Week 4 PD.3 Spina Bifida Flashcards
Kenmerken spina bifida
- aangeboren defect van de wervelkolom & CNS
- incidentie NL 1:2000 levendgeborenen
- 1 van de meest voorkomende aangeboren afwijkingen van het CZS
- genetische component in 60-70%
- primaire preventie middels foliumzuur inname
Embryologie neurale buis
- in 3e week ontwikkelt neurale plaat
- einde van 4e week is neurale plaat gesloten tot neurale buis
- afiwjkingen aan de neurale buis zijn dus al bij de 1e trimester SEO te zien
2 categorieën van neuraalbuisdefecten (NBD)
- spina bifida aperta: het neuraalbuisdefect is zichtbaar als een open wond
- spina bifida occulta: behalve soms een haarplukje op de rug zijn er geen zichtbare afwijkingen, het neuraalbuisdefect is dus met huid bedekt -> denk hierbij altijd aan het tethered spinal cord syndroom (TSCS)
Vormen van spina bifida aperta
- meningocele: bevat alleen hersenvlies -> moet worden gesloten vanwege het risico op meningitis
- meningomyelocele: bevat hersenvlies en myelum
Vormen van spina bifida occulta
- patholofische filum terminale: bindweefselstreng die van het ruggenmerg naar het sacrum loopt en niet helemaal is verdwenen -> ruggenmerg zit hierdoor nog vast en kan niet goed opstijgen -> leidt tot tractie aan het myelum (TSCS) -> uit zich in uitvalsverschijnselen
- lipoom intraspinaal: hierbij is soms wel een bobbel op de rug zichtbaar
- diastematomyelie: een gespleten ruggenmerg, welke later weer bijeenkomt
Craniale afwijkingen
- cranioschisis (gespleten hoofd) -> craniorachischisis (compleet open brein en ruggenmerg)
- anencephalie: afwezigheid grote hersenen -> afwijkend schedelgewelf -> niet levensverenigbaar
- encephalocele: herniatie van de meningen, maar soms ook het brein, bloedvaten of vocht
- iniencephalie: ontbrekende overgang van hoofd naar wervelkolom met een extreme retroflexie van het hoofd
Comorbiditeiten bij een neuraalbuisdefect
- hydrocephalus: hierbij soms een drain nodig
- klompvoeten
- openstaande anus
Klinische consequenties ten gevolge van de lokale afwijking van NBD
- sensomotore uitval: afhankelijk van niveau van spina bifida, hoe lager -> normaal aangelegd weefsel -> minder functieverlies
- blaas- en darmfunctiestoornissen
- wervelkolomafwijkingen (scoliose & kyfose)
Klinische consequenties ten gevolge van geassocieerde aanlegstoornissen bij NBD
- hydrocephalus (met negatieve invloed op IQ)
- Arnold Chiari malformatie type 2: te wijd achterhoofdsgat -> cerebellaire tonsillen op het verlengde merg drukken, het vierde ventrikel & een deel van de hersenstam is door de schedel gezakt -> aanwezig bij 95% van spina bifida patienten
- syringomyelie: vochtophoping in het myelum
Standaard behandeling spina bifida
Postnataal neurochirurgisch sluiten defect
- stop liquorlek
- voorkomen va infectie
- behoud van neurologische functies
- geen herstel van functies
- vaak in combinatie met VP-drain
Waarom foetale therapie doen ipv postnataal?
- zeer ernstige afwijking
- WEL verbetering van functie
Inclusiecriteria foetale chirurgie
- singleton pregnancy
- normal karyotype
- MMC upper boundary located between T1 and S1
- evidence of hindbrain herniation
- ventriculomegaly (> 17 mm)
- gestational age 19 - 25,9 weeks
Positieve gevolgen van foetale chirurgie
- reductie vp-drain plaatsingen (40% vs 84%)
- verbetering ‘hindbrain herniation’ (afwezig 36% vs 4% bij 12 mnd)
- verbetering uitkomst mentale ontwikkeling en motorische functioneren (bij 30 mnd)
Negatieve gevolgen van foetale chirurgie
Verhoogd risico op vroeggeboorte en obstetrische complicaties (34,1w vs 37,3w 13% < 30w)