HC 12.6 Risicofactoren voor osteoporose Flashcards
Wat is de definitie van osteoporose?
Osteoporose is een afwijking van het gehele skelet gekenmerkt door een verlaging van de botmassa en een verlies in de onderlinge samenhang van botbalkjes resulterend in een verhoogde kans op een fractuur. De botbalkjes zijn smaller en de samenhang tussen de botbalkjes is verminderd.
Hoe vaak komt osteoporose voor in Nederland? Hoeveel wordt daarvan gediagnosticeerd en behandeld?
800.000 – 1.000.000 mensen in Nederland met osteoporose. Daarvan is 80% vrouw en 20% man. Maar 20% van de mensen wordt gediagnosticeerd met osteoporose en daarvan wordt maar 20% adequaat behandeld.
Wat zijn de meest voorkomende fracturen? En komen de fracturen vaker bij mannen of vrouwen voor?
Meest voorkomende osteoporotische fracturen: wervel, heup en pols. Vrouwen hebben omdat osteoporose daarbij vaker voorkomt, meer fracturen. Wat wel opvalt is dat mannen veel minder vaak een polsfractuur hebben. En het aantal fracturen neemt toe naarmate je ouder wordt.
Wat zijn de klinische gevolgen van wervelfracturen?
- Acute en chronische pijn: door de zwelling die ontstaat, die gaat wel weg maar bij sommige mensen blijven de pijnklachten bestaan. Dit komt omdat de stand van de wervelkolom veranderd, en hierdoor komen er krachten op structuren die daar niet voor geschikt zijn.
- Kyphose
- Lengteverlies
- Afname beweeglijkheid (50%): hierdoor wordt de spierkracht in de rug ook weer minder. En kan leiden tot infecties.
- Uitpuilen buik, reflux en andere GE klachten: drukken in thorax en abdomen veranderen.
- Kortademigheid: voorovergebogen waardoor de thorax in elkaar wordt gedrukt.
- Depressie
- Verlies onafhankelijkheid (33%)
Wat zijn de klinische gevolgen van een heupfractuur na 1 jaar?
- 80% verminderde uitvoering van 1 dagelijkse activiteit
- 40% niet meer zelf lopen
- 30% permanent invalide
- Overlijden < 1 jaar 20%, de preventie van heupfracturen is daarom erg belangrijk.
- Minder beweging kan leiden tot meer infecties en hierdoor kan men overlijden.
Wat zijn de risicofactoren voor een osteoporotische fractuur?
- Leeftijd
- Geslacht
- Botmineraaldichtheid
- Prevalente fractuur
- Positieve familieanamnese
- Gewicht/lengte
- Corticosteroïdgebruik
- Immobiliteit
- Vallen
- Hyper(para)thyreoïdie: kan leiden tot meer botresorptie
- Hypogonadisme: vermindering van testosteron bij mannen en oestrogeen bij vrouwen kan zorgen voor osteoporose.
- Medicatie, roken, alcohol, koffie …
Wanneer zie je de piekbotmassa en wanneer daalt de botmassa het snelst bij vrouwen?
De piekbotmassa ligt tussen de 25 en de 30 jaar. Bij vrouwen zie je rondom de menopauze een snellere daling van de botmassa.
Is er bij heupfracturen een groot verschil tussen mannen en vrouwen qua incidentie?
Bij heupfracturen is er niet veel verschil tussen mannen en vrouwen maar je ziet wel dat naarmate de mensen ouder worden het risico hoger is.
Wat zijn factoren die verborgen zitten in de leeftijd die een rol spelen met het risico op fracturen?
- Botverlies
- Vermindering kwaliteit van bot
- Verhoging botombouwactiviteit
- Vermindering van de onderlinge samenhang van botbalkjes
- Verandering samenstelling botmatrix - Skelet onafhankelijke factoren
- Vallen (oudere mensen vallen vaker)
- Reactie op vallen (oudere mensen reageren minder adequaat op vallen)
- Absorptie val
Waarom vindt er tijdens de menopauze veel meer botmassa verlies plaats?
Bij vrouwen in de overgang vindt er afname plaats van oestrogeen, dit heeft als gevolg overproductie van RANKL. Door het RANKL worden de osteoclasten meer gevormd en actiever.
Wat verklaart de lagere fractuurincidentie bij mannen?
- Kortere levensverwachting
- Hogere piekbotmassa
- Grotere botten (diameter en cortex)
- Ander patroon van leeftijdgerelateerd botverlies (minder botverlies van botbalkjes, hierdoor is de samenhang beter en breek je minder snel wat)
- Ontbreken van versneld botverlies tijdens de menopauze.
Bij wie is osteoporose vaker een secundaire factor bij mannen of bij vrouwen?
Osteoporose bij mannen is veel vaker een secundaire factor dan bij vrouwen (>50%). Belangrijkste: overmatig alcohol gebruik, gebruik corticosteroïden, testosteron deficiëntie.
Wat is een goede voorspeller voor het risico op een fractuur?
Lage BMD is een goede voorspeller voor een fractuur (hoge specificiteit) maar dat betekend niet dat iedereen met een lage BMD een fractuur krijgt. Na 5 jaar heeft ongeveer 25% een fractuur gehad.
Bij wie treden er de meeste fracturen op in de groep mensen met osteopenie of in de groep mensen met osteoporose?
Mensen met een osteoporose hebben een grotere kans op een fractuur dan mensen met een osteopenie. Maar omdat er minder mensen in de osteoporose groep zitten zien we toch meer mensen met een fractuur bij een osteopenie.
Wat is het risico op een recidief fractuur?
Recidief fractuur kan snel optreden na initiële fractuur. Vooral in de eerste twee jaar is dat risico hoog, risico is 5x verhoogd, na 20 jaar is dat risico nog steeds verhoogd, maar dan met 2x.
Een wervelfractuur verhoogd de kans op een nieuwe fractuur meer dan bij een heup of polsfractuur. Als 1 wervel breekt komt er op de andere wervels meer kracht te staan, dit kan daarom sneller leiden tot nieuwe fracturen.