1.B.13 HC.6 Ritme en geleidingsstoornissen I Flashcards
Wat is het verschil tussen sinus cellen en cellen van het myocard?
sinus cellen hebben tijden fase 4 automatische depolarisatie (funny current, If)
cellen in myocard niet
Waaruit bestaat het ECG?
- activatie SA-knoop (voor p-top)
- elektrische activatie van atria (p-top)
- activatie AV-knoop (in PQ interval)
- Hisbundel, bundeltakken en purkinjevezels zijn niet zichtbaar (in PQ-interval)
- elektrische activatie ventrikels (QRS-complex)
- repolarisatie (T-top)
Wat zijn klachten die komen bij hartritmestoornissen?
- hartkloppingen (palpitaties) of overslaan: pattient uitttikken hartritme –> informatie regelmaat en frequentie
- flauwvallen (syncope), duizeligheid, transpireren
- eventueel pijn op de borst
- dyspnoe/hartfalen (tachycardiomyopathie)
- vermoeidheid of een pseudo-dementie beeld
Wat is de functie van lichamelijke onderzoek?
- niks bij hartritmestoornis
- behalve atriumfibrilleren: geeft informatie over (on)regelmatigheid van hartritme en over inequale pols (hartslag voelt minder stevig aan)
- oorzaak palpitaties: medicatie, drugs, psychiatrische oorzaken, anemie, koorts en zwangerschap
Welke 3 mechanismen leiden tot hartritmestoornissen?
- accelerated automaticity (snellere depolarisaties)
- triggered activity (trigger voor depolarisatie)
- re-entry (circulatie van prikkels)
Wat zijn kenmerken van accelerated automaticity?
- depolarisatie drempel wordt eerder bereikt
- vaak in vorm van sinustachycardie
- ook in gezonde mensen: afgifte adrenaline in stress
Wat gebeurt er bij triggered activity?
- nadepolarisaties opgewekt na absolute refractaire periode (fase 2): vroeg (begin fase 3) en laat (eind fase 3, meestal oorzaak van overlagen)
Wat gebeurt er bij re-entry?
meerdere routes die niet tegelijkertijd in dezelfde richting depolariseren –> circulatie van prikkels
Wat is de top 3 meest voorkomende ritmestoornissen?
- atriumfibrilleren
- AVNRT (AV-node re-entry tachycardie)
- WPW
Wat is tachyritmieen en welke 2 soorten heb je?
- snelle ritmestoornis HF>100 bpm
- supraventriculair, in atrium: vrijwel altijd small complex tachycardie (QRS-complex <120 ms), de origine is supraventriculair
- ventriculair, in kamer: vaak breed complex tachycardie (QRS-complex >=120 ms), de origine in ventrikels
Wat is bradycardiritmieen?
- trage ritmestoornissen HF < 60 bpm
- sinusbradycardie: sinusbradycardie, sinuspauze/arrest, sinusknoop exit blok
- AV-geleiding geleidingsstoonissen: eerste graads, tweede graads (type I en II), derde graads (complete hartblokkade)
- escape rhythms
Wat is sinusbradycardie (behandeling en symptomen)?
- meest voorkomend
- vuurt SA-knoop vertraagd
- veelal bij jongeren en atleten door medicatie en goed getrainde mensen
- behandeling: medicatiegebruik aanpassen of pacemaker
- symptomen: asymptomatisch, duizeligheid, pre-syncope
Wat zijn de volgende kenmerken bij een sinusbradycardie?
- rate
- p-p regularity
- r-r regularity
- p-wave
- p: QRS ratio
- PR interval
- QRS-with
- rate: < 60 bpm
- p-p regularity: normaal
- r-r regularity: normaal
- p-wave: aanwezig
- p: QRS ratio: 1:1, associated
- PR interval: normaal, gradual lengthens with HR decrease
- QRS-with: normaal
Wat is een sinuspauze/arrest?
de hartslag valt stil met een verlengde pp-interval dat geen veelvoud is van een normaal pp-interval
Wat zijn de volgende kenmerken bij een sinuspauze/arrest?
- rate
- p-p regularity
- r-r regularity
- p-wave
- p: QRS ratio
- PR interval
- QRS-with
- rate: irregular
- p-p regularity: irregular
- r-r regularity: irregular
- p-wave: aanwezig, behalve tijdens pauze
- p: QRS ratio: 1:1, associated
- PR interval: normaal
- QRS-with: normaal