HC 11.7 Schildkliernodus & schildklierkanker Flashcards

1
Q

Tussen welke twee noduli maken we onderscheid?

A

We maken onderscheid tussen een functionele (2%) en een niet-functionele noduli (98%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn niet-functionele noduli en wat zijn functionele noduli?

A

Bij een niet-functionele noduli, is er geen overproductie van het schildklierhormoon. Dit kan een adenoom, cyste, overige (inflammatoir), maligniteit (carcinoom, lymfoom, metastase) zijn. De functionele nodus ook wel autonome of hete nodus genoemd, die zorgt wel voor een overproductie van het schildklierhormoon en dit doet het onafhankelijk van regulatie door de hypofyse en hypothalamus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat vraag je bij verdenking tot schildkliernoduli?

A
  • Komt er in de familie schildklierkanker voor.
  • Bestraling hals: geeft grotere kans op schildklierkanker.
  • Heesheid: n. recurrens zorgt voor aansturing van de stembanden die kan zijn aangedaan.
  • Thyreotoxische symptomen: om te kijken of je op het spoor zit van een functionele nodus.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het lichamelijk onderzoek bij verdenking op schildklierkanker?

A
  • Palpatie schildklier: diffuus vergroot vs solitaire nodus vs MNS
  • Fixatie: als het heel vast aanvoelt pleit het voor een maligniteit.
  • Lymfeklieren: aan/afwezig
    Fixatie en lymfklier hebben de beste voorspellende waarde voor een maligniteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke manier is Nederland streng als het gaat om schildkliernoduli en waarom is dat zo?

A

De schildklier heeft de neiging om noduli te vormen, dus als je voor iedereen een echo gaat doen worden en veel noduli gevonden waarvoor allemaal diagnostiek moet worden gedaan. Maar niet alle noduli zijn relevant, zelfs niet alle schildklierkanker is relevant.
- Dus als er in Nederland in incidentaloom op een CT of MRI wordt gevonden: dan vinden we deze niet relevant, maar wordt die op een FDG-PET gevonden: dan wel (want dat duidt op een verhoogd metabolisme) mits het een palpabele nodus is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dus wanneer vindt er alleen vervolgonderzoek plaats naar een noduli?

A

In Nederland is alleen een palpabele nodus een reden voor vervolgonderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het vervolgonderzoek naar een palpabele noduli?

A

De eerste stap is dan TSH om te kijken of je een functionele nodus hebt. Is het TSH normaal dan zet je pas de volgende stap naar de echo + fine Needle Aspiration. FNA doen we als de nodus groter is dan 1 cm. Cellen worden dan uit de schildklier gehaald en naar de patholoog gebracht.
Als het TSH verlaagd is dan gaan we opzoek naar de oorzaak. We kijken dan eerst naar de TSHr antistoffen. Als dit negatief is dan doen we een I-123 scintigrafie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke classificatie gebruiken we voor de echografie en welke gebruiken we voor FNA?

A
  • Er komt nu een classificatie TiRADS en dan geef je punten het beeld dat je hebt verkregen met de echografie en hoe hoger het aantal punten hoe groter de verdenking op een maligniteit.
  • Bij een Bethesda classificatie geef je punten aan de cellen die je met FNA hebt verkregen en hoe hoger het aantal punten hoe groter de verdenking op een maligniteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke typen schildkliermaligniteiten onderscheiden we?

A

We maken onderscheid in gedifferentieerd schildkliercarcinoom en de andere vormen. Gedifferentieerd schildkliercarcinoom zijn de vormen papillair (70%) en folliculair (15%). Deze gedragen zich goed gedifferentieerd (rustig). Medullair carcinoom (5-10%) kan zich goed gedifferentieerd gedragen maar ook agressief. Het anaplastisch carcinoom (5%) is daarentegen weer de aller agressiefste kankervorm die je kunt hebben. Het heeft een verdubbelingstijd van dagen tot weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Heeft de overdiagnostief invloed op de mortaliteit van schildkliercarcinomen?

A

We zien over de afgelopen jaren dat er door overdiagnostiek meer mensen gediagnostiseerd worden met schildklierkanker, maar dit heeft geen effect op de mortaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van een schildkliercarcinoom?

A

Stap 1: chirurgie
Totale thyreoidectomie +/- halsklierdissectie (als de lymfeklieren zijn aangedaan)
Stap 2: nucleaire geneeskunde
Radioactief jodium (I131) ablatie: je geeft wel van tevoren de schildklierkankercellen een stimulatie met TSH door: recombinant TSH of het onttrekken van schildklierhormoon (hypothyreoot). Dit is nodig zodat de schildkliercellen hongerig worden voor het jodium.
Stap 3: endocrinologie
We geven net iets meer levothyroxine waardoor er suppressie plaats vindt van het TSH. Je wilt namelijk de TSH stimulans zo laag mogelijk hebben in deze groep patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe evalueer je de behandeling van een schildkliercarcinoom?

A
  • Afbeeldend onderzoek: echo
  • Biochemisch: thyroglobuline meten, dit komt alleen in de schildklier voor en in de kankercellen dus we verwachten dat dit na behandeling 0 is.
  • Dynamische risico stratificatie (DRS): na een jaar geven we weer recombinant TSH en dan kijken we naar de thyroglobuline, want TSH kan de productie daarvan stimuleren. Pik je dat niet op na een jaar dan ben je vrij van ziekte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de behandeling van een gemetastaseerd schildkliercarcinoom?

A
  • Lymfogeen: Resectie & radioactief jodium
  • Afstand: Radioactief jodium
  • Jodium-refractair (kankercellen hebben de NIS-transporter gedownreguleerd): (Resectie, lokale therapie), Radiotherapie, Systemisch (tyrosinekinaseremmers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van een medullair schildkliercarcinoom?

A

Ontstaat uit de parafolliculaire C-cellen. Deze soort tumor bevat twee categorieën:
- Sporadische tumoren
- Familiale tumoren: 2 autosomaal dominante tumorsyndromen
Hematogene en lymfogene metastasering. Tumormarker: calcitonine (differentiatie) en carcinoembyonaal antigen (CEA) (de-differentiatie). Deze tumor produceert namelijk calcitonine en CEA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer moet je denken aan een tumorsyndroom?

A

Als iemand zich presenteert met een medullair carcinoom of met een feochromocytoom dan moet je denken aan een tumorsyndroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een verschil in de behandeling van andere tumoren in de schildklier in vergelijking tot een medullair carcinoom?

A

De behandeling komt overeen voor de andere schildkliercarcinomen alleen heeft het geen zin om radioactief jodium te geven wat het is een ziekte van de C-cellen.

17
Q

Wat zijn de klachten van een medullair schildkliercarcinoom?

A
  • Mechanisch: veroorzaakt door de knobbel
  • Diarree: veroorzaakt door hoge calcitonine