Urineweginfectie Flashcards
Urineweginfectie worden ingedeeld in 4 groepen. Welke groepen zijn dit?
1 cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouwen (vanaf 12 jaar).
2 cystitis bij patiënten vanaf 12 jaar met een verhoogd risico op een gecompliceerd beloop. Deze ‘risicogroepen’ zijn:
- mannen;
- zwangeren;
- patiënten met diabetes mellitus of verminderde weerstand;
- patiënten met afwijkingen aan de nieren of urinewegen;
- patiënten met neurologische blaasstoornissen;
- patiënten met een verblijfskatheter.
3 urineweginfectie bij patiënten vanaf 12 jaar met tekenen van weefselinvasie, met onderscheid tussen:
- vrouwen;
- mannen.
4 urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar, met onderscheid tussen patiënten:
- zonder tekenen van weefselinvasie;
- met tekenen van weefselinvasie.
NHG standaard urineweginfectie
Wat is de definitie van een urineweginfectie en wat van een bacteriurie?
Urineweginfectie: bacteriurie met klinische verschijnselen. In de standaard wordt van bacteriurie gesproken bij een positieve nitriettest, een dipslide met ten minste 10^4 kolonievormende eenheden per milliliter (kve/ml) of een kweek met ten minste 10^5 kve/ml.
Bij kinderen jonger dan 12 jaar is voor de diagnose een positieve kweek vereist.
NHG standaard urineweginfectie
Wanneer een patiënt met recidiverende urineweginfecties de klachten herkend maar bij kweek 10^3 kve/ml wordt gevonden. Wordt in dit geval van een cystitis gesproken?
Over de meest geëigende grenswaarde is al enige tijd discussie. Een kanttekening bij de gouden standaard van Kass is, dat dit onderzoek heeft plaatsgevonden in een ziekenhuispopulatie met een symptomatische pyelonefritis. De concentratie van de bacteriën hangt ook af van de duur van de ziekte. Vrouwen met recidiverende infecties herkennen de klachten al vroeg in de ziekte waardoor bij hen de cystitis duidelijk is bij 102 of 103 kve/ml.
Hooton stelt in een recente review dat uit verschillende onderzoeken blijkt dat het traditionele criterium voor een positieve kweek (105 kve/ml) weinig sensitief is voor de diagnose cystitis; bij 30 tot 50% van de vrouwen met een cystitis wordt slechts 10^2 tot 10^4 kve/ml gevonden.
NHG standaard urineweginfectie en noot 2
Wat zijn tekenen van weefselinvasie?
koorts, rillingen, algemeen ziekzijn, flank- of perineumpijn, acute (toename van) verwardheid/delier.
NHG standaard urineweginfectie
Wat is de definitie van asymptomatische bacteriurie en bij wie komt het vooral voor?
Asymptomatische bacteriurie : ontbreken van klinische verschijnselen bij bacteriurie.
De prevalentie van deze zogenaamde asymptomatische bacteriurie is laag bij kinderen en volwassen mannen (circa 1%) en volwassen vrouwen (5%). Bij ouderen (> 65 jaar) varieert de prevalentie afhankelijk van de onderzoekspopulatie sterk (5 tot 50%). Van alle patiënten met een verblijfskatheter heeft nagenoeg 100% 20 dagen na inbrengen hiervan een polymicrobiële en meestal asymptomatische bacteriurie. In de literatuur bestaat er consensus over dat het bij niet-zwangeren een onschuldig verschijnsel is dat geen behandeling behoeft. Behandeling van asymptomatische bacteriurie blijkt bij verpleeghuisbewoners niet van invloed op eventueel aanwezige incontinentie. Enkelen achten behandeling zelfs gecontra-indiceerd omdat dit tot meer symptomatische infecties zou leiden.
Bij zwangeren lijkt asymptomatische bacteriurie vaker tot pyelonefritis te leiden dan bij niet-zwangeren. Er zijn echter geen onderzoeken bekend of screening op asymptomatische bacteriurie verbetering geeft op zwangerschapsuitkomsten.
NHG standaard urineweginfectie en noot 3
Bij welke leeftijdscategorie vrouwen vertoont de incidentie van cystitis een piek? en die van pyelonefritis?
De incidentie vertoont bij vrouwen tussen de 15 en 24 jaar een piek en is het hoogst bij vrouwen ouder dan 60 jaar.
De incidentie van pyelonefritis bij vrouwen blijft vanaf het 15e levensjaar tot op hoge leeftijd ongeveer gelijk.
NHG standaard urineweginfectie
Bij welke leeftijdscategorie mannen vertoont de incidentie van een acute prostatitis een piek? en die van pyelonefritis?
Bij mannen vertoont de incidentie van zowel pyelonefritis als prostatitis met het oplopen van de leeftijd een continu stijgende tendens.
NHG standaard urineweginfectie
Wat zijn de verwekkers van urineweginfecties?
Het overgrote deel van alle urineweginfecties wordt veroorzaakt door Escherichia coli ; andere verwekkers zijn die van de proteus- en klebsiellaspecies en in mindere mate Staphylococcus saprophyticus en enterokokken.
