W4HC4 Nefritisch Syndroom Flashcards
1
Q
Anti-GBM nefritis
A
- antilichamen tegen lichaamseigen antigen (COL4A)
- antigeen ligt in basaalmembraan en IgE’s gaan erop af
- extra capillaire proliferatie
- lineaire depositie IgG’s
- kan ook in de long
- kan leiden tot een crescent
2
Q
Vorming van crescents
A
- ontstekingscellen doorboren het GBM -> geeft enorme prikkeling van epitheelcellen van de podocyten en van het Kapsel van Bowman -> extracapillaire proliferatie van glomerulaire epitheelcellen -> crescent
- kan goed komen door immunosuppresieve behandeling
3
Q
Immunofluorisentie van antistoffen tegen IgG
A
Lineair patroon -> anti-GBM
Plukken onder het endotheel -> postreptococcen
ANCA: geen afwijkingen, IgE’s zitten in de circulatie
4
Q
Poststreptococcen glomerulonefritis
A
- streptokokken eiwitten lopen vast in het BM en geven daar een ontsteking
- circulerende immunocomplexen onder het endotheel, ‘planted antigen’
- oligurie, hematurie, hypertensie
- geven ook crescentic beeld
5
Q
ANCA geassocieerde glomerulonefritis
A
- ANCA antistoffen zijn gericht op het cytoplasma van leukocyten
- activatie granulocyten door circulerende ANCA antistoffen
- witte bloedcellen onrustig -> vasculitis: kan in long, huid, nier
- crescents
- extracapillaire proliferatie
6
Q
Lupus nefritis
A
- chronische immuuncomplexziekte
- antilichamen tegen antinucleaire antigenen
- ziektebeeld afhankelijk van waar immuuncomplexen neerslaan
- crescents
- gewrichtsafwijkingen en huidklachten
- lichtmicroscopie: normale glomeruli met proliferatie aan de rand
7
Q
Nefritisch syndroom
A
- ontstekingsreacties
- hele GBM en filtratiebarrière kapot
- proteïnurie meestal < 3 g/d, zou meer verwachten maar veel glomeruli zijn al kapot en dicht gewoekerd met allerlei cellen
- oligurie, hematurie, oedeem, hypertensie