Bacteriële huidinfecties Flashcards
Hoeveel procent van de bevolking is permanent drager van Staph Aureus?
De neus is het meest consistente reservoir voor Staphylococcus aureus. In Nederland is 17,5% van de gezonde volwassenen en 38,5% van de gezonde kinderen permanent drager van deze bacterie.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat zijn de algemene risicofactoren om een huidinfectie te ontwikkelen?
Algemene risicofactoren voor een bacteriële huidinfectie zijn een beschadiging van de huid, een verminderde arteriële of veneuze circulatie, verminderde lymfeafvloed en een verminderde aangeboren of verworven afweer.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat zijn risicofactoren voor dragerschap van Staph Aureus?
Risicofactoren voor dragerschap zijn etnische afkomst, hemodialyse, nierfalen, hiv, diabetes mellitus, overgewicht en bepaalde huidaandoeningen. Dragerschap van Streptococcus pyogenes komt weinig voor.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is erythrasma? Wat is het klinische beeld en wat is de verwekker?
Erythrasma is een oppervlakkige huidinfectie die veroorzaakt wordt door Corynebacterium minutissimum. De infectie kenmerkt zich door scherp begrensde, roodbruine, fijn schilferende plekken die vooral voorkomen tussen de tenen en in mindere mate in de liezen, oksels en submammair. Erythrasma komt voornamelijk voor bij volwassenen. Meestal geeft erythrasma weinig klachten, soms irritatie of jeuk. Factoren die mogelijk een oorzakelijke rol spelen zijn warmte, zweten, obesitas en diabetes. Het natuurlijk beloop is niet bekend.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is een folliculitis, wie zijn de verwekkers, wat zijn de risicofactoren en wat zijn de klinische kenmerken?
Folliculitis (puist) is een oppervlakkige ontsteking van de hals van de haarfollikel. Staphylococcus aureus is de meest voorkomende verwekker. Andere bacteriële verwekkers zijn Pseudomonas aeruginosa (aanwezig in vervuilde baden) en Propionibac. Naast de bacteriële oorzaken bestaan er ook mycotische (Pityrosporum/Malassezia folliculitis), parasitaire (demodexfolliculitis), chemische en iatrogene (pseudofolliculitis barbae) oorzaken. Het onderscheid tussen een bacteriële of mycotische verwekker is klinisch niet goed vast te stellen. Een folliculitis komt vaak gegroepeerd voor op een erythemateuze ondergrond. Naast algemene risicofactoren worden epileren, scheren, occlusie en contact met oliën in verband gebracht met folliculitis.De aandoening gaat meestal binnen één tot twee weken vanzelf over.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat zijn de klinische vormen van impetigo en wat is de verwekker?
Impetigo (krentenbaard) is een besmettelijke, oppervlakkige huidinfectie. De meest voorkomende verwekker is Staphylococcus aureus. In ongeveer 10% van de gevallen is de verwekker een Streptococcus pyogenes of een menginfectie. In zeldzame gevallen kan dit resulteren in een acute glomerulonefritis. Er zijn twee presentatievormen: impetigo vulgaris of crustosa en impetigo bullosa. De laatste vorm komt maar weinig voor. Impetigo vulgaris of crustosa kenmerkt zich door laesies van geelbruine korsten, terwijl bij impetigo bullosa blaarvorming het klinisch beeld bepaalt. De voorkeurslokatie is het gelaat. Impetigo komt vooral voor bij kinderen < 12 jaar. De kans op besmetting van andere kinderen is in de periode tot het indrogen van de erupties groot. Impetigo komt soms in epidemieën op scholen of binnen een gezin voor. Het natuurlijk beloop van impetigo is gunstig. Van impetiginisatie is sprake wanneer een bestaande dermatose (meestal eczeem) geïnfecteerd raakt.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wanneer is impetigo besmettelijk?
De kans op besmetting van andere kinderen is in de periode tot het indrogen van de erupties groot.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is de klinische presentatie van pitted keratolysis en wat zijn de voorkeurslocaties?
Pitted keratolysis (keratolysis plantare sulcatum) ontstaat door een combinatie van vocht, warmte en Corynebacterium minutissimum. Mogelijk spelen ook andere bacteriën een rol. Deze infectie kenmerkt zich door putjes in de hoornlaag die in grootte variëren en kunnen samenvloeien tot oppervlakkige erosies. De aandoening komt voornamelijk voor op de voetzolen, aan de randen van de tenen en soms ook op de handpalmen. Meestal heeft de patiënt geen klachten; soms klagen patiënten over irritatie en een hinderlijke geur wanneer de infectie gepaard gaat met zweetvoeten. Het natuurlijk beloop is niet bekend.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Noem een aantal oppervlakkig bacteriële huidinfecties.
- erythrasma
- impetigo
- folliculitis
- pitted keratolysis
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is de klinische presentatie van cellulitis/erysipelas en wat is de verwekker?
