1.B.13 HC.7 ritme en geleidingsstoornissen II Flashcards
Wat is gevolg van in- en expiratie op hartfrequentie?
- inspiratie –> negatieve thoracale druk (ook op hart) –> hart zuigt meer bloed aan uit omliggend weefsel –> hart gaat sneller kloppen
- vooral bij jongeren
- normaal
Welke verschillende soorten sinusdisfuncties heb je?
- sinus bradycardie (asymptomatisch, vooral bij jonge goed getrainde personen)
- sinus tachycardie (vrijwel altijd secundair aan ander probleem zoals angst)
- sinusknoop afwijking
Welke sinusknoop afwijkingen heb je?
- Sick Sinus Syndrome (SSS): bijv. chronotropische incompetentie (bij inspanning neemt de pulsfrequentie onvoldoende toe
- SA-node re-entry tachycardie (SANRT): hoge frequentie door re-entry
- inappropriate sinus tachycardia (IST): continu verhoogde hartslag
- postural tachycardia syndrome (POTS): verhoogde hartslag in staande positie
Hoe kan de tachycardieen worden ingedeeld?
- supraventriculair tachycardien = SVT (vaak smallcomplex)
- alleen atriaal weefsel: (inappropriate) sinus tachycardie, atriale tachycardie, atriumfibrilleren, atriumflutter
*AV-junctie: AVNRT, AVRT, (versnelde) junctionele tachycardie (lijkt op AVNRT, erg zeldzaam) - ventriculaire tachycardieen = VT (vaak breed complex, omdat het langer duurt om vanuit de venrikels het hele hart te activeren)
- small complex tachycardieen (QRS<120 ms, vrijwel altijd SVT)
- breed complex tachycardieen:
- SVT met pre-excitatie (zoals bij WBW) of aberrantie (problemen met bundeltakgeleiding)
- VT (altijd eerst uitgaan van VT, deze geeft vaker slechte prognose)
- pacemakerritme
Wat is cardioversie?
Bij cardioversie wordt een te snel hartritme omgezet in een normaal ritme. Dit kan via een elektrische schok of met medicijnen.
Wat moet je doen bij een patient in instabiele staat?
cardioversie, werkt voor bijna alle ritmestoornissen
Wat moet je doen bij een patient in stabiele staat?
diagnostiek
- 12-afleiding ECG onderscheid tussen supra-(small) en ventriculair (breed)
- small complex tachycardie –> vagale manoeuvres
- small complex tachycardie –> adenosine om AV-knoop te beinvloeden
- andere medicijnen
Wat is sinus tachycardie? Wat zijn de volgende kenmerken bij een sinus tachycardie?
- rate
- p-p regularity
- r-r regularity
- p-wave
- p: QRS ratio
- PR interval
- QRS-with
vaak secundair aan andere afwijking zoals angst
rate: > 100 bpm
p-p regularity: normaal
r-r regularity: normaal
p-wave: aanwezig
p: QRS ratio: 1:1, associated
PR interval: normaal, gradual shortens with HR increase
QRS-with: normaal
Wat is atriale tachycardie? Wat zijn de volgende kenmerken bij een atriale tachycardie?
- rate
- p-p regularity
- r-r regularity
- p-wave
- p: QRS ratio
- PR interval
- QRS-with
ontstaat door focus in de boezem harder gaat slaan dan sinusknoop zelf
rate: 100-180 bpm, plotse verandering
p-p regularity: normaal
r-r regularity: normaal
p-wave: morfologie differs from sinus p-wave
p: QRS ratio: 1:1, associated
PR interval: interval of ectopic focus will differ from sinus PR
QRS-with: normaal, maar kan een wijd complex vormen
wat zijn de kenmerken van multifocale atriale tachycardie?
Er zitten meerdere focussen in de boezem die onderling afwisselend gaan vuren waardoor op het ECG verschillende P-toppen (minimaal 3) zichtbaar zijn
PP-intervallen en RR_intervallen zijn irregulair
Zie je vooral bij mensen in het ziekenhuis, verder bijna niet
Wat is atriumfibrilleren? Wat zijn de volgende kenmerken bij een atriumfibrilleren?
- rate
- p-p regularity
- r-r regularity
- p-wave
- p: QRS ratio
- PR interval
- QRS-with
- AV-knoop wordt continu gebombardeerd door prikkels vanuit het gehele atriale weefsel (accelerated automaticity)
- basislijn is kriebelig
rate: varries, ventriculaire responses kunnen snel of langzaam zijn
p-p regularity: chaotische atriale activiteit
r-r regularity: irregulary irregular
p-wave: no discernabel P-wave
p: QRS ratio: none
PR interval: none
QRS-with: normaal, maar kan een wijd complex vormen
Wat is atriumflutter? Wat is te zien op de ECG?
- macro re-entry circuit tussen atriale septum, via dak van rechteratrium naar laterale wand, tussen tricuspidaalklep en de vena cava inferior terug naar het septum (met de AV-knoop)
- zaagtand
- P/QRS-ratio kan varrieren (1:1, 1:2, 1:3, etc)
Welke niveaus van re-entry zijn er?
ergens in het geleidingssysteem vertraging van prikkelgeleiding –> refractaire perioden lopen ongelijk –> prikkel gaat circuit lopen
- niveau van sinusknoop
- anatomisch obstakel zoals litteken
- macro-circuit: over wand van de hartspier
Wat is AVNRT (AV-nodale re-entry tachycardie)?
Er zijn 2 wegen van de boezem naar de kamer (bij 30% van de mensen), een snelle en een langzame (gebruikt minder energie en kortere refractaire periodes voor een snellere frequentie)
Een normale prikkel gaat over beide wegen, maar de langzame dooft uit op refractair weefsel door de snelle weg –> stel je krijgt een overslag op het moment dat er een verschil zit tussen de refractaire periode, gaat het via de langzame weg naar beneden en kan het terug omhoog via de snelle weg, hierdoor kan een circuit ontstaan waarbij het elke keer de boezem en kamer activeert
Wat zie je op de ECG bij AVNRT (AV-nodale re-entry tachycardie)?
Je krijgt een extra slag met een verlengde PQ-tijd en een tachycardie waarbij de P-toppen en QRS-complexen op dezelfde tijd vallen