HC 12.6 Risicofactoren voor osteoporose Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van osteoporose?

A

Osteoporose is een afwijking van het gehele skelet gekenmerkt door een verlaging van de botmassa en een verlies in de onderlinge samenhang van botbalkjes resulterend in een verhoogde kans op een fractuur. De botbalkjes zijn smaller en de samenhang tussen de botbalkjes is verminderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vaak komt osteoporose voor in Nederland? Hoeveel wordt daarvan gediagnosticeerd en behandeld?

A

800.000 – 1.000.000 mensen in Nederland met osteoporose. Daarvan is 80% vrouw en 20% man. Maar 20% van de mensen wordt gediagnosticeerd met osteoporose en daarvan wordt maar 20% adequaat behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de meest voorkomende fracturen? En komen de fracturen vaker bij mannen of vrouwen voor?

A

Meest voorkomende osteoporotische fracturen: wervel, heup en pols. Vrouwen hebben omdat osteoporose daarbij vaker voorkomt, meer fracturen. Wat wel opvalt is dat mannen veel minder vaak een polsfractuur hebben. En het aantal fracturen neemt toe naarmate je ouder wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de klinische gevolgen van wervelfracturen?

A
  • Acute en chronische pijn: door de zwelling die ontstaat, die gaat wel weg maar bij sommige mensen blijven de pijnklachten bestaan. Dit komt omdat de stand van de wervelkolom veranderd, en hierdoor komen er krachten op structuren die daar niet voor geschikt zijn.
  • Kyphose
  • Lengteverlies
  • Afname beweeglijkheid (50%): hierdoor wordt de spierkracht in de rug ook weer minder. En kan leiden tot infecties.
  • Uitpuilen buik, reflux en andere GE klachten: drukken in thorax en abdomen veranderen.
  • Kortademigheid: voorovergebogen waardoor de thorax in elkaar wordt gedrukt.
  • Depressie
  • Verlies onafhankelijkheid (33%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de klinische gevolgen van een heupfractuur na 1 jaar?

A
  • 80% verminderde uitvoering van 1 dagelijkse activiteit
  • 40% niet meer zelf lopen
  • 30% permanent invalide
  • Overlijden < 1 jaar 20%, de preventie van heupfracturen is daarom erg belangrijk.
  • Minder beweging kan leiden tot meer infecties en hierdoor kan men overlijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de risicofactoren voor een osteoporotische fractuur?

A
  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Botmineraaldichtheid
  • Prevalente fractuur
  • Positieve familieanamnese
  • Gewicht/lengte
  • Corticosteroïdgebruik
  • Immobiliteit
  • Vallen
  • Hyper(para)thyreoïdie: kan leiden tot meer botresorptie
  • Hypogonadisme: vermindering van testosteron bij mannen en oestrogeen bij vrouwen kan zorgen voor osteoporose.
  • Medicatie, roken, alcohol, koffie …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer zie je de piekbotmassa en wanneer daalt de botmassa het snelst bij vrouwen?

A

De piekbotmassa ligt tussen de 25 en de 30 jaar. Bij vrouwen zie je rondom de menopauze een snellere daling van de botmassa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is er bij heupfracturen een groot verschil tussen mannen en vrouwen qua incidentie?

A

Bij heupfracturen is er niet veel verschil tussen mannen en vrouwen maar je ziet wel dat naarmate de mensen ouder worden het risico hoger is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn factoren die verborgen zitten in de leeftijd die een rol spelen met het risico op fracturen?

A
  1. Botverlies
  2. Vermindering kwaliteit van bot
    - Verhoging botombouwactiviteit
    - Vermindering van de onderlinge samenhang van botbalkjes
    - Verandering samenstelling botmatrix
  3. Skelet onafhankelijke factoren
    - Vallen (oudere mensen vallen vaker)
    - Reactie op vallen (oudere mensen reageren minder adequaat op vallen)
    - Absorptie val
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom vindt er tijdens de menopauze veel meer botmassa verlies plaats?

A

Bij vrouwen in de overgang vindt er afname plaats van oestrogeen, dit heeft als gevolg overproductie van RANKL. Door het RANKL worden de osteoclasten meer gevormd en actiever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat verklaart de lagere fractuurincidentie bij mannen?

A
  • Kortere levensverwachting
  • Hogere piekbotmassa
  • Grotere botten (diameter en cortex)
  • Ander patroon van leeftijdgerelateerd botverlies (minder botverlies van botbalkjes, hierdoor is de samenhang beter en breek je minder snel wat)
  • Ontbreken van versneld botverlies tijdens de menopauze.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij wie is osteoporose vaker een secundaire factor bij mannen of bij vrouwen?

A

Osteoporose bij mannen is veel vaker een secundaire factor dan bij vrouwen (>50%). Belangrijkste: overmatig alcohol gebruik, gebruik corticosteroïden, testosteron deficiëntie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een goede voorspeller voor het risico op een fractuur?

A

Lage BMD is een goede voorspeller voor een fractuur (hoge specificiteit) maar dat betekend niet dat iedereen met een lage BMD een fractuur krijgt. Na 5 jaar heeft ongeveer 25% een fractuur gehad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij wie treden er de meeste fracturen op in de groep mensen met osteopenie of in de groep mensen met osteoporose?

