1B3 - W15 - HC4 Afwijkingen van de hartkleppen en de hemodynamische gevolgen 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn oorzaken van mitralisklepinsufficientie?

A

Tekort aan bindweefsel
leidt via meer bladen en scallops betrokken, dikkere scallops en chordae meer annulus dilatatie meer calcificatie tot een ophoping van mucopolysachariden.

  • Ouderen > 60 jaar (Fibro-elastische deficientie): prolaps van een enkele callop al dan niet met chorda ruptuur > prolaps van een enkele redundant scallop.
  • Jongeren < 60 jaar (Barlow): excessieve degeneratie met bileaflet prolaps.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn secundaire oorzaken van mitralisklepinsufficientie?

A
  • Ventriculair: LV dilatatie en/of dysfunctie
  • Atriaal: annulus dilatatie meestal door boezemfibrilleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil tussen (mutralisklep) stenose en insufficientie?

A

Insufficientie heeft een verschil tussen acuut en chronisch. Een stenose is altijd chronisch en ontstaat in 10/30/40 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan er bij een acute mitralisklepinsufficientie gebeuren?

A
  • Chorda tendinaea ruptuur bij: prolaps of endocarditis.
  • Papillairspier ruptuur bij: infarct (lokaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn klachten van een acute mitralisklepinsufficientie?

A
  1. Hartfalen symptomen:
    - Backward failure LA volume overbelasting met fors oplopende LA drukken met stuwing pulmonaalvenen/longen met dyspnee d’effort, orthopnoe en longoedeem.
    - Forward failure met verminderde cardiac output met shock.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn klachten van een chronische mitralisklepinsufficientie?

A
  1. Hartfalen symptomen (dyspnoe):
    - LA druk en volume-overbelasting LV volume overbelasting met in laat stadium ook LV dysfunctie.
    > Stuwing pulmonaalvenen/longen met dyspnee d’effort, laat stadium moe & meestal meevallende pulmonale HT (geen oedeem of hemoptoe).
  2. Palpitaties: LA dilatatie met ontwikkelen van boezemfibrilleren.
  3. Trombo-embolie: juist zeer kleine kans (vergeleken met mitralisklepstenose geen stase maar juist volop flow ondanks AF).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hou luidt de diagnose mitralisklepinsufficientie?

A

Linker zijligging punctum maximum apex uitstralend naar axilla
- Prolaps patient: sluiten, prolaberen van klep = lekking laat systolisch.
(Holo systolisch: bij functionele lekkage & laat systolisch: bij prolaps).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil in ruis tussen aortaklepstenose en mitralisklepinsufficientie?

A
  • Aortaklepstenose: S4
  • Mitralisklepinsufficientie: S3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer actie ondernemen bij ernstige mitralisklepinsufficientie?

A
  • Klachten (subjectief VS objectief) geen klachten LV discussie
  • Echocardiografische aanwijzingen voor (naderende) LA decompensatie (boezemfibrilleren, groot LA).
  • Echocardiografische aanwijzingen voor (naderende) LV decompensatie (ejectie fractie, eind-systolische diameter).

Bij prolaps wordt de klep gerepareerd (90-95% goed). Bij een secundaire mitralisklepinsufficientie door een cardiomyopathie wordt er zelden geopereerd. Wel percutaan een mitraclip interventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn oorzaken van acute aortaklepinsufficientie?

A
  1. Hartfalen symptomen door volume en druk overbelasting LV.
    - Backward failure met sterk oplopende diastolische LV en LA drukken met stuwing pulmonaalvenen/longen met dyspnee d’effort, orthopnoe en longoedeem.
    - Forward failure met verminderde cardiac output met shock.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voorbeelden van acute aortaklepinsufficientie?

A

Dissectie en endocarditis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn oorzaken van chronische aortaklepinsufficientie?

A
  1. Hartfalen symptomen (dyspnoe): LV volume en drukoverbelasting > stuwing pulmonaalvenen/longen met dyspnoe d’effort.

(2. Zelden palpitaties of AP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat hoor je bij een aortaklepinsufficientie?

A

In diastole dus je hoort lub dub pffff = ruis decresendo dus afnemend. Soms hoor je in systole ook ruis doordat er door lekkage het hart extra groot gaat pompen = relatieve stenose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarin onderscheid aortaklepinsufficientie zich?

A

Naast hartruis ook bij LO afwijking: verhoogde pols en lage diastole (bloed lekt terug dus druk diastolisch daalt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer wat doen bij een ernstige aortaklepinsufficientie?

A
  • Klachten
  • Echocardiologische aanwijzingen voor (naderende) LV decompensatie (ejectie fractie, eind-dia/systolische diameter).
  • Ernstige vergrootte aorta (ruptuur kans)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn oorzaken van tricuspidalisklepinsufficientie?

A

Secundaire TI door RV dysfunctie en/of dilatatie:
- RV infarct of cardiomyopathie
- Pulmonale HT bij LV falen of linkszijdig kleplijden (MS/MI).
- L-R shunt ASD/VSD

Secundaire TI door annulus dilataie (boezemfibrillleren)
Primaire TI (zeldzaam): endocarditis, ebstein, prolaps bij bindweefsel of na trauma, carcinoid (neuroendocriene tumoren van dunne darm > lever meta > stoffen slaan neer op kleppen) en leads (pacemaker, ICD = vaker).

17
Q

Wat zijn klachten van tricuspidalisklepinsufficientie?

A
  1. Hartfalen symptomen (enkeloedeem en vermoeidheid)
    Verminderde circulatie leidend tot vermoeidheid, dyspnoe en kouwelijk zijn. RA volume (en druk) overbelasting met dilatatie > rechtsstuwing, verhoogde CVD en enkeloedeem.
  2. Palpitaties door boezemfibrilleren
18
Q

Wat hoor je bij een tricuspidalisklepinsufficientie?

A

Lastig te horen omdat de drukverschillen klein zijn.

19
Q

Wanneer ingrijpen bij een ernstige tricuspidalisklepinsufficientie?

A

Klachten en echocardiografische aanwijzingen voor (naderende) RV decompensatie dubieus.

20
Q

Wat heb je bij aortaklep en mitraalklep altijd? En wat bij tricuspidalis?

A

Bij aortaklep & mitralisklep: kortademigheid naast hartfalen.
Tricuspidalis: oedemen.

21
Q

Wanneer krijg je palpitaties?

A

Dilatatie van boezem bij mitraalstenose > stase bloedstroom embolieen/insufficientie

22
Q

Wat maakt de aortaklepstenose als uitzondering?

A

AP, duizeling of collaps

23
Q

Wat zijn oorzaken van chronische klepgebreken bij AS, MS, MI, AI en TI?

A
  • AS: reumatisch (jong), congenitaal BAV (middelbare leeftijd), degeneratief (oud).
  • MS: reumatisch (jong), degeneratief (oud)
  • MI: primair (prolaps), secundair aan dilatatie annulus (AF) of LV (cardiomyopathie) of LV dysfunctie.
  • AI: aorta dilatatie
  • TI: als MI (primair ook door pacelead, Ebstein, carcinoid)
24
Q

Wat zijn interventie opties?

A

Kunstklep (antistolling nodig), bioprothese (slijtage dus alleen bij ouderen), percutane opties (TAVI en mitraclip bij hoog operatie risico).

25
Q

Wat zijn problemen die kunnen optreden na een klepinterventie?

A

Trombose, bloeding (CVA), pannus (weefselingroei), klikgeluiden, hemolyse en infectie