W5HC2: Pathofysiologie acuut en chronisch hartfalen Flashcards
1
Q
Definitie hartfalen
A
Syndroom waarbij patiënten symptomen hebben en klinische tekenen waarneembaar zijn, die het gevolg zijn van dysfunctie van het hart
2
Q
Symptomen hartfalen
A
- vermoeidheid
- verminderde inspanningstolerantie
- dyspnoe
- othopnoe
- hartkloppingen
- hoesten
- verwardheid / delier
- verminderde eetlust / misselijkheid
- erectiele dysfunctie
3
Q
Klinische tekenen van hartfalen
A
- tachycardie
- crepitaties of wheezing
- oedeem
- ascites
- verhoogde centrale veneuze druk
- hepatomegalie
- cachexie en afname spiermassa
4
Q
Ejectiefractie
A
EF = (EDV - ESV)/EDV * 100%
5
Q
Oorzaken dysfunctie van het hart
A
- Primair hartspierprobleem: MI, CM, myocarditis
- Overbelasting hart: drukbelangsting, volumebelasting, ritmestoornissen
- Instroombelemmering: klepstenose, constrictieve pericarditis
6
Q
Oorzaken hartfalen
A
- coronair lijden: ischemie, MI
- hypertensie: LVH
- cardiomyopathie
- infiltratieve hartziekten
- klepaandoeningen
- ritmestoornissen
- toxische stoffen
- extracardiaal
7
Q
Sympatisch zenuwstelsel
A
- activatie via drukreceptoren in het hart
- zorgt voor toegenomen contractiliteit en hartfrequentie
8
Q
Preload
A
- EDV = hoeveelheid bloed aanwezig op einde van de diastole in RV of LV
- slagvolume neemt toe naarmate de ventrikel een hoger EDV heeft (rekking myofibrillen)
9
Q
Afterload
A
Weerstand, waartegen het hart moet contraheren Hoe hoger, hoe lager de cardiac output Wordt bepaald door: - systeem (LV) en longweerstand (RV) - karakteristieken van de vaatwand - bloedvolume dat wordt uitgeperst
10
Q
Acute compensatie mechanismen bij hartfalen
A
- sympaticus: hartfrequentie, contractiliteit, vasoconstrictie
- RAAS: hoge preload, vasoconstrictie
11
Q
Chronische compensatie mechanismen bij hartfalen
A
- preload (hogere wandstress)
- neurohumerale activatie: RAAS, sympathicus, endotheline, NO, natriuretische peptiden, vasopressine
- ontstekingsreacties: cytokines, TNF
- remodelling
12
Q
Effecten compensatie mechanismen: korte en lange termijn
A
- water/zout retentie: preload stijgt / long/leverstuwing
- perifere vasoconstrictie: perfusie stijgt / afterload stijgt
- sympaticus activatie: hartfrequentie en contractiliteit stijgen / energiebehoefte stijgt
- myocardhypertrofie: ontlasten myocyten / beschadiging
- myocardfibrose: voorkomen dilatatie / diastolische dysfunctie
13
Q
Myocardiale remodelling kenmerken
A
- Hypertrofie
- Verlies van myocyten
- Toename interstitiële fibrose
In een groot hart kunnen de kleppen gaan lekken
14
Q
Inotropica
A
Zorgen voor directe verbetering knijpkracht hart
15
Q
HFREF: systolisch hartfalen
A
Hartfalen met verminderde EF
- afgenomen contractie
- EF verlaagd
- symptomen en tekenen hartfalen