W13HC4: De geriatrische patiënt Flashcards

1
Q

Geriatrische patiënt

A

Oudere patiënt die door een veelvoud van stoornissen in lichamelijk en/of geestelijk functioneren, al dan niet icm een ontregelde sociale situatie, een complex ziektebeeld vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken geriatrische patiënt

A
  • hoge prevalentie leeftijdsspecifieke aandoeningen
  • snelle achteruitgang
  • verminderde reconvalescentie/mogelijkheid tot herstel
  • atypische ziektepresentatie
  • somato-psycho-sociale verwevenheid
  • multipathologie/complexe pathologie
  • toename complicaties
  • verminderde homeostase
  • veranderde farmacokinetiek/dynamiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geriatrisch model

A
  • integrale holistische benadering
  • patiënt als geheel is het primaire onderwerp van beschouwing
  • geriatrisch onderzoek
  • multidisciplinair team
  • aandacht voor de belastbaarhied
  • behoud of herstel van zelfredzaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat maakt het anders?

A
  • vaker visuele/auditieve uitdagingen
  • soms meer afhankelijk van hetero-anamnese
  • soms zien patiënten zelf het probleem niet
  • door veelheid problemen soms lastig om verhaal te structureren
  • meer tijd nodig om uit/aan te kleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Frailty

A

Een staat van leeftijdgerelateerde fysiologische kwetsbaarheid resulterend in verminderde homeostatische reserve en minder mogelijkheden om weerstand te bieden aan stress
Criteria: gewichtsverlies, uitputting, verminderde lichamelijke activiteit/loopsnelheid/handknijpkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Levensverwachting

A
  • geboorte: 80 vs 83,3
  • 65: 18,8 vs 21,3
  • 80: 8,2 vs 9,7
  • 90: 3,9 vs 4,6
  • 99: 2,0 vs 2,4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Depressie

A
  • 2-3% vd ouderen

- vd 1500 mensen die jaarlijk zelfmoord pleegt, is een 3e ouder dan 60.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eenzaamheid

A

200.000 ouderen. Door verlies van partner of vrienden, verminderde mobiliteit en kleine sociale netwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly