W12HC8: Behandeling met osteoporose Flashcards
Niet medicamenteuze behandeling
- stimuleren beweging en inactiviteit vermijden
- niet roken en gene overmatig alcohol
- niet te veel afvallen -> minder belasting bot -> meer afbraak
Preventie fracturen
- valpreventie
- vermindere valimpact
Antiresorptiva: oestrogenen
Fractuurrisico is verlaagd, maar verhoogd risico op mammacarcinomen en HVZ -> niet meer gegeven
Antiresorptiva: SERMs (raloxifene)
Werken op bepaalde weefsels als oestrogeen agonist en bij andere als antagonist -> reductie risico borstkanker
Zorgt voor reductie wervelfracturen, geen reductie andere fracturen
Bisfosfonaten
- remmen functioneren clasten
- verlaging botturnover: minder BMU’s, minder diepe resorptie putjes
- lichte stijging BMD en verbetering microarchitectuur
Bijwerkingen bisfosfonaten
- maagdarmklachten
- osteonecrose van de kaak
- mogelijke relatie met atriumfibrillatie
- atypische fracturen
Denosumab
Antilichamen tegen RANKL, voorkomt binding van RANKL en zo osteoclast vorming, functie en overleving.
BMD blijft stijgen, aantal nieuwe fracturen blijft laag
Bij stoppen -> overshoot, toename in botturnover en winst BMD ben je snel kwijt
Anabolica: teriparatide
- van PTH afgeleid
- als je PTH intermitterend geeft is de aanmaak hoger
- stijging BMD tot 10% en reductie nieuwe fracturen
- mag max 2 jaar toedienen
Anabolica: romososumab
- sclerostine antilichaan
- minder fracturen en betere BMD
- meer HVZ bijwerkingen, niet geven bij risico patiënten