W5HC10: Harttransplantatie Flashcards

1
Q

Indicatie harttransplantatie

A
  • eindstadium hartfalen
  • optimale conventionele behandeling
  • goede compliance/leefregels/dieet
  • geen andere interventies mogelijk
  • aanzienlijke winst te verwachten in duur en kwaliteit leven
  • behouden nierfunctie, goede longfunctie, geen andere belangrijke pathologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Contra-indicaties

A
  • niet beïnvloedbare pulmonale hypertensie
  • infectie/focus voor infectie
  • nier-/leverinsufficiëntie
  • ernstig vaatlijden buiten het hart
  • diabetes + orgaanschade
  • problemen tav behandeling
  • ziekten met beperkte prognose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symptomen eindstadium hartfalen

A

Vochtretentie, moeheid, dyspneu, slechte eetlust, cachexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschillende gradaties eindstadium hartfalen

A
  1. Thuis in NYHA klasse III
  2. In ziekenhuis afhankelijk van iv inotropica (NYHA IV)
  3. In ziekenhuis afhankelijk van tijdelijke mechanische ondersteuning
  4. Thuis met LVAD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mechanisme ondersteuning circulatie

A

Korte termijn: als brug naar beslissing bij ernstig acuut hartfalen, patiënt transplantabel maken
Lange termijn: als bridge to transplant of als destination therapy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Problemen korte termijn: vereisten primaire functie donorhart

A
  • gezond donorhart
  • goede preservatie
  • korte ischemie duur < 4 uur
  • longvaatweerstand niet te hoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Problemen korte termijn: irreversibele pulmonale hypertensie bij harttransplantatie

A
A. pulmonalis druk omhoog 
-> RV druk omhoog -> dilatatie -> TI
-> RA druk omhoog -> dilatatie -> VC druk omhoog
-> falen RV
-> onvoldoende aanbod LA en RV
-> LA en LV druk omlaag
Low output syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Immunosuppressiva: direct

A

Steroïden, anti-thymocytenglobuline, insluipen immunosuppressiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Immunosuppressiva: bij ontslag

A

Prednison, tacrolimus, mycophenolaat mofetil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolgen immunosuppressiva

A

Infectie, maligniteiten
Nierinsufficiëntie, hypertensie, DM, tremoren, spierkrampen, hirsutisme, osteoporose, gingiva overgroei, cerebrale afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly