W4 - HC4 The Geriatric Giants Flashcards

1
Q

Wat is een delirium?

A

Syndroom van acute verwardheid gekarakteriseerd door afwezigheid die fluctueert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kunnen triggers zijn voor een delirium?

A

Infectie, operatie en medicijnen.
Hoog risico medicijnen: anticholinergica, antihistamine, benzodiazepines en dopamine agonisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor risico’s hebben mensen met een delirium?

A

Verhoogde kans om binnen 1-3 jaar te overlijden, herstellen slecht > cognitieve stoornissen en disfunctie. Ook liggen ze langer in het ziekenhuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe duidt de behandeling van geriatric giants?

A
  • Interventie zonder medicijnen: verwijderen of modificeren van contributing factoren.
  • Interventie met medicijnen (e.g. antipsychotics): verminderen van symptomen of hyperactiviteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het potentiele effect van een alfa1-binding?

A

Orthostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het potentiele effect van een histamine-binding?

A

Gewichtstoename en anesthetica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het potentiele effect van een muscarine-binding?

A

Potentiele anticholinerge effecten, geheugentekort en mogelijk terugkerende symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat dementie en hoe verloopt het?

A

Ontstaat chronisch (>6 maanden/jaren), beginnende fase nog geen aandacht stoornissen. Syndroom gekenmerkt door geheugenklachten en apraxie (vergeten hoe dingen werken). Veroorzaken functieverlies en in latere stadium verandering van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voorbeelden van corticale symptomen?

A

ST geheugenverlies, normaal denken, agnosia en apraxia.
Ziekten zoals: Alzheimer, Frontotemporale dementie, Lewy body dementia en/of Creutzfeldt-Jakob.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn voorbeelden van subcorticale symptomen?

A

Langzaam denken, geheugenverlies, apathy en depressie.
Ziekten zoals: Vasculair, hydrocephalus, toxic, metabool en AIDS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke labwaarden vraag je aan bij dementie?

A

Hb, Ht, ery’s, glucose, Na, Ca, ASAT, ALAT, GGT, LDH, AF, Creat, TSH, vitamine B1, B6, B11, B12 en albumine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de gouden standaard voor structurele informatie over het brein > atrofie?

A

MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is aangedaan bij de ziekte van Alzheimer?

A

Hypocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe worden gaten in de hersenen ook wel genoemd?

A

Lacunaire infarcten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe maak je onderscheid tussen ziekten beelden zoals alzheimer, vasculaire dementie en parkison?

A
  • Alzheimer heeft een geleidelijk beloop.
  • Vasculaire dementie verloopt trapsgewijs.
  • Parkison verloopt flucturerend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly