Astma bij kinderen Flashcards

1
Q

Waaraan moet een longfunctie voldoen om te kunnen spreken van reversibiliteit?

A

Tijdens spirometrie aangetoonde toename van de FEV1 van 12% of meer na bronchodilatatie ten opzichte van de uitgangswaarde.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij gebruik van noodmedictie >2 maal per week kun je nog spreken van astma die goed onder controle is. Waar/niet waar.

A

Niet waar. Hierbij spreek je van gedeeltelijke controle of geen controle van de astma. Dit is afhankelijk van andere symptomen en hoeveel er aanwezig zijn.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Komt bij jonge kinderen astma vooral voor bij jongens of bij meisjes?

A

Bij jonge kinderen komt astma ongeveer tweemaal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. Kinderen van Turkse en Marokkaanse oorsprong lijken minder vaak astma te hebben dan kinderen van Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse herkomst. Astma komt vaker voor bij te vroeg geboren kinderen. Kinderen woonachtig in grote steden hebben vaker luchtwegklachten en astma dan kinderen op het platteland.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Astma is gecorreleerd met nog 2 andere ziektebeelden. Welke?

A

Er is een sterke correlatie tussen astma, allergische rinitis en constitutioneel eczeem bij kinderen.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer wordt er van episodisch expiratoir piepen gesproken?

A

episodisch (twee of meer episodes in de voorgeschiedenis) piepende uitademing, al dan niet met hoesten, meestal ten tijde van een bovensteluchtweginfectie. Dit is een symptoomdiagnose die bij jonge kinderen (tot zes jaar) gesteld wordt.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel kinderen <3 jaar maken episodisch piepen door en hoeveel kinderen hebben hier op 6 jarige leeftijd nog last van?

A

Ruim eenderde van alle kinderen maakt één of meer periodes met expiratoir piepen door vóór de leeftijd van 3 jaar, veelal aansluitend aan virale bovensteluchtweginfecties. Meer dan de helft van deze kinderen heeft op de leeftijd van 6 jaar geen klachten meer.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel kinderen die op 6-jarige leeftijd de diagnose astma heeft gekregen heeft nog klachten tijdens de pubertijd? en hoeveel van deze groep krijgt later alsnog opnieuw klachten?

A

Bij tweederde van de kinderen bij wie de diagnose astma is gesteld op de leeftijd van 6 jaar of ouder, verdwijnen de symptomen en klachten vóór of rond de puberteit. Bij de helft van deze groep treden later echter opnieuw klachten op.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een aantal niet-allergische prikkels waar astma patiënten last van kunnen hebben.

A

Inspanning, rook, stof, mist, virale infecties, koude of vochtige lucht, (tabaks)rook, luchtverontreiniging, baklucht, verflucht, parfumluchtjes of emoties

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Is primaire preventie voor astma mogelijk?

A

Primaire preventie van astma is niet mogelijk. Het is niet zinvol om vrouwen met een verhoogd risico op het krijgen van een kind met een atopische aandoening tijdens de zwangerschap een allergeenvrij dieet voor te schrijven ter vermindering van het risico op atopie en astma bij het kind. Het geven van borstvoeding zoals door de WHO aanbevolen lijkt een tijdelijk beschermend effect op het ontstaan van astma en eczeem te hebben. Het blijft onzeker of borstvoeding het risico op het ontstaan van astma daadwerkelijk vermindert. Of een dieet tijdens de lactatieperiode effectief is om de ontwikkeling van astma te voorkomen, is onvoldoende bekend. De rol die blootstelling aan infecties op jonge leeftijd speelt in de ontwikkeling van het immuunsysteem en de invloed daarvan op het ontwikkelen van astma en andere allergische aandoeningen is niet duidelijk.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het meest voorkomende fenotype bij kinderen met expiratoir episodisch piepen?

A

Er kan geen betrouwbaar onderscheid worden gemaakt in fenotype als het kind zich voor het eerst presenteert met piepen. Het meest voorkomende fenotype, vooral bij kinderen tot 6 jaar, is periodiek piepen, hoesten en kortademigheid geassocieerd met virale bovensteluchtweginfecties; tussendoor zijn de kinderen symptoomvrij. Een minderheid van de kinderen ontwikkelt piepen dat ook optreedt bij andere prikkels. Zij hebben mogelijk meer kans op astma.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor aanvullend onderzoek is aangewezen bij kinderen tussen 1-6 jaar die verdacht worden van astma?

A

verricht screeningsonderzoek op inhalatieallergenen bij kinderen met anamnestische aanwijzingen voor een allergie om de diagnose astma meer of minder waarschijnlijk te maken, indien de uitslag directe consequenties voor het verdere beleid heeft.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat voor aanvullend onderzoek is aangewezen bij kinderen >6 jaar die verdacht worden van astma?

A
  • verricht een screeningsonderzoek op inhalatieallergenen, ongeacht de aan- of afwezigheid van aanwijzingen voor een allergische oorzaak of allergische rinitis, aangezien dit richting kan geven aan het saneringsbeleid;
  • bij hoge waarschijnlijkheid voor het bestaan van astma, zoals een reeds geobserveerde duidelijke klinische afname van dyspneu en piepen na toediening van een kortwerkend bèta-2-sympathicomimeticum (SABA; short-acting beta-2-agonist) door de huisarts, heeft diagnostische spirometrie weinig toegevoegde waarde; spirometrie is evenmin zinvol bij een beperkte waarschijnlijkheid voor het bestaan van astma. Spirometrie (flowvolumecurve met meting van FEV1 en FVC en reversibiliteitstest) kan een toegevoegde waarde hebben bij twijfel aan de diagnose astma (diagnostische spirometrie).

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer verricht je bij voorkeur een spirometrie?

A

Verricht spirometrie bij voorkeur op het moment dat het kind klachten heeft. Aanwezigheid van reversibiliteit (FEV1-toename van 12% of meer ten opzichte van de uitgangswaarde) ondersteunt de diagnose astma.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe voer je een spirometrie uit?

A
  • Instrueer de patiënt 8 uur voorafgaand aan de test geen kortwerkende luchtwegverwijders te gebruiken en gedurende 12 uur geen langwerkende luchtwegverwijders.
  • Laat een flow-volumecurve blazen volgens de internationaal geaccepteerde aanbevelingen.
  • Dien salbutamol toe via een dosisaerosol en voorzetkamer in 4 afzonderlijke inhalaties met een interval van 30 seconden.
  • Herhaal de meting 10 tot 15 minuten na inhalatie van salbutamol.

NHG standaard astma bij kinderen, noot 16

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onderzoek doen naar sensibilisatie voor voedselallergenen heeft toegevoegde waarde in de diagnostiek naar astma. Waar/niet waar

A

Niet waar.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel episodes moet een kind <6 jaar hebben om van episodisch expiratoir piepen te spreken?

A

Bij kinderen tot zes jaar stelt de huisarts de symptoomdiagnose episodisch piepen bij twee of meer episodes met expiratoir piepen en alleen in uitgesproken gevallen, zie tabel 2, de diagnose (waarschijnlijk) astma.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Sluit een negatief screeningsonderzoek op inhalatieallergenen het ontwikkelen van een inhalatieallergie uit?

A

Een negatief screeningsonderzoek op inhalatieallergenen sluit het ontwikkelen van een inhalatieallergie niet uit.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Noem symptomen die astma bij kinderen <6 jaar waarschijnlijk maken.

A

Meer dan één van de volgende kenmerken: piepen(kernsymptoom), hoesten, kortademigheid of benauwdheid, vooral als deze symptomen:

  • vaak voorkomen en terugkeren;
  • ’s nachts het ergst zijn;
  • optreden in reactie op inspanning of andere prikkels zoals blootstelling aan allergenen, sigarettenrook, koude of vochtige lucht, of bij emoties of slappe lach.

Aangetoond specifiek IgE tegen inhalatieallergenen. Voorgeschiedenis met atopische aandoening. Familieanamnese van atopische aandoening en/of astma. Piepend verlengd expirium over meerdere longvelden bij auscultatie. Duidelijke verbetering van symptomen of longfunctie in reactie op kortwerkende luchtwegverwijder.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem symptomen die astma bij kinderen <6 jaar minder waarschijnlijk maken.

A

Alleen symptomen ten tijde van verkoudheid/bovensteluchtweginfectie. Alleen hoesten zonder piepen of kortademigheid. Langer durende productieve hoest in de anamnese. Klachten van duizeligheid, lichtheid in het hoofd, tintelingen in handen, voeten en rond de mond. Bij herhaling normaal lichamelijk onderzoek ten tijde van symptomen. Normale longfunctie ten tijde van symptomen. Geen respons op proefbehandeling. Klinische verschijnselen die passen bij een andere diagnose.

NHG standaard astma bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waaraan moet je denken bij kinderen <1 jaar die piepen en hoesten?

A

Denk bij kinderen tot 1 jaar die langdurig hoesten of piepen ook aan tracheo- of bronchomalacie, aangeboren afwijkingen van hart of grote vaten, of een corpus alienum in de onderste luchtwegen. De diagnostiek naar cystische fibrose is in 2011 in het hielprikonderzoek bij pasgeborenen opgenomen; cystische fibrose zal dus differentiaaldiagnostisch minder vaak een rol spelen.
De zeldzame aandoeningen tracheo- en bronchomalacie zijn klinisch vrijwel niet te onderscheiden van de symptoomdiagnose ‘piepen en hoesten’ of echt (allergisch) astma, behalve door een slechte respons op astmamedicatie en door bevindingen bij bronchoscopie

NHG standaard astma bij kinderen (en noot 19)

21
Q

Wat is de DD bij acute benauwdheid?

A

Denk bij acute benauwdheid ook aan bronchiolitis, pseudokroep en een corpus alienum.

NHG standaard astma bij kinderen

22
Q

Waaraan moet je denken bij benauwdheid en bijvoorbeeld druk op de borst, tremoren, paresthesiën bij kinderen >12 jaar die niet goed reageert op luchtwegverwijding?

A

overweeg in de differentiële diagnose van astma de zogenoemde diagnose ‘disfunctionele ademhaling’ bij kinderen en adolescenten met aanvallen van benauwdheid die vergezeld gaan van specifieke symptomen (kortademigheid, druk op de borst, duizeligheid, tremoren en paresthesieën) en die niet goed reageren op luchtwegverwijding. Stel de diagnose disfunctionele ademhaling op anamnese en de afwezigheid van positieve tests die een andere diagnose suggereren. Hyperventilatieprovocatietest met een capnogram wordt niet aanbevolen. Het gebruik van een (voor volwassenen gevalideerde) vragenlijst kan behulpzaam zijn.

Bij (vermoeden van) disfunctionele ademhaling kan behandeling door een ervaren oefentherapeut overwogen worden. Afhankelijk van de lokale situatie kan ook (proef)behandeling door een logopedist of ontspanningsoefeningen door middel van yoga in individuele gevallen worden uitgeprobeerd. Bij (een vermoeden van) gelijktijdige of voorafgaande bronchusobstructie is luchtwegverwijding aangewezen.

NHG standaard astma bij kinderen en noot 20

23
Q

Wat zijn manieren om de blootstelling aan huisstofmijt te verminderen?

A
  • vochtbestrijding in huis door regelmatig ventileren van de woning; dit is tevens goed om schimmelvorming te voorkomen;
  • glad slaapkamervloeroppervlak (gemakkelijk te reinigen);
  • aangepast schoonmaken (regelmatig vochtig afnemen en stofzuigen in afwezigheid van de patiënt);
  • beddengoed (wanneer geen allergeenwerende hoezen worden gebruikt) minstens 1 maal per 2 weken wassen op 60 °C;
  • allergeenwerende hoezen voor matras, kussen en dekbed zijn alleen zinvol als onderdeel van een totaalpakket ‘vermindering huisstofmijtexpositie’;
  • in voorkomende gevallen kan een astmaverpleegkundige of praktijkondersteuner aan de hand van een huisbezoek problemen signaleren en voorlichting en adviezen geven op het gebied van sanering. De Jeugdgezondheidszorg wordt ingeschakeld als saneringsmaatregelen op school of kinderdagverblijf nodig zijn.

NHG standaard astma bij kinderen en noot 25

24
Q

Wat zijn de bijwerkingen van een bèta-2-sympaticomimeticum?

A

Bij gebruik van hoge doses bèta-2-sympathicomimetica kunnen bijwerkingen optreden zoals tremor van handen en vingers, hoofdpijn, perifere vaatverwijding en stijging van de hartfrequentie. Om tandbederf te voorkomen wordt aangeraden na gebruik van bèta-2-sympathicomimetica de mond te spoelen.

NHG standaard astma bij kinderen

25
Q

Wat zijn de bijwerkingen van een inhalatiecorticosteroïd?

A

De meest voorkomende lokale bijwerkingen zijn orofaryngeale candidiasis en heesheid. Gebruik van ICS kan de lengtegroei van kinderen in het eerste jaar van de behandeling vertragen, met gemiddeld ongeveer anderhalve centimeter. De eindlengte van kinderen die langdurig ICS hebben gebruikt valt daarmee ruim binnen de normale range. De kans op lokale en systemische bijwerkingen kan verminderd worden door na inhalatie de mond te spoelen, het spoelsel uit te spugen en daarna een slok water te drinken of iets te eten.

NHG standaard astma bij kinderen

26
Q

Cromonen hebben voorkeur boven ICS voor de behandeling van astma. Waar/niet waar.

A

Niet waar.
De groep kinderen die met ICS werd behandeld had aan het eind van het onderzoek een hogere FEV1, een hogere gemiddelde peakflowwaarde, minder astma-exacerbaties en lagere astmasymptoomscores, en gebruikte minder luchtwegverwijders dan de groep kinderen die behandeld werden met cromonen

NHG standaard astma bij kinderen, noot 31

27
Q

Het toevoegen van een LABA aan een ICS heeft toegevoegde waar bij de behandeling van astma bij kinderen. Waar/niet waar.

A

Bij kinderen is niet aangetoond dat een combinatie van een ontstekingsremmer en een langwerkend bèta-2-sympathicomimeticum (long-acting beta-2-agonist, LABA) aanvullende waarde heeft boven het gebruik van een ontstekingsremmer alleen. De standaard adviseert LABA (in combinatie met ICS) alleen na consultatie van of verwijzing naar de kinder(long)arts, voor te schrijven bij kinderen met gedeeltelijke of onvoldoende astmacontrole met een normale dagdosering ICS.

NHG standaard astma bij kinderen

28
Q

Wat is het medicamenteuze beleid bij kinderen <1 jaar en episodisch expiratoir piepen?

A

Behandeling met SABA bij kinderen jonger dan 1 jaar heeft het karakter van een proefbehandeling die geëvalueerd dient te worden. Bij ernstig benauwde kinderen wordt geadviseerd dit tijdens het consult te doen. Starten met behandeling met ICS bij kinderen jonger dan 1 jaar wordt niet geadviseerd zonder verdere diagnostiek door een kinder(long)arts.

NHG standaard astma bij kinderen

29
Q

Wat is de eerste stap in de medicamenteuze behandeling van episodisch expiratoir piepen bij kinderen tussen 1-6 jaar?

A
  • geef bij de symptoomdiagnose episodisch piepen of de diagnose waarschijnlijk astma een SABA via een dosisaerosol met voorzetkamer met masker (tot 4 jaar) of mondstuk (vanaf 4 jaar) en evalueer het effect direct aansluitend aan het contact;
  • schrijf bij verbetering gedurende 1 tot 2 weken dagelijks een SABA voor (zie tabel 4);
  • evalueer het effect na 1 tot 2 weken en stop de medicatie indien de klachten over zijn; bij persisteren van de klachten maar wel goed effect van de inhalatiemedicatie kan de behandeling nog 1 tot 2 weken gecontinueerd worden.

NHG standaard astma bij kinderen

30
Q

Wat is de tweede stap in de medicamenteuze behandeling van episodisch expiratoir piepen bij kinderen tussen 1-6 jaar?

A
  • heroverweeg de diagnose bij onvoldoende effect en adequate inhalatie;
  • als de symptoomdiagnose episodisch piepen of (allergisch) astma de meest waarschijnlijke diagnose blijft, voeg dan een ICS toe gedurende minimaal 6 weken;
  • overweeg ook een proefbehandeling met een ICS gedurende minimaal 6 weken indien de klachten na het staken van een SABA binnen 4 weken recidiveren;
    • controleer het kind in de instelfase telkens na 2 tot 4 weken en verminder bij afwezigheid van symptomen de dosering ICS, in periodes van 4 tot 6 weken, tot de minimale dosering waarbij het kind klachtenvrij is;
    • verwijs het kind bij niet bereiken van volledige astmacontrole met een normale dagdosering ICS naar de kinder(long)arts.

NHG standaard astma bij kinderen

31
Q

Wat is de eerste stap in de medicamenteuze behandeling van astma bij kinderen >6 jaar?

A
  • start bij intermitterend optreden van symptomen (tweemaal per week of minder) symptomatisch met een SABA ‘zo nodig’ (zie tabel 4); adviseer een consult bij ≥ 3 keer per week gebruik van een SABA;
  • geef bij inspanningsastma 10 tot 15 minuten vóór de inspanning een SABA, 1 of 2 inhalaties; dit geeft ongeveer 2 uur luchtwegverwijding.

NHG standaard astma bij kinderen

32
Q

Wat is de tweede stap in de medicamenteuze behandeling van astma bij kinderen >6 jaar?

A
  • start bij frequenter optreden van symptomen, zoals bij gedeeltelijke of onvoldoende astmacontrole, met een ICS gedurende minimaal 6 weken
  • voeg bij patiënten met intermitterende symptomen die ≥ 3 inhalaties van een luchtwegverwijder per week nodig hebben een ICS gedurende minimaal 6 weken toe, ook als de symptomen alleen bij inspanning optreden;
  • controleer het kind in de instelfase telkens na 2 tot 4 weken en verminder bij het bereiken van volledige astmacontrole de dosering ICS in periodes van 12 weken, tot de minimale dagelijkse dosering waarbij het kind klachtenvrij is.

NHG standaard astma bij kinderen

33
Q

Wat is de derde stap in de medicamenteuze behandeling van astma bij kinderen >6 jaar?

A
  • als bij gebruik gedurende 12 weken van een normale dosis ICS geen volledige astmacontrole behaald is, wordt de reden daarvan nagegaan, zoals therapieontrouw, verkeerde inhalatietechniek of blootstelling aan prikkels;
  • bij gedeeltelijke of onvoldoende astmacontrole ondanks adequate opvolging van de medicamenteuze en niet-medicamenteuze adviezen en een goede inhalatietechniek, is er een indicatie voor verwijzing naar de kinder(long)arts;
  • starten met LABA in combinatie met ICS in de eerste lijn wordt niet aanbevolen.

NHG standaard astma bij kinderen

34
Q

Bij welke leeftijden gebruik je de voorzetkamer met het babymasker/kindermasker/mondstuk

A

0-12 maand: babymasker
1-4 jaar: kindermasker
4-6 jaar: mondstuk
>6 jaar: mondstuk, poederinhalator, dosisaerosol ademgestuurd

NHG standaard astma bij kinderen

35
Q

Vanaf welke leeftijd mag je terbutaline (SABA; poederinhalator) starten?

A

Vanaf 4 jarige leeftijd

NHG standaard astma bij kinderen

36
Q

Wat moet iemand hebben om een poederinhalator te kunnen gebruiken?

A

bij poederinhalatoren bestaat het coördinatieprobleem van indrukken en inademen niet; hierbij is voldoende inspiratiekracht nodig.

NHG standaard astma bij kinderen

37
Q

Op welke termijn evalueer je de proefbehandeling met een SABA en wanneer bij een ICS?

A

De huisarts evalueert een proefbehandeling met SABA na 1 tot 2 weken en controleert bij behandeling met ICS tijdens de instelfase elke 2 tot 4 weken.
Indien wordt besloten de ICS te continueren, wordt het kind in het eerste jaar ten minste eenmaal per 12 weken gezien.

NHG standaard astma bij kinderen

38
Q

Wanneer besluit je de ICS dosering te verminderen na een instelfase?

A

Als volledige astmacontrole gedurende 12 weken behaald is, wordt de dosering ICS verminderd, rekening houdend met seizoensinvloeden op het optreden van klachten, en bij afwezigheid in de voorafgaande 12 maanden van een ernstige exacerbatie (prednisolonkuur, behandeling buiten kantooruren in eerste of tweede lijn, of ziekenhuisopname). Bij verlaging van de dosering ICS wordt telkens na 12 weken het effect geëvalueerd. Als er geen verslechtering is opgetreden, wordt de dosering verder verlaagd. Als er wel sprake is van verslechtering, wordt de oorspronkelijke dosering teruggegeven.

NHG standaard astma bij kinderen

39
Q

Als duidelijk is wat de laagst effectieve dosis is voor een ICS, om de hoeveel tijd vinden controles dan plaats?

A

Als duidelijk is wat de laagste effectieve dosis is, vindt eenmaal per 3 tot 6 maanden controle plaats. Tijdens deze controles wordt ook de mogelijkheid bekeken om te stoppen met ICS. Indien het kind gedurende langere tijd (6 tot 12 weken) volledige astmacontrole bereikt heeft en in de voorafgaande 12 maanden geen ernstige exacerbatie (prednisolonkuur, behandeling buiten kantooruren in eerste of tweede lijn of ziekenhuisopname) heeft gehad, wordt stoppen met ICS aanbevolen. De huisarts bespreekt dan tevens het tijdig herstarten met ICS en zo nodig een luchtwegverwijder bij het weer optreden van symptomen.

NHG standaard astma bij kinderen

40
Q

Wanneer zie je een patiënt die zn SABA gebruikt weer terug?

A

Aanbevolen wordt om ook kinderen met ‘zo nodig’ gebruik van een SABA in de eerste 3 tot 6 maanden eenmalig ter controle te zien. De huisarts gaat hierbij na of het klachtenpatroon is toegenomen en het medicatiebeleid aangepast moet worden. Bij gelijkblijvend klachtenpatroon is verdere controle niet noodzakelijk.

NHG standaard astma bij kinderen

41
Q

Hoevaak moet je een spirometrie doen bij kinderen met astma na de evt diagnostische spirometrie?

A

Bij gedeeltelijke of onvoldoende astmacontrole wordt ten minste jaarlijkse spirometrie aanbevolen. Routinematige spirometrie bij controles wordt niet aanbevolen bij volledige astmacontrole.

NHG standaard astma bij kinderen

42
Q

Welke vragenlijsten kunnen gebruikt worden voor het vaststellen van de mate van astmacontrole bij kinderen?

A

Voor het vaststellen van de mate van astmacontrole kan een vragenlijst als de c-ACT (child-ACT; 4 tot 12 jaar), ACT (≥ 12 jaar) of ACQ (> 12 jaar) als hulpmiddel gebruikt worden.

Conclusie: de validiteit van de ACQ en ACT voor het monitoren van astma is voldoende aangetoond. Het bewijs voor het prognostische gebruik van de c-ACT en/of de ACQ is beperkt. Op basis hiervan kan worden gesteld dat de c-ACT mogelijk als prognostisch hulpmiddel kan worden gebruikt.

NHG standaard astma bij kinderen en noot 41

43
Q

Wanneer is er sprake van ernstige acute kortademigheid?

A

Er is sprake van acute ernstige kortademigheid als er naast expiratoir piepen en een verlengd expirium één of meer van de volgende symptomen zijn:

  • intrekkingen inter- of subcostaal, neusvleugelen;
  • gebruik van hulpademhalingsspieren;
  • ongelijkmatig inspiratoir ademgeruis (verminderd of afwezig ademgeruis bij zeer ernstige dyspneu);
  • tachypneu (bij zeer ernstige dyspneu neemt ademfrequentie weer af!)
  • tachycardie;
  • zuurstofsaturatie < 95%. De NVK-richtlijn Acuut astma bij kinderen adviseert verwijzing van een kind te overwegen bij een zuurstofsaturatie < 95%. Een zuurstofsaturatie van < 88% wordt gezien als teken van levensbedreigend astma [NVK 2012]. De GINA-richtlijn spreekt van een lichte exacerbatie indien de zuurstofsaturatie > 95% is; van een matig ernstige exacerbatie bij een zuurstofsaturatie van 91 tot 95% en van een ernstige exacerbatie bij een zuurstofsaturatie < 90%

NHG standaard astma bij kinderen en noot 44

44
Q

Wat is de behandeling van ernstige acute kortademigheid?

A

Bij ernstige kortademigheid gaat de voorkeur uit naar een dosisaerosol met een voorzetkamer. Deze toedieningsvorm is even effectief als verneveling.

Stap 1: geef salbutamol per voorzetkamer. Herhaal de inhalaties na een kwartier. Verwijs als er geen verbetering is binnen een half uur.
Stap 2: geef bij kortdurende of onvolledige verbetering een orale predniso(lo)nkuur en instructies voor het gebruik van SABA gedurende de eerstvolgende 24 uur (bijvoorbeeld inhalatie elke 3 uur via een voorzetkamer). Controle vindt de volgende dag plaats.

NHG standaard astma bij kinderen

45
Q

Wanneer vindt verwijzing plaats bij ernstig acute kortademigheid?

A
  • alarmsymptomen (uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling, zuurstofsaturatie < 92%), met spoed;
  • uitblijven van voldoende verbetering binnen een half uur;
  • onvoldoende zorgmogelijkheden in de eerstvolgende 12 tot 24 uur;
  • een exacerbatie die de volgende dag ondanks adequaat ingestelde medicatie onvoldoende verbetert;
  • een ziekenhuisopname wegens astma of een zeer ernstig verlopen exacerbatie in de voorafgaande 12 maanden.

NHG standaard astma bij kinderen

46
Q

Wanneer vindt controle plaats bij ernstig acute kortademigheid?

A

Bij voldoende verbetering: spreek de volgende dag een controle af. Evalueer de klachten en beperkingen, en ausculteer de longen. Ga de reden van de exacerbatie na, let vooral op de therapietrouw, de inhalatietechniek en het vermijden van prikkels. Stel het beleid van voor de exacerbatie eventueel bij, start met ICS als deze nog niet gebruikt werden.
Bij onvoldoende verbetering: controleer bijvoorbeeld na drie uur, afhankelijk van het beloop van eerdere exacerbaties en de vaardigheden van de ouders.
Bij kinderen tot 1 jaar kan een (eerste) astma-aanval moeilijk te onderscheiden zijn van acute bronchiolitis (als gevolg van een virale luchtweginfectie door bijvoorbeeld het RS-virus).

NHG standaard astma bij kinderen

47
Q

Wanneer is verwijzing aangewezen bij kinderen <1 jaar met episodisch piepen?

A
  • bij twijfel aan de diagnose zoals bij een kind met onbegrepen klachten van piepen en/of benauwdheid, vooral als die veel invloed hebben op het dagelijks leven. Hierbij kan gedacht worden aan (onderliggende) congenitale aandoeningen zoals tracheo- of bronchomalacie, of afwijkingen van hart of grote vaten;
  • bij onvoldoende verbetering door behandeling met een SABA bij een kind met klachten van piepen en/of benauwdheid, vooral als de klachten veel invloed hebben op het dagelijks leven. Behandeling met ICS van een kind jonger dan 1 jaar is in het algemeen niet aangewezen in de eerste lijn en voorbehouden aan de kinder(long)arts.

NHG standaard astma bij kinderen

48
Q

Wanneer is verwijzing aangewezen bij kinderen van 1-6 jaar met episodisch piepen?

A
  • bij twijfel aan de symptoomdiagnose episodisch piepen of waarschijnlijk allergisch astma, zoals bij onvoldoende verbetering na behandeling met een adequate dosis SABA gedurende twee tot vier weken;
  • bij onvoldoende verbetering bij een kind met de diagnose episodisch piepen of waarschijnlijk allergisch astma na behandeling met een SABA en/of ICS in normale dosis gedurende 6 weken, of eerder, afhankelijk van de leeftijd en de ernst van de klachten.

NHG standaard astma bij kinderen

49
Q

Wanneer is verwijzing aangewezen bij kinderen van >6 jaar met astma?

A
  • bij twijfel aan de diagnose astma (zoals bij onvoldoende verbetering na behandeling met een adequate dosis SABA gedurende twee tot vier weken);
  • bij niet bereiken van volledige astmacontrole bij een kind met astma met een normale dosis ICS gedurende drie maanden en adequate zorg, zoals aandacht voor therapietrouw, inhalatietechniek, blootstelling aan prikkels, en comorbiditeit.

NHG standaard astma bij kinderen