W4HC1: Diagnostiek in de nefrologie Flashcards

1
Q

Kreatinine

A
  • afvalproduct van creatine synthese
  • vrijwel alleen gefiltreerd
  • kan pas iets zeggen over nierfunctie als de plasma creatinine stabiel is: steady state
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verlaagd kreatinine

A

Lage spiermassa, malnutritie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verhoogd kreatinine

A

Verslechterde nierfunctie, grote spiermassa, verhoogde spierafbraak, anabole steroïd gebruikers, gebruik kreatinesupplementen, zeer hoog eiwitdieet, medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tubulaire proteïnurie

A
  • allemaal eiwitten die normaal gereabsorbeerd worden
  • lage sensitiviteit voor laagmoleculaire eiwitten met dipstick waardoor FN uitslag
  • 1 g proteïnurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Overflow proteïnurie

A
  • productie grote hoeveelheid laag moleculaire eiwitten door ziekteproces
  • reabsorptiecapaciteit PT schiet te kort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Glomerulaire proteïnurie

A
  • lekkage door GFbarrière, >3,5 g/dag

- meestal gevolg van grootte- of ladingsselectiviteit die gestoord zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Selectieve proteïnurie

A

Voornamelijk negatief geladen eiwitten (albumine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kreatinine klaring berekening

A

GFR = (U*V)/P

U*V is totale hoeveelheid uitgescheiden stof = totale gefiltreerde stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly