3.2 artrose Flashcards

1
Q

incidentie artrose

A

bijna 1.5 miljoen mensen met artrose

hogere prevalentie artrose bij lager opgeleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de kosten voor de gezondheidszorg van artrose?

A

1,2 miljars euro
1.8% van de totale kosten van de gezondheidszorg in NL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vanaf welke leeftijd neemt artrose toe?

A

45-50 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de ziekte last van artrose in DALY’s?

A

165800

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

benoem de pathofysiologie van artrose

A
  1. verlies van gewrichtskraakbeen
  2. ombouw van het onder kraakbeen liggend (subchondraal) bot
  3. ontsteking van synoviale membraan (synovitis)
  4. gewrichtspijn na belasting, stijfheid en bewegingsbeperking

verminderde belastbaarheid en pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer overweeg je de diagnose artrose?

A
  1. leeftijd 45 jaar of ouder
  2. aan activiteiten gerelateerde kniepijn
  3. geen of kortdurende ochtendstijfheid (<30 minuten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer is artrose waarschijnlijk

A

artrose waarschijnlijk bij
- opstartpijn en -stijfheid dwz pijn en stijfheid na inactiviteit (bv na slapen, lang zitten)
- verminderde flexie of extensie
- crepitaties bij het bewegingsonderzoek
- gevoeligheid van de gewrichtsspleet
- benige verbreding van het gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe diagnostiek heup- of knie artrose 1e of 2e lijn?

A

diagnose op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek en ZONDER beeldvormend onderzoek als de patient
- >45 jaar en
- aan activiteiten gerelateerde pijn in het heup- of kniegewricht heeft en
- geen of kortdurende (<30 min) heup- of kniegewricht gerelateerde ochtendstijfheid heeft

beeldvormend onderzoek is dan niet zinvol of noodzakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer doe je wel beeldvormend onderzoek bij artrose?

A

atypische presentatie

onverwacht snelle progressie of verandering in het patroon van klachten

ihkv indicatiestelling voor een gewrichtsvervangende prothese

(50% van de patienten met radiologische artrose heeft geen pijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

oorzaken artrose

A

primaire/ idiopathische artrose: oorzaak is niet duidelijk

secundaire artrose
- trauma
- infectie
- gewrichtsafwijkingen
- stollingsstoornis
- jicht
- reumatoide artritis

risico toename bij: overgewicht, trauma, leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

benoem de samenstelling van kraakbeen

A

suikerketens (GAGs)
- proteoglycaan bindt aan hyaluronzuur en vormt een netwerk met collageen
- GAGs zijn negatief geladen en trekken water aan
- kraakbeen is 80% water

collageen (vnl type 2, 60%)

chondrocyten (<5% volume)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

functie kraakbeen

A

glad oppervlak (lage wrijvingsweerstand)
schok dempen
verdelen belasting over subchondraal bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurd er met kraakbeen bij artrose

A

hyalien kraakbeen schade
falen reparatiemechanismen
subchondrale bot-veranderingen

inflammatoire processen
morfologische veranderingen van OA synovium (synovitis)
belastbaarheid omlaag

pijn en bewegingsbeperking

verlies van GAGs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risico factoren artrose

A

niet modificeerbare risicofactoren
- leeftijd
- vrouwen
- genetisch: collageen II, HLA B27

modificeerbare RF
- overgewicht en obesitas (onset en progressie van mn knie artrose maar ook heup en hand-artrose)
- trauma: intra-articulaire fracturen, ligament letsels, meniscus, kraakbeen
- infectie: direct effect op kraakbeen (chondrolyse)
- beroep: knielen, tillen, draaien
- sportbelasting

roken is geen RF!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe wordt knie artrose behandeld bij mensen met obesitas

A

gewichtsverlies
combineren met oefentherapie

bij patienten met overgewicgt en obesitas ter verbetering van het functioneren

5 kg of 5% gewichtsverlies in 30 maanden periode reduceert de kans op ontstaan van knieartrose in de middelbare en obese vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

rontgenafwijkingen bij artrose

A

gewrichtsspleet versmalling
osteofytvorming
subchondrale cystevorming
subchondrale sclerosis
deformatie
standsverandering

17
Q

wat is de kellgren en lawrence classificatie van artrose

A

graad 0: geen artrose

graad 1: mogelijk gewirchtsspleet versmalling en osteofyten

graad 2: zeker gewrichtsspleet versmalling, osteofyten en matige sclerose

graad 3: duidelijke gewrichtsspleet versmalling, osteofyten, enige sclerose en cystevorming, deformiteit

graad 4: ernstige gewrichtsspleet versmalling, sclerose, cysten, duidelijke deformiteiten en grote osteofyten

18
Q

incidente heupartrose bij sporters

A

er is een verband tussen sport en heupartrose
meer sporten –> meer artrose

19
Q

incidente knieartrose bij sporters

A

verhoogde incidentie

meer patellofemorale artrose bij langeafstandlopers en gewichtheffers

meer tibiofemorale artrose bij tennisspelers en voetballers

belangrijke oorzaak voor artrose: trauma
- meniscus
- voorste kruisband
- kraakbeen
dus: probeer blessures te voorkomen

20
Q

doelen behandeling artrose

A
  1. voorlichting patient, familie en omgeving
  2. verminderen pijn en stijfheid
  3. behouden/ verbeteren gewrichtsmobiliteit
  4. beperken lichamelijke handicaps
  5. behouden/ verbeteren kwaliteit van leven
21
Q

wat is niet farmacologische behandeling van artrose

A
  • voorlichting
  • gewichtsverlies
  • aanpassen belasting
  • oefentherapie/ fysio
  • voorkomen piekbelasting
  • trainingsprogramma
  • hulpmiddelen: brace, stok, steunzolen

operatie pas bij invaliderende klachten, niet reagerend op conservatieve therapie

22
Q

wat is de farmacologische behandeling van artrose

A
  • paracetamol (start 4x daags 2 tabletten )
  • topicale pijnstilling (zalf voltaren-gel, capsaicine)
  • NSAIDs
  • COX-2 remmers
  • injecties (pijnstiller, corticosteroiden, hyaluronzuur)

bij tijdelijke opvlamming van klacgte: corticosteroiden injectie 1e keus

voor langere termijn valt een behandeling met hyaluronzuur te overwegen

23
Q

wat zijn operatieve behandelingen voor artrose

A

gewricgts sparend
gewricht verstijven (arthrodese)
gewricht verwijderen (resectie arthroplastiek)
gewrichts vervangend (prothese)