkorting of malalignment van de tibia
  • equinovalgus stand voet
  • mogelijk afwezigheid deel vande voet/ afwezigheid 1/2 tenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe kan je een positionele standsafwijking die lijkt op een klompvoet onderscheiden van een structurele klompvoet?

A

klompvoet heeft enkelvoudige diepe huidplooien

normale voet heeft meerdere oppervlakkige huidplooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kenmerken metatarsus adductus

A
  • mediale deviatie voorvoet
  • 12% van de neonaten
  • positieafhankelijke deformiteit
  • 90% corrigeert spontaan voor de leeftijd van 4 jaar
  • gipsredressies tussen 6-12 maanden bij rigide types
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

echoscopische kenmerken talipes equinovarus/ pes equino varus adductus/ klompvoet

A

visualisatie van het plantaire oppervlakte van de voet in hetzelfde longitudinale vlak als de tibia en fibula

tijdstip van detectie gemiddeld tussen de 19-24 weken
- vroegste detectie: 12 wkn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kenmerken klompvoeten = pes equino varus adductus

A
  • structurele misvorming in voet en nekel
  • cavus
  • adductie van de voorvoet
  • varus van de achtervoet
  • equinus (spits) van de enkel
  • pers equino varus adductus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

oorzaken klomvoet

A

80% idiopatisch

20% gerelateerd aan skeletdysplasie, congenitale neurologische aandoeningen (MMC, arthrogryposis multiplex congenita), multipele congenitale misvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

incidentie klompvoeten

A

1:600-700
ong 220 kinderen/ jaar
vaker mannen
50% dubbelzijdig
herhalingskans 10-15% (100x verhoogd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de essentiele laesie bij klompvoet

A
  • ‘displacement’ van het subtalaire complex in equinus, varus, adductie, supinatie en cavus
  • deviatie van talushals naar mediaal en plantair
  • verkorting van pezen, peeskokers, spieren en ligamenten
  • tekort aan huid en subcutis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

behandeling essentiele laesie van klompvoet

A

correctie van de essentiele laesie
derotatie subtalair complex
op lengte brengen van pezen en spieren.

dit gaat met de behandeling: ponseti serial casting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe gaat behandeling dmv ponseti serial casting

A

doe je bij klompvoet

de cavus wordt opgeheven door plantaire druk onder caput MT1. voet staat en blijft in supinatie. doet er dan gips omheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doe je bij een persisterende equinus?

A

percutane achillestenotomie onder lokaal anesthesie

gips na tenotomie voor 3 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

na een operatie aan een klompvoet moet je soms ponseti boots bar dragen. voor hoelang?

A

3 maanden 23/24

daarna slaapuurtjes tot leeftijd van 4 jaar en evt langer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke revisieoperaties voor ondercorrectie of recidief klompvoet

A
  • peestranspositie tibialis anterior spier
  • laterale kolomverkorting
  • mediale kolomverlenging
  • calcaneus osteotomie
  • subtalaire arthrodese
  • triple arthrodese
  • ilizarov ringfixateur
17
Q

wanneer een tibialis anterior peestranspositie? en wat gebeurd er

A

(valt onder behandelingen recidief klompvoet)

als er sprake is van een dynamische standsafwijking waarbij de voet bij het neerzetten belast wordt op de buitenste voetrand

de pees of een gedeelte van de pees wordt verplant van de binnenzijde van de voet naar de buiten-bovenrand van de voet

18
Q

kenmerken laterale kolomverkorting

A

laterale kolomverkorting icm een posteromediale release is wss de meest gebruikte operatietechniek voor recodief klompvoet

door de laterale kolom te vergroten wordt het os naviculare goed gepositioneerd tov de taluskop

voorkeursoperatie bij kinderen tussen de 4-8 jaar

19
Q

kenmerken dwyer calcaneusosteotomie
wanneer doe je het

A

(valt onder behandelingen recidief klompvoet)

bij gefixeerde varusstand van de hiel zonder andere deformiteiten

bij kinderen jonger dan 10 jaar icm met andere correcties

bij kinderen ouder dan 10 jaar beter subtalaire arthrodese of triple arthrodese

20
Q

kenmerken hakvoet (pes calcaneovalgus)

