W1 - HC3 Diagnostiek en behandeling van hypercortisolisme Flashcards

1
Q

Wat zijn voorbeelden van ACTH-afhankelijke syndroom van Cushing?

A

Hypofyse adenoom en ectopische ACTH productie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn voorbeelden van ACTH-onafhankelijke syndroom van Cushing?

A

Bijnier adenoom, bilaterale bijnier hyperplasie en bijnier carcinoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onderscheid tussen hypercoritsolisme kan gemaakt worden op basis van?

A

ACTH afhankelijk of onafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn vaak lichamelijke veranderingen bij het syndroom van Cushing?

A

Buffelo hump (vet opslag in rug) en moon face (vet opslag in gezicht), meer kans op osteoporose en centrale adipositas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn veranderingen die optreden bij syndroom van Cushing?

A
  • Verandering lichaamssamenstelling (abdominaal vet neemt toe)/atrofie spier- en huidweefsel en botaanmaak wordt geremd > osteoporose.
  • Secundaire hypertheoridie geven, LD/FSH remming en androgeenproductie leidt tot acne productie bij vrouwen.
  • Depressie, psychose, geheugenstoornissen en slapeloosheid.
  • Obesitas, hypertensie, DM en dislipidemie > HVZ.
  • Verhoogde stollingsneiging: stollingscascade geactiveerd en factoren die remmen zijn geremd > disbalans > verhoogde kans veneuze trombose en longembolie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe diagnosticeer je syndroom van Cushing?

A
  • Vaststellen van hypercortisolisme > wanneer/hoe evalueren?
  • Differentiëren van pseudo-Cushing syndroom.
  • ACTH-afhankelijk syndroom van Cushing > differentiëren tussen hypofysaire en ectopische oorzaak.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat valt onder de prevalentie van klinische kenmerken van syndroom van Cushing?

A

Centrale adipositas, plethorisch gelaat, glucose intolerantie, spierzwakte, hypertensie, psychopathologie, hematomen, hirtuisme, oligo- of amenorrhoe, abdominale striae, oedeem en osteoporose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer screenen voor syndroom van Cushing?

A
  • Aanwezigheid van meerdere en progressieve symptomen.
  • Ongebruikelijke symptomen in relatie tot leeftijd.
  • Therapie-resistentie DM en/of hypertensie.
  • Patienten met een bijnierincidentaloom.
  • Kinderen met groeiretardatie (veel aankomen, weinig groeien).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er voor eerste lijnsscreeningstest voor CS?

A
  1. Cortisol excretie in 24h urine: 2-3 verzamelingen, beperkte sensitiviteit en niet als enige test gebruiken.
  2. 1 mg dexamethason suppressie test: cut-off waarde: 50 nmol/l (1,8 ug/dl).
  3. Middernachts speeksel cortisol concentratie: wordt niet beïnvloed door CBG waarden en hoge sensitiviteit & specificiteit.

(Cortisol op laagst rond middernacht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor kan waarde van cortisol fout worden geinterpreteerd?

A

Bloed contaminatie, shiftwerk, leeftijd en co-morbiditeiten (DM/hypertensie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is pseudo cushing syndroom?

A

Conditie die gepaard gaat met activatei van hypofyse bijnieras, er is geen syndroom van Cushing/bijniertumor maar een hoger setpoint door bepaalde stimulus.
Kan ook door een chronische/psychiatrische stoornis, drug/alcohol verslaving, zwangerschap en slecht gecontroleerde diabetes zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe maak je onderscheid tussen pseudo cushing en ziekte van cushing?

A

Speeksel cortisol afnemen, screenen of er bekende oorzaken zijn zoals obesitas, alcoholisme of psychiatrische problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer doe je een bilaterale sinus petrosus inferior sampling ?

A
  • Hypofyse leasies < 6 mm
  • Niet zichtbaar hypofyse adenoom.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn oorzaken van ectopisch ACTH syndroom?

A

Long neuroendocriene tumor, onbekend, neuroendocriene tumor of gastrinoom (meest voorkomende).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kunnen acute complicaties zijn van ectopische ACTH syndroom?

A
  • Infecties > ernstige sepsis en opportunistische infecties.
  • Thromboembolische complicaties.
  • Ernstige hypertensie en hypokaliemie.
  • Psychiatrische complicaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een behandeling van de ziekte van Cushing?

A
  • Transphenoidale adenomectomie is eerste keus behandeling.
  • Remissie % na chirurgie varieert tussen 60-90%, echter recidief kans 25%.
  • Recidief na transsphenoidale adenomectomie:
    > Microadenoom (5-10% na 5 jaar en 10-20% na 10 jaar).
    > Macroadenoom (12-45% na 1,5 jaar).

10.13

17
Q

Wat doe je indien de ziekte van Cushing weer terugkomt?

A
  • 2e transsphenoidale operatie: lagere kans op remissie en risico op hypopituitarisme.
  • Radiotherapie: remissie bij 60-80%, lange periode voordat remissie bereikt wordt (gem. 12-24 maanden) en vaak ontwikkeling hypopituitarisme.
  • Bilaterale bijnierextirpatie: onmiddelijke controle hypercortisolisme, levenslange gluco- en mineralcorticoid subsitutie en risico op acute bijnierisnufficientie.