VO 12.1 Microscopische anatomie: pathologie van het bot Flashcards

1
Q

Waar tref je bloedvaten in het botweefsel (corticaal, trabeculair)? Wat is de verklaring voor deze verdeling van bloedvaten?

A

Alleen het corticale botweefsel heeft bloedvaten. Geen bloedvaten in het trabeculaire bot omdat dit zou zorgen voor minder stevigheid. Het trabeculaire bot krijgt voedingstoffen via diffusie vanuit het beenmerg en via canaliculi, omdat de afstand daartussen kort is. Bij het corticoïd is de afstand daartussen groter, daarom heb je daar wel bloedvaten en het laatste stuk gaat via de canaliculi.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kun je rondom iedere trabekel osteoblasten en osteoclasten vinden?

A

Nee, ze zijn niet bij elke trabekel aanwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat valt er op aan het beeld bij osteoporose?

A

Trabekels worden smaller en minder connecties tussen de bottrabekels. Ook de cortex wordt smaller. Geen verschil in aanwezigheid van osteoclasten en osteoblasten. Het proces van osteoporose gaat zo langzaam dat je dat niet terug ziet in osteoclasten en osteoblasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is er op dit plaatje sprake van een primaire of secundaire hyperparathyreoïdisme

A

Als je primaire hyperparathyreoïdisme hebt dan heb je veel PTH productie en zal je veel Ca2+ hebben, hierdoor wordt je osteoïd gemineraliseerd. Een secundaire hyperparathyreoïdisme kan komen door een tekort aan calcium en daarom zie je meer osteoïd omdat er minder calcium is voor de mineralisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is osteomalacie? En wat zijn de oorzaken?

A

Osteomalacie wordt ook beschreven als verzachting van botweefsel en wordt gekenmerkt door een relatieve toename van ongemineraliseerd osteoid. Osteomalacie kent verschillende oorzaken zoals hypocalciemie, afname van actief vitamine D3 of bijschildklier afwijkingen. Bij kinderen wordt osteomalacie ook wel rachitis genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de ziekte van Paget?

A

De ziekte van Paget wordt gekenmerkt door een sterk verhoogde bot ombouw. Een hypothese van het ontstaan van de ziekte van Paget is een virale infectie van de osteoclasten. De ziekte van Paget kent klinisch 3 fasen: osteolytisch (virus stimuleert de osteoclasten) – balans –osteosclerotisch (de osteoblasten slaan door).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er met de osteoblasten en -clasten bij osteomalacie door tekort van vitamine D3?

A

Osteoblasten en osteoclasten blijven gelijk, maar er is een stoornis in de mineralisatie opgetreden. Dus het osteoïd is toegenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met de osteoblasten en -clasten bij osteomalacie door secundaire hyperparathyreoïdie?

A

Toename van osteoclasten door PTH en een kleine toename van osteoblasten om het bot te herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met de osteoblasten en -clasten bij de Ziekte van Paget?

A
  • Meer osteoclasten: ze zijn ook veel groter en hebben ook meer kernen.
  • Meer osteoblasten: nu niet heel smal, maar heel groot dus actief (actieve osteoblasten kunnen wel 5x groter worden dan inactieve).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van corticaal bot en wat is die van trabeculair bot?

A

Corticaal bot zorgt voor de stevigheid, het trabeculair bot speelt een rol bij de botstofwisseling en heeft minder/geen draagkracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is kenmerkend aan de Goldner kleuring?

A

Goldner kleuring: gecalcificeerd weefsel wordt groen, het andere weefsel oranje. Kleurt oranje omdat het rijk is aan collageen type 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noem je intra-membraneuze verbening ook wel?

A

Desmale verbening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor botweefsel is het osteoïd?

A

Osteoïd is niet gemineraliseerd botweefsel. Tegen het osteoïd aan liggen de osteoblasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de zure fosfatase kleuring?

A

Zure fosfatase kleuring: kleurt osteoclasten rood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de thionine kleuring?

A

Thionine kleuring: osteoïd lichtblauw en bot paars. Maakt dus ook het verschil tussen gecalcificeerd en niet-gecalcificeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zit er tussen het trabeculair bot?

A

Tussen het bot zitten vetcellen en cellen voor de hematopoëse.

17
Q

Waar spelen de osteocyten een grote rol bij?

A

Osteocyten spelen een grote rol bij de signalering van krachten op het bot.

18
Q

Hoeveel procent van je bot is osteoïd?

A

< 2% van je bot is osteoïd de rest is hard bod. < 20% van je trabekels wordt omgeven door osteoïd.

19
Q

Waarom heeft de crista iliaca een dunne cortex?

A

De crista iliaca heeft een dunne cortex omdat het maar weinig draagkracht heeft.

20
Q

Wat is kenmerkend aan de ziekte van Paget?

A

Op sommige plekken te veel opbouw en op sommige plekken te veel afbraak.
Komt door een virus, dus je ziet ook nog wat lymfocyten en je ziet bindweefselvorming.
Je ziet reuze-osteoclasten en versterkte osteoblast activiteit. Je ziet door de versterkte afbouw en opbouw, actieve kitlijnen.