A
  • komt vaker voor dan klompvoeten
  • door intra-uteriene malpositie
  • zonder actieve behandeling: uitstekende prognose
21
Q

wat is een congenitale verticale talus (CVT)

A

onderscheid een soepel knik platvoet van een rigide platvoet obv CVT

De voetzool lijkt toegenomen te zijn in omvang en de hiel steekt uit. De talus staat hierbij verticaal omhoog, deze staat normaal schuin naar beneden.

in >50% van de gevallen andere aangeboren afwijkingen aanwezig (arthrogryposis multiplex congenita)

22
Q

kenmerken soepele platvoet

A
  • > 95% geen pijnklachten of functionele bezwaren
  • soepele voetwortel en enkel
  • fysiologische pedes planovalgi

dus: geen merkschoenen, geen steunzolen, geen oefentherapie, geen podotherapie, geen actieve behandeling maar uitleg

correctie van lengtegewelf in onbelaste toestand of in tenenstand

23
Q

wat is een tarsale coalitite?

A

fibreuze of cartilaginaire of benige verbinding tussen 2 of meer botten in de achter- en midvoet

dus een vergroeiing tussen 2 botjes in het achtervoet

24
Q

klinische presentatie tarsale coalitie

A
  • peroneal spastic platfoot
  • rigide platvoet
  • subtalaire beweeglijkheid omlaag
  • symptomen op latere kindleeftijd en adolescentie
  • pijn mediaal door talocalcaneaire coalitie?
  • pijn lat in sinus tarsi door calcaneonaviculaire coalitie?
  • pijn belastingsafhankelijk
  • bij tenenstand geen varuskanteling in achtervoet
25
Q

epidemiologie tarsale coalitie

A

2-6%

meest voorkomend: calcaneonaviculair en talocalcaneair

autosomaal dominante overerving met wisselende penetrantie

relatief frequent voorkomen in algemene populatie

26
Q

pathogenese talsale coalitie

A

pijn mogelijk door stress fractuur in coalitie

pijn in aangrenzende gewrichten door range of motion omlaag

27
Q

wanneer eerste symptomen tarsale coalitie, prevalentie, hoeveel % dubbelzijdig

A

eerste symptomen meestal vanaf ong 10 jaar, echter waarschijnlijk aangeboren

prevalentie 0.7-2%

50% dubbelzijdig
90% calcaneonaviculair of subtalair

28
Q

kenmerken tarsale coalities

A

fibreus/ cartilaginair/ ossaal

7-9 wkn postconceptie ontwikkelt het mesenchymale weefsel niet tot fibreus, maar tot cartalaginair weefsel

vaker bij fibula aplasie/ tibia dysplasie/ congenitaal verkort femur/ Apert/ arthrogryposis klompvoet

subtalaire coalitie soms gepaard met ball and socket BSG

29
Q

kenmerken holvoeten = pes cavus

A
  • bijna nooit aangeboren
    pas na 5-6 jaar

70% in relatie met neurologische pathologie
- congenitale myopathie
- spierdystrofie
- hereditaire polyneuropathie
- ruggenmergspathologie, hersenpathologie

30
Q

hoe diagnose cavusvoet?

A

eerst neurologische beoordeling

daarna therapie: weke delen release of benige correctie

31
Q

wat is de coleman bloktest?

A

kijken of de voet de grond raakt in normale stand

32
Q

wat is een cavovarusvoet?

A

door mediale cavus en reactieve achtervoet varus

33
Q

wat is een hallux valgus?

A

valgus van de grote teen

34
Q

wat is een curly toe?

A

krulteen
een verkorte flexorpees aan de plantaire zijde

35
Q

wat is een congenitale digitus quintus superductus?

A

afwijkende kleine teen die boven de 4e teen gaat zitten

36
Q

behandeling congenitale verticale talus

A

operatief

37
Q

behandeling soepele knikplatvoet

A

geen behandeling

38
Q

onderzoek pt met holvoet

A

neurologisch onderzoek