W4 - HC5 Vallen bij ouderen: oorzaken en gevolgen Flashcards

1
Q

Hoeveel % van de 70+ ers valt minimaal 1x per jaar en hoeveel % daarvan valt vaker?

A

30% van de 70+ ers valt 1x per jaar.
15% hiervan vallen 2 of meerdere keren per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel % van de ouderen raakt gewond door het vallen?

A

10% ernstig verwond (1-2% heupfracturen), 3-5% andere fracturen en 5% minder ernstig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel % van de ouderen die een val veroorzaken overlijd binnen een jaar?

A

20% overlijd na een val binnen een jaar.
1/3 ervaart een daling in functie en mobiliteit + psychosociale problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn risicofactoren om te vallen?

A
  • Bij jonge mensen: ongelukken.
  • Bij oudere personen:
    > Intrinsieke oorzaken: eerdere val, mediale conditie, cognitieve disfunctie, psychisch functioneren, achteruitgang van zicht, balans en kracht.
    > Extrinsieke oorzaken: drugs, milieu veranderingen en obstakels (in het donker).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor hebben ouderen daling in kracht tijdens ouder worden?

A

Daling spiermassa, vitamine D, witte massa en verandering in peripheral zenuwfunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn verschillende typen neurologische loopstoornissen?

A

Antalgische gang, paretische gang, spastische gang, vestibulaire loopstoornis, atactische gang, hypokinetische gang, voorzichtige gang en functionele loopstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een antalgische gang?

A

Verkorte standfase pijnlijke been. DD: gewrichtsafwijking, lumbosacrale radiculopathie en afwijking voet (bijv. neuroom/eksteroog).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een paretische gang (klapvoet)?

A
  • Enkelzijdig = neuropathie N. peroneus/radiculair L5 of een motorneuron ziekte.
  • Dubbelzijdig = polyneuropathie. Proximaal = waggelende gang.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een proximale paretische gang?

A
  • Enkelzijdig na bijv. heupprothese
  • Dubbelzijdig bij spieratrofie/myopathie. Dan ook moeite met opkomen uit stoel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een spastische gang?

A

Tr. Corticospinalis schade, benen: zwakte buigers, armen: zwakte strekkers, circumductie been (beide scharen) en vleugelen armen.
o Eenzijdig: cerebrale lesie (bijv. CVA).
o Tweezijdig:
 Cervicale/thoracale myelopathie, vaak ook sensore problemen.
 Spastische paraplegie (erfelijk).
 Infantiele encephalopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een vestibulaire loopstoornis?

A

Ernstige balansstoornis, breed gangspoor, deviatie naar een zijde, steun zoeken. Uitval: vallen naar aangedane zijde en prikkelen: vallen naar andere zijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een atactische gang?

A

Wisselend breed gangspoor, wisselend variabele staplengte. Onderscheid: sensorische atactische gang, cerebellaire atactische gang en frontale atactische gang (onderdeel hypokinetische gang).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe maak je onderscheid tussen een sensorische en cerebellaire atactische gang?

A
  • Sensorische atactische gang: verminderde proprioceptie > perifeer zenuwstelsel en achterstreng ruggenmerg. Visuele compensatie en gestoorde proef van Romberg.
  • Cerebellaire atactische gang: minder verergering bij ogen sluiten > oogbewegingsstoornissen, dysartie en ataxie (dronkenman’s beeld).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een hypokinetische gang?

A

Trage en schuivende looppatroon, kleine passen, verminderde staphoogte en weinig meebewegen armen. Velerlei aandoeningen: bekendste M. Parkison.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is parkinsonismen?

A

Multisysteem atrofie, corticobasale degeneratie, progressieve supranuclear palsy, vasculair parkinsonisme en frontale atactische gang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het gevolg van te hoge BD?

A

Vasodilatatie > vermindering HF en contractiliteit hart. Baroreceptoren werken minder goed bij oudere mensen en bij mensen met atherosclerose.

17
Q

Wat is orthostatische hypertensie?

A

Afname van 20 mmHg SBP en/of 10 mmHg DBP binnen 3 minuten staan. Kan secundair zijn aan cardiovasculaire problemen, lage intravasculaire volume en eventuele autonome disfunctie.

18
Q

Wat is syncope?

A

Is een T-LOC, ontstaat snel en wordt veroorzaakt door globale cerebrale hypoperfusie gekarakteriseerd door: snel begin, korte duur en spontaan volledig herstel.

19
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van een syncope?

A

Cardiale (HF, longembolie) probleem bedrading (aortastenose) maar ook factoren die invloed hebben op BD-regulatie zoals volumedepletie, medicatie (teveel B-blokker > vertragen HF) maar ook een overgevoeligheid van baroreceptoren.