1.B.15 - PD.8 mechanische, niet chirurgische therapie Flashcards
1
Q
Welke 3 mogelijkheden zijn er voor mechanische maatregelen zijn er bij ernstige hartfalen waarbij de cardiac output dusdanig laag is dat de functie van alle organen wordt bedreigd?
A
- intra-aortale ballonpomp
- extracorporele membraanoxygenatie (ECMO)
- left ventricular assist device (LVAD)
2
Q
Hoe werkt een intra-aortale ballonpomp?
A
- met helium gevulde ballon in de aorta descendens
- in diastole is deze ballon opgeblazen –> diastolische bloeddruk stijgt en coronaire perfusie neemt toe
- in systole loop de ballon leeg –> plotselinge daling van afterload –> stijging van output
3
Q
Hoe werkt een ECMO?
A
- veno-arteriele ECMO: ondersteuning van zowel hart als longen
- veno-veneuze ECMO: ondersteuning van alleen de longen (bijv. bij respiratoir insufficientie bij een pneunomie)
4
Q
Hoe werkt LVAD?
A
- pomp aangesloten aan het hart, via de apex naar aorta
- pomp (in buikholte) ondersteunt linkerventrikel
- slang naar buiten
- hoe zieker en ouder de patient hoe slechter de uitkomst