In deze standaard wordt de term cellulitis gebruikt voor zowel cellulitis als erysipelas (wondroos). Cellulitis is een diepe huidinfectie, die meestal wordt veroorzaakt door een infectie met bètahemolytische streptokokken (waaronder Streptococcus pyogenes) of Staphylococcus aureus. De porte d’entrée is doorgaans een huiddefect. Cellulitis is te herkennen aan een pijnlijk, warm, scherp begrensd en glanzend erytheem dat soms gepaard gaat met algemene ziekteverschijnselen, zoals koorts, rillingen en misselijkheid en (hemorragische) blaren of pustels. Cellulitis komt vaak voor aan een been, minder vaak aan een arm of in het gezicht en zelden of nooit beiderzijds. Complicaties als abcesvorming, nefritis en sepsis bij een cellulitis zijn zeldzaam. Cellulitis recidiveert in 25% van de gevallen binnen drie jaar.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat zijn risicofactoren voor om cellulitis/erysipelas te ontwikkelen?
Risicofactoren voor een recidief cellulitis zijn lymfoedeem (tevens een mogelijk gevolg van cellulitis), ulcera of traumatische wonden aan het been, tinea pedis, interdigitale intertrigo en overgewicht. Daarnaast zijn chronische veneuze insufficiëntie, perifeer vaatlijden en ipsilaterale diepe veneuze trombose ook beschreven als risicofactoren.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat zijn de mogelijke complicaties bij orbitale cellulitis?
Orbitale cellulitis heeft een risico op ernstige complicaties, zoals sinus cavernosus-trombose, meningitis en hersenabces.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is een Ecthyma? Wat is de klinische presentatie? Welke bacterie veroorzaakt het?
Ecthyma is een ulcus die veroorzaakt wordt door een infectie. Meestal wordt een ecthyma veroorzaakt door groep-A-hemolytische streptokokken, maar ook stafylokokken, Pseudomonas (ecthyma gangrenosum) of het parapoxvirus (orf of ecthyma contagiosum) kunnen deze veroorzaken. Orf komt vaak voor bij veehouders met zieke dieren en geneest spontaan. Omdat het niet mogelijk is om een onderscheid tussen een bacterieel en viraal infect te maken, is de anamnese essentieel. Een ecthyma wordt gekenmerkt door een uitgeponst ulcus omgeven door een rode hof en ontstaat gewoonlijk secundair aan een bestaande huidlaesie (insectenbeet of wondje). De aandoening komt vooral voor bij patiënten met een verminderde weerstand en/of door een gebrekkige hygiëne. Een ecthyma-ulcus geneest met littekenvorming.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is de verwekker van een erysipeloïd? Bij welke beroepen komt het meestal voor? Wat zijn de klinische kenmerken?
Erysipeloïd (vlekziekte) wordt veroorzaakt door Erysipelothrix rhusiopathiae. Dit is een bacterie die bij vrijwel alle dieren voorkomt en wordt uitgescheiden met de mest. Erysipeloïd kenmerkt zich door een blauwrode, scherp begrensde pijnlijke plek op de hand of vinger, soms met regionale lymfeklierzwelling en koorts. Het is een beroepsziekte die tegenwoordig nog maar zelden voorkomt door de verbeterde hygiëne en technologische vooruitgang in de voedselindustrie. Besmetting vindt meestal plaats via een huiddefect. Personen die frequent met vis, vogels of vlees (vissers, poeliers en slagers) in aanraking komen, lopen het grootste risico. Het beloop is meestal goedaardig en kan enkele weken tot maanden duren.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is een furunkel? Waardoor wordt het veroorzaakt en wat is de kliniek?
Bij een furunkel (diepe folliculitis of steenpuist) is er sprake van een diepe necrotiserende ontsteking van een haarfollikel of van een conglomeraat van follikels (karbunkel of negenoog). De verwekker is doorgaans Staphylococcus aureus, soms een streptokok, proteus- of pseudomonasbacterie. Een furunkel wordt mogelijk veroorzaakt door een stoornis in de afvloed van de follikel. Soms speelt een beschadiging van de huid (bijvoorbeeld door schurende kleding) een rol. In de basis van de follikel ontstaat een abces, dat doorgaans binnen een week spontaan doorbreekt. Hierna wordt het restinfiltraat binnen enkele weken geresorbeerd. Bij personen met verminderde afweer kunnen bacteriëmie en sepsis optreden. Bij furunkels in het gelaat (met name de neus) is trombose van de sinus cavernosus een zeldzame, maar ernstige complicatie.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wanneer spreekt men van een furunkulose?
Bij aanwezigheid van grotere aantallen furunkels tegelijkertijd of bij frequente recidieven (meer dan vier per jaar) spreekt men vaak van furunculose.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is het verschil tussen een furunkel en karbunkel
Een karbunkel zit vaak dieper, waardoor specialistische chirurgische behandeling geïndiceerd is.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is een necrotiserende wekedeleninfectie? Wat is de klinische presentatie en wat zijn de voorkeurslocaties?
Necrotisende wekedeleninfectie is een zeldzame fulminante infectie van de weke delen met uitbreiding naar de huid. Het wordt veroorzaakt door mono-infecties en door mengflora. Het begint vaak met een onscherp begrensd erytheem met zwelling en de patiënt heeft buitenproportioneel veel pijn en sepsis. De voorkeurslocaties zijn de extremiteiten, de thorax en het perineum. Daarnaast kan binnen enkele uren tot dagen een paarsrode huidverkleuring met bullae, gangreen en necrose ontstaan. In een groot deel van de gevallen is de porte d’entrée een chronische of traumatische wond en is er sprake van comorbiditeit (diabetes mellitus, perifeer arterieel vaatlijden).
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat zijn de risicofactoren voor het overlijden aan een necrotiserende wekedeleninfectie?
Risicofactoren voor overlijden aan een necrotiserende wekedeleninfectie zijn oudere leeftijd, meerdere infectiehaarden, ernstig perifeer arterieel vaatlijden, ziekenhuisgerelateerde infectie en ernstige sepsis en shock bij ziekenhuisopname door late herkenning. Hoewel de kwaliteit van de zorg verbeterd is, houdt de helft van de patiënten matige tot ernstige beperkingen of moet een amputatie ondergaan en overlijdt een kwart van de patiënten.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is een panaritium?
Een panaritium (fijt) is een etterende ontsteking aan de buigzijde van de vingers, die kan ontstaan na een (prik)verwonding. De verwekker is Staphylococcus aureus. De vingertop bestaat uit kleine compartimenten, waardoor abcesvorming al snel een kloppende pijn veroorzaakt. Andere symptomen zijn lokale zwelling en roodheid. De septa van de compartimenten zijn gehecht aan het bot, waardoor het risico bestaat op een osteomyelitis. Hoewel bij een oppervlakkige ontsteking soms een pusblaar zichtbaar is, blijft het onderscheid tussen een oppervlakkig (cutaan) en diep panaritium (subcutaan, ossaal of in de pezen) klinisch niet goed mogelijk. Het natuurlijk beloop is niet bekend.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is een paronychia? Wat is de verwekker? Wat is de klinische presentatie?
Een paronychia (omloop) is een ontsteking van de nagelriem. Een acuut paronychia wordt waarschijnlijk veroorzaakt door Staphylococcus aureus, hoewel ook verwekkers worden gevonden die tot de normale mondflora behoren. In de loop van het ontstekingsproces kan pusvorming optreden. Het abces kan soms spontaan ontlasten.
Bij een langer bestaand paronychia spreekt men van een chronisch paronychia dat vaak minder pijnlijk is en een hobbelig aspect en verkleuring van de nagel kan veroorzaken. Bij een chronisch paronychia spelen frequent contact met water of vocht (huishoudelijk werk, duimzuigen), bepaalde voedingsmiddelen of irriterende stoffen (visboer, bakker) en een mechanisch trauma (op nagelriemen bijten) waarschijnlijk een belangrijke rol. Deze factoren en een slechte hygiëne verhogen het risico op een secundaire infectie met een schimmel of bacterie. Daarnaast kunnen bepaalde medicijnen (onder andere retrovirale middelen en tretinoïne) een chronisch paronychia veroorzaken.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Wat is de kliniek van een perianaal abces?
Het perianaal abces is een ontsteking van de anale klieren, waarbij zowel aerobe als anaerobe bacteriën worden gevonden. De anale klieren penetreren de anale sfincter tot aan het intersfincterische vlak, zodat een abces zich op verschillende niveaus kan voordoen. Het wordt ingedeeld naar lokalisatie (van oppervlakkig naar diep) in perianaal, ischiorectaal, intersphincterisch en supralevatoir. De klachten kunnen variëren van oppervlakkige pijn, koorts en zwelling tot alleen diepe anale pijn. In 30-50% van de gevallen ontstaat er bij het abces een fistel. Het perianaal abces kan een uiting zijn van colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn.
NHG standaard bacteriële huidinfecties
Hoe ontstaat een sinus pilonidalis? Wat zijn risicofactoren? Wat is de kliniek?
Een sinus pilonidalis is een verworven ontsteking in de bilnaad. Verwekkers zijn zowel aerobe als anaerobe bacteriën. Er zijn twee ontstaanswijzen. De ontsteking begint vrijwel altijd met een verstopte haarfollikel, die subcutaan kan barsten. Hierdoor ontstaat een abces (acute sinus pilonidalis). Soms vindt epithelisatie van de abcesholte plaats met fistelvorming als gevolg (chronische sinus pilonidalis). Zelden blijkt een sinus pilonidalis te ontstaan door een afgebroken haar die abnormaal in de huid groeit en een vreemdlichaamreactie veroorzaakt met cyste of fistelvorming als gevolg. De aandoening komt twee keer zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen op een gemiddelde leeftijd van respectievelijk 21 en 19 jaar. Risicofactoren zijn overmatige beharing en obesitas.
NHG standaard bacteriële huidinfecties