W11HC10: Pathologie van schildklieraandoeningen Flashcards
1
Q
Herkomst schildklier
A
Ontstaat door instulping uit de tong, endodermaal en dan groei het embryo eromheen
2
Q
Groei/vorm afwijkingen
A
- diffuus en multinodulair struma: door wisselend vraag en aanbod en een jodiumtekort
- adenomen: kunnen metaplasie vertonen, cytoplasma dan gekorreld en cellen gaan centraal liggen
3
Q
Papillair schildkliercarcinoom
A
- meest frequente vorm
- herkennen aan Orphan Annie’s eye nuclei: opheldering in de kern en kerngroeven
- meestal lymfogene metastasering
- bouwplan: papillen
4
Q
Anaplastisch carcinoom
A
- zeer snelgroeiende tumor, met necrose en veel atypie, hoge mitose index
- vaak mutaties in P53 gen
- sterfte vooral door locale doorgroei
5
Q
Folliculair schildkliercarcinoom
A
- vaker voor bij jodium deficiëntie
- onderscheid met folliculair adenoom berust op kapseldoorbraak en vasoinvasie