VO 9.1 Pathologie van het kleincellig en niet-kleincellig longcarcinoom Flashcards
Waar bevinden kleincellige longcarcinomen zich vooral?
Centraal
Welke delen van de geleidende luchtwegen bevat kraakbeen?
Bronchus heeft kraakbeen, een bronchiolus heeft geen kraakbeen meer.
Hoe zien type 2 pneumocyten eruit en waar liggen ze vooral?
Type 2 pneumocyten zijn wat groter en ronder en liggen meestal in driehoeken.
Wanneer is het een AIS en wanneer is het een AAH?
Als de afwijking kleiner is dan 5 mm dan is het een AAH.
Wat zien we bij een kleincellig carcinoom gebeuren in de cellen?
Witte weggetjes langs de cel, dat ze als puzzelstukjes in elkaar passen = kernmoulding.
Hoe komt het dat je een asbestnaaldje in de long kunt herkennen?
Asbestnaaltje zit langdurig in de long, die beschadigd de vaten, rode bloedcellen gaan kapot, ijzer komt in de long, ijzer en lucht gaan roesten. Hierdoor kun je de asbestnaalden herkennen.
Waaruit kunnen adenocarcinomen ontstaan? En waar bevinden adenocarcinomen zich vooral?
De adenocarcinomen ontstaan niet alleen uit de cilindrische cellen maar ze kunnen ook ontstaan uit de pneumocyt. Adenocarcinomen zitten vooral aan de zijkant van de long tegen de pleura aan.
Met welke kleuring kun je slijm aankleuren?
PAS-kleuring
Wat zijn de kenmerken van een mesothelioom?
- Tumor uitgaande van de longvliezen = pleura
- Groeit diffuus over de pleura
- Gaat uit van mesotheelcellen
- Veroorzaakt door asbest
- Latentietijd 25-40 jaar na expositie
- Geen relatie met roken
- Presenteert met pijn
- Gaat vaak gepaard met pleuravocht
Welke 3 histologische hoofdvormen van een mesothelioom zijn er?
- Epitheliaal: Lijkt op adenocarcinoom (maar maakt geen slijm)
- Sarcomatoid (bindweefselstreng achtig): Spoelcellig
- Bifasisch: Combinatie van epitheliaal en sarcomatoid