E. coli is ook de meestvoorkomende verwekker bij patiënten met verminderde weerstand en patiënten met afwijkingen aan urinewegen. In vergelijking met patiënten zonder risicofactoren blijkt de Klebsiella en groep-B-streptokok relatief meer voor te komen bij diabetes mellitus. Pseudomonas wordt vaker gezien bij chronische katheterisatie en Proteus mirabilis wordt vaker gekweekt bij verblijfskatheters en structurele afwijkingen aan de urinewegen
NHG standaard urineweginfectie en noot 5
Wat zijn bevorderende factoren voor het ontwikkelen van recidiverdende urineweginfecties bij vrouwen?
De coïtus en het gebruik van condooms, met name in combinatie met spermadodende middelen, zijn bevorderende factoren voor het ontwikkelen van (recidiverende) urineweginfecties bij vrouwen.
NHG standaard urineweginfectie en noot 6
Residuevorming speelt een grote rol in het ontstaan van de cystitis. Wat is de pathofysiologie hierachter bij de verschillende volwassen leeftijdsgroepen?
Zo zijn bij oudere mannen afvloedbelemmering en onvolledige lediging van de blaas belangrijke predisponerende factoren voor het ontstaan van een urineweginfectie. Bij zwangere vrouwen dragen dilatatie van de ureteren en een verminderde blaastonus bij aan het ontstaan van urineweginfecties.
Bij oudere vrouwen spelen postmenopauzale atrofie van de tractus urogenitalis alsmede een onvolledige blaaslediging ten gevolge van een descensus uteri een rol.
Andere predisponerende factoren voor het ontwikkelen van urineweginfecties zijn blaas- of nierstenen, verblijfskatheters en een verminderde weerstand, bijvoorbeeld door diabetes mellitus, bestraling of gebruik van immunosuppressiva.
NHG standaard urineweginfectie
Wat kunnen oorzaken van cystitis zijn bij kinderen?
Bij jonge kinderen met een urineweginfectie kan de oorzaak een anatomische afwijking zijn, zoals vesico-ureterale reflux (VUR), verdubbelingsanomalieën van de urinewegen, hydronefrose, mega-ureter en urethrale obstructies (herkenbaar aan persen bij het plassen). Ongeveer eenderde van de kinderen met een cystitis heeft VUR. Bij de meeste kinderen verdwijnt deze VUR spontaan.
Kinderen die zindelijk zijn, kunnen door een te hoge bekkenbodemspanning een verkeerde manier van plassen ontwikkelen, waarbij ze niet goed uitplassen, ‘staccato’ of intermitterend plassen, soms op de buik drukken om te plassen en vaker ongewild urine verliezen, zowel overdag als ’s nachts.
Uit onderzoek blijkt dat vesico-ureterale reflux (VUR) bij 43% van de kinderen voorkomt als de moeder bekend is met VUR. Bij broertjes en zusjes van patiënten met VUR blijkt 32% ook VUR te hebben. Functionele afwijkingen (dissynergie tussen de detrusor en sfincter) en anatomische afwijkingen (zoals een stenose ter plaatse van de overgang van blaas naar urethra of urethrale kleppen) komen minder frequent voor en kunnen aanleiding geven tot secundaire vesico-ureterale reflux. De kans op het bestaan van onderliggende afwijkingen lijkt het grootst indien de infectie optreedt in het eerste levensjaar [Stansfeld 1966]. Van de kinderen met een obstructie heeft 70% een urineweginfectie in de eerste 2 levensmaanden.
NHG standaard urineweginfectie en noot 7
Wat is het natuurlijk beloop van een cystitis?
Een cystitis bij een gezonde niet-zwangere vrouw kan vanzelf overgaan. Het onbehandeld laten van een cystitis leidt zelden tot weefselinvasie. Een pyelonefritis kan zich acuut en zonder voorafgaande mictieklachten ontwikkelen.
Urineweginfecties bij jonge kinderen kunnen wel in korte tijd aanleiding geven tot nierschade en zijn een reden om direct met antibiotische behandeling te beginnen.
NHG standaard urineweginfectie
Welke symptomen wijzen bij zindelijke kinderen op een afwijkend plaspatroon?
- slechte of intermitterende straal (bij kinderen ouder dan vijf jaar)
- gebruik van ophoudmanoeuvres
- abnormaal hoge of lage mictiefrequentie (normaal vier tot zeven keer per etmaal)
- incontinentie overdag of ’s nachts.
NHG standaard urineweginfectie
Wanneer wordt er gesproken van recidiverende urineweginfecties?
Bij 3 of meer infecties per jaar.
NHG standaard urineweginfectie
Bij een vermoeden van een prostatitis moet je een rectaal toucher doen. Waar/ niet waar.
Niet waar.
Bij vermoeden van een prostatitis wordt een rectaal toucher niet aanbevolen, omdat dit onvoldoende differentieert ten opzichte van andere prostaataandoeningen.
Bij onderzoek van een Franse studie had 83% een afwijkend rectaal toucher (pijnlijk bij 65%, hypertrofie bij 54%, onregelmatige prostaat bij 24%). PSA-metingen waren verricht bij 44% van de patiënten; bij 60% bleek de waarde verhoogd [Etienne 2008]. In een ander onderzoek naar urineweginfectie met koorts bij mannen werden 72 patiënten geïncludeerd. Het rectaal toucher was pijnlijk bij 9% van de mannen. Het PSA bleek bij 90% verhoogd.
NHG standaard urineweginfectie en noot 24