1B3 - W15 - HC2 Pathofysiol acuut / chronisch hartfalen Flashcards
Wat is hartfalen?
Syndroom waarbij patienten symptomen hebben en klinische tekenen waarneembaar zijn, die het gevolg zijn van dysfunctie van het hart.
Dysfunctie hart + symptomen/tekenen
Wat zijn objectieve parameters bij hartfalen?
- Ejectiefractie
- Diastolische dysfunctie
- Vullingsdrukken
- Cardiac output (HF x SV)
Wat zijn symptomen van hartfalen?
- Vermoeidheid
- Verminderde inspanningstolerantie
- Dyspnoe (kortademigheid)
- Orthopnoe
- Hartkloppingen
- (Nachelijk) hoesten
- Verwardheid
- Verminderde eetlust/misselijkehid
- Erectiele dysfunctie
Wat zijn klinische tekenen van hartfalen?
- Tachycardie
- Verplaatste apex
+ onderstaande leiden tot overvulling: - Crepitaties of wheezing
- Oedeem
- Ascites
- Verhoogde centrale veneuze druk
- Hepatomelagie
In een later stadium: cachexie en afname spiermassa
Wat kunnen oorzaken van dysfunctie zijn van het hart?
- Primair hartspierprobleem: MI, cardiomyopathie of myocarditis.
- Overbelasting van het hart: drukbelasting, klepstenose/hypertensie, volumebelasting: klep insufficientie/shunt en ritmestoornissen.
- Instroombelemmering: mitralis- of tricuspidalisklepstenose, constrictieve pericarditis/pericarditis constrictiva
Wat kunnen oorzaken zijn van hartfalen?
- Coronair lijden: ischemie en myocardinfarct!
- Hypertensie: LVH, meestal behouden LV functie.
- Cardiomyopathie: (non-)familair > gedilateerde cardiomyopathie, hypertrogische cardiomyopathie, restrictieve cardiomyopathie en of arytmogene RV cardiomyopathie, non compaction cardiomyopathie.
- Infiltratieve hartziekten: sarcoidose, amyloidose en haemochromatose.
- Klepaandoening: MI, MS, Aol, Aos
- Ritmestoornissen: tachycardiomyopathie (m.n. atriumfibrilleren).
- Toxische stoffen: alcohol, chemo, cocaine > trombus
- Extracardiaal: anemie, thyeotoxicose, vitamine B1 deficientie.
Waardoor kan er een toename van hartfalen komen?
Vergrijzing, obesitas (= RF) en betere behandeling
Waardoor komt links en rechts failure?
Door een te lage longflow en cardiac output > acuut links en rechts probleem > shock > lever en nier probleem > ischemie
Waardoor kan de HF geremd worden?
Door het parasympatische zenuwstelsel
Waardoor kan de HF gestimuleerd worden?
Door het sympatisch zenuwstelsel
Werkt d.m.v. activatie van drukreceptoren in het hart > toename contractiliteit en HF.
Waar is het SV van afhankelijk?
Contractiliteit en pre- en afterload
Wat is chronische sympatische activatie?
Neurohumerale activatie en apoptosis
Waarmee behandel je hartfalen?
B-blokker
Wat is de preload?
Eind diastolisch volume = hoeveelheid bloed dat aanwezig is op het einde van de diastole in de rechter/linker ventrikel
Wanneer neemt het SV toe?
Naarmate de ventrikel een hoger einddiastolisch volume heeft > rekking myofibrillen = Frank-Starling curve
Wat is de afterload? En wat is de relatie met de cardiac output?
De weerstand waartegen het hart moet contraheren. Hoe hoger de afterload, hoe lager de cardiac output?
Waardoor wordt de afterload bepaald?
Het systeem (LV), longweerstand (RV), karakteristieken van de vaatwand en het bloedvolume dat wordt uitgeperst
Wat zijn acute compensatie mechanismen bij hartfalen?
- Sympathicus: HF, contractilteit en vasoconstrictie.
- RAAS: preload stijgen en vasoconstrictie
Wat zijn chronische compensatie mechanismen bij hartfalen?
Preload (wandstress stijging), neurohumerale activatie: RAAS, sympaticus, endotheline, NO, natiuretisch peptiden, vasopressiine, ontstekingsreacties: cytokines, TNF/remoddeling
Wat zijn kenmerken van myocardiale remoddeling?
Hypertrofie, verlies myocyten en toename interstitiele fibrose
Wat is het verschil tussen systolisch en diastolisch hartfalen?
- Systolisch hartfalen: hartfalen met verminderde EF: afgenomen contractie, ejectiefractie verlaagd en symptomen/tekenen hartfalen.
- Diastolisch hartfalen: hartfalen met normaal EF: vullingsprobleem, ejectiefractie bewaard en symptomen & tekenen hartfalen.
Hoe luidt de wet van Laplace?
T = P x R
Wat zijn uitlokkende factoren van hartfalen bij dysfunctie?
Ritmestoornis, koorts, overmatige zout- of vocht inname, anemie, zwangerschap, overmatige alcohol inname, hyperthyreoidie en perifere arterioveneuze shunts