HC 11.5 Systemische therapie maligniteiten tractus digestivus Flashcards
In welke sectoren zien we systemische therapie?
Tegenwoordig komt systemische therapie in alle sectoren terug, het kan terugkomen in curatieve setting, niet-curatieve setting. Ook bij lokale ziekte en bij gemetastaseerde ziekte.
Wat zijn de bijwerkingen van chemotherapie?
Bijwerkingen chemotherapie:
- Diarree: soms tot wel tien keer per dag.
- Hand-voet syndroom: de handen en voeten staan in brand en zijn erg rood.
- Ernstige mucositis: verbranding van het slijmvlies.
- Huidtoxiciteit: zoals acne, krentenbaard of pus.
- Polyneuropathie: pijn, tintelingen, spierzwakte in handen en voeten.
In welke settingen geven we systemische therapie bij het colorectaal carcinoom?
We geven systemische therapie bij colorectaal carcinoom: adjuvant, inductie, levensverlengd (palliatief).
Vind je het voorschrijven van adjuvante chemotherapie in onderstaande gevallen gerechtvaardigd?
1. Met chemotherapie zijn 13/100 patiënten na 5 jaar in leven, 67/100 hadden chemo “niet nodig”
2. Met chemotherapie zijn 2/100 patiënten na 5 jaar in leven, 86/100 hadden chemo “niet nodig”
Adjuvante chemotherapie is alleen bij de eerste gerechtvaardigd. De kans op bijwerkingen is 80%. Als je zegt dat je patiënten gaat behandelen dan behandel je de gehele groep. Je behandeld in de eerste situatie 100 patiënten om 13 patiënten te redden, in de tweede situatie red je er maar 2 mee. In Nederland wordt aangehouden dat een winst van >3% genoeg reden is om te behandelen.
Wat is het effect van inductie therapie bij curatief colorectaal carcinoom?
Bij inductietherapie wordt geprobeerd de tumor resectabel te maken. In 20% van de gevallen lukt dit. De patiënten die een resectabele tumor hebben door inductietherapie hebben een 5-jaarsoverleving van 33%.
Wat is de prognose bij onbehandeld niet-curatief CRC? En wat als die wel wordt behandeld?
Prognose onbehandeld: 6-8 maanden overleving. Met systemische therapie wordt gestreefd naar levensverlenging en/of palliatie. Prognose behandeld: ± 24 maanden overleving.
Wat zijn de toegepaste therapieën voor niet-curatief CRC?
- Chemotherapie: fluoropyrimidines, irinotecan, oxaliplatin, taxanen.
- Doelgerichte therapie: VEGF-inhibitie (Bevacizumab), EGFR-inhibitie (Cetuximab, Panitumumab), BRAF-inhibitie (Encorafenib).
- Immunotherapie: pembrolizumab.
Wat zijn de werkingsmechanismen van de verschillende chemotherapieën voor het colorectaalcarcinoom?
- Fluoropyrimidines: anti-metabolieten, er vindt geen DNA-synthese meer plaats
- Irinotecan: remt DNA replicatie
- Oxaliplatin: zorgt voor crosslinks waardoor het DNA ook niet meer vermenigdvuldigd kan worden
- Taxanen: werken op microtubuli, waardoor er geen mitose meer is.
Wat zijn de nadelen en voordelen van de systemische behandeling bij niet-curatief CRC?
Nadelen van de behandeling: tijd in ziekenhuis, bijwerkingen, kosten (van chemotherapie vallen de kosten mee, de nieuwe behandelingen zijn duur (Targeted therapie, immunotherapie). Voordelen van de behandeling: vermindering klachten, levensverlenging, hoop.
Wanneer behandeling starten? Direct bij diagnose? Afwachten op klachten?
- Doel van een palliatieve behandeling is klachten verminderen. Dus dit geef je niet als patiënt geen klachten heeft.
- Als de chemo zorgt voor een significante kans op langere overleving (2-3 maanden), dan kun je het overwegen op basis van de wensen en conditie van de patiënt.
- Je moet het dus individualiseren: aard metastasen, leeftijd/conditie, behandelwens.
Wat is de ECOG performance score?
Hoe werkt Bevacizumab?
Bevacizumab: remt bloedvatvorming
- Antistof die bindt op de VEGF-receptor bindt, hierdoor vindt de nieuwvorming van bloedvaten niet meer plaats.
Hoe werken cetuximab en panitunumab?
Cetuximab, Panitumumab: remmen proliferatie
- Geef je via het infuus
- Remt de EGFR-receptor
- Je hebt nog eiwitten down-stream van de receptor (zoals het RAS, BRAF en MEK) waar ook mutaties kunnen zitten, hierop kun je ook ingrijpen. De tumor kan ook zorgen voor negatieve feedback loops waardoor de EGFR-receptor weer extra wordt geactiveerd. Daarom combineren we deze targeted therapie. Dus dan remmen we de receptor en de eiwitten waar de mutaties in zijn ontstaan.
- Daarnaast zien we dus doordat er negatieve feedback loops ontstaan, dat als we BRAF remmen en de EGFR-receptor niet, dat dat dus totaal geen zin heeft. Dus dat is ook een reden van de combinatie.
Hoe werkt immunotherapie?
- De T-cellen gaan echt op zoek naar de kankercellen
- Alleen toepasbaar in immunogene tumoren
- Nadeel auto-immuunziekten. De ernstige bijwerkingen komen minder vaak voor dan bij chemotherapie. Monotherapie: 20% kans op bijwerkingen, gemixte therapie: 35-40% kans op bijwerking.
- Colorectaal carcinoom zit ook wel in de hoge groep, dus gevoelig voor immunotherapie.
- Lynch tumoren hebben een grote gevoeligheid voor immunotherapie. Lynch tumoren ontstaan door fouten in het mismatch repair systeem, het zorgt voor microsateliet instabiliteit. De mensen die wel de mismatches kunnen repareren hebben bijna geen effect van de immunotherapie. MSI tumoren zijn 5% van de CRC. Maar bij die mensen zien we aanzienlijke toename van de overleving.
Waar grijpen CTLA-4 remmers en PD-1 remmers op in?
CTLA-4 remmers grijpen in op de interactie tussen de dendritische cel en de T-cel. PD-1 remmers grijpen in op de interactie tussen de T-cel en de tumorcel.