W11HC5: Diagnostiek en behandeling hyperthyreoïdie Flashcards

1
Q

Thyreotoxicose en hyperthyreoïdie

A

Thyreotoxicose: schildklierhormoonspiegels zijn toxisch hoog in het bloed
Hyperthyreoïdie: thyreotoxicose agv overmatige schildklierhormoonproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorzaken thyreotoxicose

A
  • ZvG
  • thyroïditis
  • hete nodus (toxisch adenoom)
  • multinodulair struma
  • jodium geïnduceerd
  • factitia (exogeen schildklierhormoon)
  • TSHoma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diagnostiek

A

TSH meten
- te laag -> T4 meten -> hoog -> thyreotoxicose
Lab TSHR antistoffen: Graves
123-I scintigraphy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

123-I scintigraphy

A

Gemarkeerd jodium

  • als de schildklier aankleurd: normaal
  • veel meer intens: Graves
  • geen opname: thyroïdits
  • sommige delen meer opname dan anderen: multinodulair struma
  • 1 zwart vlekje: autonome toxische nodus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Medicamenteuze behandeling Graves

A
  • strumazol (remt jodering), PTU, bètablokkers
  • milde bijwerkingen: jeuk, lost zichzelf meestal op
  • ernstige bijwerkingen: agranulocytose, leverfalen (vaker bij PTU)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Behandeling Graves radioactief jodium

A

Vernietigt schildklierweefsel door bèta-straling

  • traag effect, kans op tijdelijke stijging T3 en T4
  • bijwerkingen: pijn in de hals, verslechtering orbitopathie, risico primaire hypthyreoïdie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Thyreoïdectomie

A

Indicaties: overgevoeligheid thyreostatica, bezwaren tegen radioactief jodium, zwangerschap, groot struma, persoonlijke voorkeur
Complicaties: hypoparathyreoïdie, n. recurrens verlamming, hypothyreoïdie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Block-and-replace

A
  • blokkeren hele schildklier met strumazol, dan schildklierhormoon geven alsof diegene geen schildklier heeft: 1-1,5 jaar behandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Orbitopathie niet-actief

A
  • niet meer ingrijpen met imuunmodulerende middelen

- oedeem en roodheid verdwijnen, zwelling en ooglidretractie kunnen afnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nodulaire schildklierafwijkingen

A

Solitaire nodus
- non-toxisch
- toxisch: behandelen met radioactief I
Multinodulair struma
- non-toxisch: alleen behandeling bij mechanische klachten
- toxisch: sommige delen werken te hard, anderen niet -> radiactief I, lage dosering strumazol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beloop thyreoïditis

A
  • schildkliercellen gaan kapot
  • voorraad schildklier wordt uitgestort in bloed
  • hoge concentratie FT4, onderdrukking TSH
  • langzaam wordt het geklaard, kan doorschieten naar hypo, herstelt uiteindelijk naar euthyreoïdie
  • symptomen; pijnlijke schildkliervergroting, koorts, hoge bezinking bloed, verhoogd CRP, spontaan herstel in weken-maanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling

A

Thyreotoxische fase: expectatief; bètablokker, TSH check elke 6 weken
Hypothyreote fase: overweeg levothyroxine bij symptomen of TSH < 10mU/L, jaarlijkse TSH check

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly