Week 2 HC.3 Afwijkingen Aan Hoofd En Hals En Romp Flashcards
1
Q
Naden en fontanellen in de kinderschedel
A
- metopicanaad: voorhoofdsnaad
- coronanaad: kroonnaad
- sagittaalnaad: pijlnaad
- lambdoïdnaad: lambdanaad
- grote (anterieure) fontanel: kruispunt van de metopicanaad, de coronanaden en de sagittaalnaad
- kleine (posterieure) fontanel: kruispunt van de sagittaalnaad en de lambdoidnaden
2
Q
Welke schedelnaad sluit als eerst?
A
Metopicanaad hoort in 1e jaar te sluiten
- de rest van de naden pas veel later
3
Q
Craniosynostose
A
Vroegtijdige sluiting van een schedelnaad
4
Q
3 vormen van craniosynostose
A
- geïsoleerd/unisuturaal
- complex/mulltisuturaal
- syndromaal
5
Q
Geïsoleerd/unisuturaal craniosynostose
A
- 1 schedelnaad betrokken
- geen andere congenitale afwijkingen
- verhoogde hersendruk bij 10%
6
Q
Complex/multisuturaal craniosynostose
A
- > 1 schedelnaad betrokken
- geen andere congenitale afwijkingen
- verhoogde hersendruk bij 40%
7
Q
Syndromaal craniosynostose
A
- > 1 schedelnaad betrokken
- andere congenitale afwijkingen
- verhoogde hersendruk bij 40%
8
Q
Schedelafwijkingen ingedeeld op basis van de vorm van de schedel
A
- trigonocephalie (wigschedel)
- scaphocephalie (bootschedel)
- brachycephalie (brede schedel)
- synostotische plagiocephalie (scheve schedel)
- positionele plagiocephalie (scheef achterhoofd)
- oxycephalie: multisuturaal probleem (vaak vergroeiing van coronanaden en saggitaalnaad)
- tryphyllocephalie: multisuturaal probleem
9
Q
Trigonocephalie
A
- punthood met driehoeksvorm van voorhoofd
- ontstaan bij te vroege sluiting van metopicanaad geduerende de intra-uteriene fase
- gaat vaak gepaard met hypotelorisme
10
Q
Scaphocephalie
A
- bootvormige schedel (lang en smal)
- ontstaat door te vroege sluiting van de sagittaalnaad
- meest voorkomende vorm van craniosynostose
11
Q
behandeling scaphocephalie
A
- veerdistractie: de naad wordt open gezaagd en er worden veren tussen de 2 zijden geplaatst -> veren duwen geopende naad langzaam uit elkaar -> schedel kan weer naar buiten groeien (deze operatie is mogelijk tot ong 6 maanden)
- open remodellatie: het gehele schedeldak wordt open gezaagd -> wordt geheel geremodelleerd (deze operatie kan op latere leeftijd)
12
Q
Brachycephalie
A
- kort en breed hoofd
- ontstaat door te vroege sluiting van beide coronaden
13
Q
Synostotische plagiocephalie
A
- scheef hoofd door een te vroege sluiting van 1 coronanaad (anterieure plagiocephalie) of lambdoïdnaad (posterieure plagiocephalie)
14
Q
Positionele plagiocephalie
A
- scheef achterhoofd
- ontstaat doordat kinderen te veel op 1 zijde van het hoofd liggen (dus geen craniosynostose)
- zonder chirurgie reversibel -> kind positioneren op andere zijde -> bij onvoldoende effect een helm om te corrigeren
15
Q
Syndromen geassocieerd met meervoudige craniosynostosen
A
- syndroom van Apert: bicoronale craniosynostose, complexe syndactylie handen/voeten, hypoplasie van mandibula en middengezicht
- syndroom van Crouzon/Pfeiffer: bicoronale craniosynostose, geen voet- of handafwijkingen
- syndroom van Saethre-Chotzen: bicoronale craniosynostose, oof- en gehoorproblemen
- syndroom van Muenke: bicoronale craniosynostose, gehoorprobleem