A

Mensen met een osteoporose hebben een grotere kans op een fractuur dan mensen met een osteopenie. Maar omdat er minder mensen in de osteoporose groep zitten zien we toch meer mensen met een fractuur bij een osteopenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het risico op een recidief fractuur?

A

Recidief fractuur kan snel optreden na initiële fractuur. Vooral in de eerste twee jaar is dat risico hoog, risico is 5x verhoogd, na 20 jaar is dat risico nog steeds verhoogd, maar dan met 2x.
Een wervelfractuur verhoogd de kans op een nieuwe fractuur meer dan bij een heup of polsfractuur. Als 1 wervel breekt komt er op de andere wervels meer kracht te staan, dit kan daarom sneller leiden tot nieuwe fracturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe beïnvloeden glucocorticoïden osteoporose?

A
  • Vooral remming botaanmaak door versterkte apoptose osteoblasten en osteocyten.
  • Ook effecten via andere orgaansystemen
  • Snel verlies BMD na starten, deels herstel na staken van glucocorticoïden
  • Effecten afhankelijk van: Dagelijkse dosis, duur therapie, cumulatieve dosis
  • Maar ook van: Onderliggende ziekteactiviteit (vaak worden osteoclasten wat gestimuleerd), genetische factoren, andere risicofactoren voor osteoporose.
17
Q

Hoeveel mensen krijgt een fractuur tijdens chronisch gebruik van glucocorticoïden? Waarvoor gebruikt men chronisch glucocorticoïden?

A

50% krijgt een fractuur bij chronisch gebruik van glucocorticoïden. Mensen gebruiken het voor astma en COPD, voor huid en reumatische aandoeningen en wegens orgaantransplantatie. Het is de voornaamste secundaire oorzaak van osteoporose.

18
Q

Hoe leiden glucocorticoïden tot botverlies?

A

Door de glucocorticoïden gaat de productie van de gonaden hormonen omlaag. We zien dat de PTH secretie omhoog gaat. De gevoeligheid van Vitamine D op de darm wordt minder waardoor er minder calcium kan worden opgenomen. Daarnaast is de calciumreabsorptie in de nier minder. Als je langdurig glucocorticoïden gebruikt krijgt men spieratrofie, hierdoor gaan mensen minder bewegen, als je minder gaat bewegen voelt het skelet dat er minder belasting is, dan denkt het skelet dat het minder stevig hoeft te zijn en dit leidt tot botresorptie. Het calcium tekort leidt tot botresorptie samen met het PTH en immobilisatie, en het dalen van de gonadale hormonen zorgt voor een verminderde botformatie en dit samen leidt tot botverlies.

19
Q

Bij wie is aanvullend onderzoek naar fractuurrisico nodig? DXA scan met VFA of X-wervelkolom.

A
  1. Personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 2 jaar geleden)
  2. Personen die behandeld worden met glucocorticoïden.
  3. Personen van boven de 60 met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het afgelopen jaar en zonder gebruik glucocorticoïden.
20
Q

Wat is het aanvullende onderzoek dat we doen bij personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (< 2 jaar geleden)?

A

Verricht zo spoedig mogelijk aanvullend onderzoek door middel van
- DXA en VFA (vertebral fracture assessment)
- laboratoriumonderzoek
- evalueer het valrisico bij vrouwen en mannen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur

21
Q

Wat voor lab onderzoek doen we bij personen van ouder dan 50 jaar met recente fractuur?

A
  • BSE, calcium, albumine, creatinine, TSH (bij een hyperthyreoïdie kun je een verhoogde botafbraak hebben) en 25(OH)D, alkalisch fosfatase (botmarker, zegt iets over de activiteit van osteoblasten)
  • Bij mannen jonger dan 70 jaar: serum testosteron
  • Op indicatie: eiwitspectrum, coeliakieserologie, PTH (bij hypercalciëmie), 24u urine calcium en creatinine
22
Q

Wanneer doe je bij personen met glucocorticoïden gebruik aanvullend onderzoek naar osteoporose?

A

Indien prednison dosis > 2.5 mg per dag is, bij personen ouder dan 40 jaar, dan moet je een DXA en VFA verrichten. Gebruiken ze hoge doseringen dan wordt er eigenlijk geadviseerd direct te behandelen tegen het botverlies.

23
Q

Wanneer doe je aanvullend onderzoek bij iemand die ouder is dan 60 jaar met risicofactoren voor een fractuur, maar zonder fracturen in het afgelopen jaar en zonder gebruik van glucocorticoïden?

A

Er wordt een puntenlijst gebruikt om te kijken of iemand in aanmerking komt voor een DXA scan. Bij een risicoscore van groter of gelijk aan 4 kom je in aanmerking voor een DEXA scan.

24
Q

Wat is FRAX?

A

De uitkomst van het FRAX-model is de 10-jaars waarschijnlijkheid voor het optreden van een heupfractuur en voor het optreden van een van de vier belangrijke osteoporotische fracturen (heup, proximale humerus, pols en klinische wervelfractuur)

25
Q

Wat zijn de belangrijkste beperkingen van FRAX?

A

Het model corrigeert niet voor de aanwezigheid van: wervel fracturen (geeft nog een hoger risico op het ontstaan van fracturen), dosis en duur van steroïd gebruik, valevents. Niet goed geschikt om personen te selecteren die in aanmerking moeten komen voor aanvullend onderzoek. Geen consensus over drempelwaarde voor behandeling. FRAX lijkt wel geschikt voor risico-communicatie met patiënt.