W13HC2: Genetica van veroudering Flashcards

1
Q

DNA variatie bestuderen voor

A
Biologie
- mechanisme; oorzaak ziekte begrijpen
- behandeling: het vinden van nieuwe drug targets
Predictie
- diagnostiek met stabiele marker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mono-genetische ziekte

A
  • ernstig fenotype
  • vroege openbaring
  • zeldzaam
  • Mendeliaanse overerving
  • oorzaak: mutaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Complexe ziekte

A
  • mild fenotype
  • late openbaring
  • veelvoorkomend
  • complexe overerving
  • oorzaak: veel verschillende DNA variaties die samen leiden tot een verhoogd risico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DNA variaties

A
  • SNP: enkele base die verschilt in de populatie
  • IN/DEL variatie
  • CNV: verschillend aantal kopieën van hetzelfde stik DNA
  • VNTR: verschillend aantal herhalingen van korte stukjes DNA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Direct-to-consumer

A
  • bedrijven die DNA analyses verkopen aan de consument
  • claimen dan ze je risico op een ziekte kunnen voorspellen
  • bij zeldzame ziektes worden niet alle mutaties getest -> kans op FN
  • veel voorkomende ziektes: mensen snappen risico niet echt
  • willen klinisch getest worden om de testen te verifiëren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Polygenetische risico scores

A
  • genetische varianten gevonden in GWAS
  • elke variant heeft een klein effect op een ziekte
  • PRS opgeteld van al deze varianten in 1 variabel: geeft een risico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Associatie studies in grote populaties

A
  • scannen het genoom af voor SNPs
  • uitkomst analyseer je
  • selecteren SNPs die gelinkt zijn met de ziekte en reduceert die dan in andere cohorten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly