W10HC2: Werkingsmechanisme ACTH en cortisol biosynthese Flashcards
Opbouw cortex bijnier
- zona glomerulosa: maken aldosteron, afgifte geregeld door AngII en K+
- zona fasciculata: maken cortisol, geregeld door ACTH
- zona reticularis: maken androgenen, geregeld door ACTH
Medulla
Daar worden catecholamines gemaakt: (nor)adrenaline
Biosynthese van bijniersteroïden
- LDL bindt aan LDLR op de bijniercel -> clustering van receptoren -> wordt geïnfagineerd -> in bijniercel komt cholesterol vrij
- StAR zorgt dat cholesterol gebonden wordt en over het mitochondriale membraan wordt getransporteerd
- daar komt het in contact met CYTP450 cleavage enzym (snelheidsbepalende stap
- deel omzetting in mito, deel in gladde ER
- een aantal enzymen zorgen uiteindelijk voor omzetting precursors
Omzetting cholesterol naar aldosteron
- eerste precursor is pregnenolon, hydroxylatie en oxidatieve stappen vinden plaats, wordt gedaan door CYTP450SCC/CYP11A
- na allerlei stappen omzetting tot corticosteron
- dan omzetting van CYP11B2 (zit alleen in de zona glomerulosa) tot aldosteron
- zona glomerulosa heeft geen CYP17 waardoor er geen cortisol gevormd zal worden
Omzetting cholesterol naar cortisol
- ook vanuit pregnenolon
- CYP17 zit in de binnenste en middelste laag, zet pregnenolon om
- CYP11B1 (niet in binnenste laag) zet 11-deoxycortisol om naar cortisol
Omzetting cortisol naar androgenen
- nog een extra cofactor aanwezig, b5, naast CYP17, en zorgt ervoor dat androgenen gevormd kunnen worden
CRH stimulatie
CRH bindt aan membraan receptor -> activeert second messenger systeem -> AC -> cAMP vorming -> PKA productie -> meer calcium de cel in -> ACTH afgifte door cel -> in bloedbaan -> bindt in bijnierschors aan membraanreceptor -> AC -> cAMP -> PKA -> stimulatie P450SCC afgifte en synthese enzymen
Cortisol
- glucocorticoïd
- steroïdhormoon: werkt via kernreceptoren
- beïnvloed glucose, eiwit en vet metabolisme
- remt eiwitsynthese in weefsels
- stimuleert hebruik van vetzuren als energiebron en verlaging gebruik van glucose
- stimulering vd lever tot gluconeogenese en verhoging bloedglucose spiegel
Regulatie aldosteron afgifte
- mineralocorticoïde
- aldosteron stimuleert de uitscheiding van K en Na reabsorptie -> bloeddruk verhogend
- door bloeddruk afname -> minder renine aanmaak -> angiotensinogeen wordt omgezet tot AngI -> AngII -> stimuleert aldosteron aanmaak
- meer kalium excretie -> minder plasma K -> minder aldosteron
Cortisol kan binden aan aldosteron receptoren
- hebben 6 ring structuur en lijken daardoor op elkaar
- er is veel minder aldosteron dan cortisol, dus als aldosteron bindt maakt het niet zoveel uit
- cortisol kan aan de mineralocorticoïde receptor binden: in de nier zit HSDII, dat cortisol omzet tot cortison: biologisch inactief
- veel te veel cortisol -> enzym verzadigd -> cortisol toch binden aan receptor
Prednison
wordt herkent als cortisol -> minder ACTH -> minder cortisol en androsteendion afgifte -> hypofunctie bijnierschors -> te weinig cortisol om de stress respons te onderhouden
Catecholamines aanmaak in de bijniermerg
- wordt gevormd uit L-tyrosine -> omgezet tot dopamine -> in granulae omgezet tot noradrenaline -> exocytose
- > of noradrenaline wordt omgezet tot adrenaline
- stimulatie door angst, boosheid, stress, bloeding, hypoxie, hypoglycaemie