W5HC1: Inspanningsfysiologie Flashcards

1
Q

Percentage effectieve deel verbranding

A

24%, 76% wordt verloren aan warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Relatie V’O2 en belasting

A

Lineair verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

V’O2max

A

Hoe meer O2 opname, hoe meer energie je kan produceren
-> gekoppeld aan max energieproductie
Kan verhoogd worden met trainen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

V’O2max wordt bepaald door

A

Centrale circulatie (HMW, HR, O2-transport: hoger Hb -> meer O2 opnemen), Perifere circulatie (capillaire dichtheid, bloedflow spier, O2 diffusie, extractie O2 uit bloed van de spier, O2-Hb interactie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bohr effect

A

Bij hogere pCO2 laat het O2 makkelijker los van Hb: curve verschuift naar rechts: zelfde pO2, lagere %O2-saturatie
Door verhoging temperatuur, verhoging 2,3-BPG of verlaging pH verschuift het ook naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Reserves ventilatie en circulatie

A

Longvolume normaal 7L, kan 17x groter worden
HMV: normaal 5L/min, kan 6x groter worden
O2 opname in spier: normaal 300 ml/min, kan 10x groter worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Maximaal ingespannen?

A
Maximale HR bereikt?
- HRmax = 220-leeftijd
Aanwijzingen anaerobe arbied?
- Hoe groot BE-daling?
- Hoe groot lactaat stijging?
- Is het RQ > 1?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hemodynamiek maximale inspanning

A
  • HMV neemt toe 4-5x
  • SV neemt toe -> pulsdruk in aorta neemt toe -> verschil in diastolische en systolische BD neemt toe
  • Gemiddelde BD neemt iets toe
  • perifere vaatweerstand neemt af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

HMV tijdens inspanning

A
  • toename wordt veroorzaakt door toename in HF

- SV neemt maar een beetje toe, hart kan niet groter worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

O2 verbruik bij inspanning

A

arterieel-veneuze zuurstofverschil neemt toe: O2 extractie neemt toe en Hb neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Formule V’O2

A

V’O2 = HMV * (a-v)DO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

RQ

A
RQ = CO2productie/O2opname
- bij koolhydraten 1
- bij vetten 0,7
- bij eiwitten 0,8
Normaal bij rustig ademhaling RQ=0,83
- bij anearobe verbranding >1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Anaerobe treshold

A

Ventilatoire treshold wat je qua O2 opname hebt bereikt, RQ > 1,15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ventilatie bij inspanning

A
  • VT neemt meer toe dan ademfrequentie

- dode ruimte: bij vaker ademhalen met kleiner VT is minder efficiënt dan dieper en minder vaak ademhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Restrictieve longaandoening bij inspanning

A

TLC is beperkt -> op gegeven moment loop je tegen TLC en max Vt aan -> kan je niet meer dieper ademhalen: plateau in Vt -> AF gaat sterker stijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Obstructieve longaandoeningen bij inspanning

A

Dynamische hyperinflatie waarmee de FRC toeneemt omdat de persoon niet genoeg kan afblazen -> Vt begint prima -> loopt tegen TLC aan -> Vt kan niet meer toenemen -> FRC neemt verder toe -> Vt bij max inspanning neemt af

17
Q

Dyspneu Index

A

DI = V’Eact/V’Emax

  • V’Emax = 40*FEV1
  • zegt iets over ventilatoire reserve
  • gezond persoon heeft ventilatoir reserve van 30% (DI=0,6)
  • DI>0,7: reserves worden aangesproken
  • DI = 1: ventilatoire beperking