Thema 5 Flashcards
Headache
Hoofdpijn
Ik heb hoofdpijn
Upper case / capital letter
Hoofdletter
Lower case / small letter
Kleinletter
‘s Morgens
In de voor middag
‘s Middags
In de na middag
Business / trip
Het zaken
De Zakenreis
in the beginning
in het begin
Colleague
De Medewerker
Mandatory
Verplicht
Dat is verplicht
On time
Op tijd
Je moet op tijd aankomen
To Permit
Toelaten
Als het weer het toelaat
Clinic
De praktijk / de kliniek
De praktijk van de dokter is naast het centrum
Waiting room
De Wachtzaal
GP / family doctor
De huisarts
Neighbour/s
De buur/en
Buurman/en
Buurvrouw/en
Depart/ure
Vertrekken / vertrek
Ik vertrek om 6 uur
To leave
Verlaten
Ik verlaat het lokaal
Difference between
Verschil tussen
Wat is het verschil tussen jou en haar?
Businessman / woman
De zakenman / vrouw
The train to Antwerp
De trein richting Antwerpen
Sign towards Uccle
Bord richting Ukkel
Op staat hebben we borden met richtingen
You turn left / rights
U gaat naar links / rechts
You go straight
U gaat naar rechtdoor
You go up / down
U gaat naar boven / beneden
Floor
Verdieping
Ik neem de trap naar boven tot de 4e verdieping
Stair
De trap
Ik neem de trap naar boven om naar het lokaal te gaan
Wheelchair
De rolstoel
To know someone
Kennen
Ik ken deze dokter niet
Kisiler icin weten yerine kennen kullanilir
The toilet is on the left
Het toilet is links ( geen prepositie)
Then, after that
Dan , daarna
Avenue
De laan
Louizalaan
Square
Het plein
Jourdanplein
I come on foot
Ik kom te voet
Go on foot
Lopen
Ik loop naar de school
Yuruyerek gitmek anlaminda gaan yerine kullanilir
Wandelen hobi amacli yuruyus yapmak anlamina gelir
Intersection
Het kruispunt
To continue
Doorgaan
Building
Het gebouw
We hebben onze les in gebouw A
Public
Publiek / openbaar
Openbaar gebouw
Cash machine
Geld automaat
Traffic jam
File
Er is veel file
Level
Niveau
Ik wil naar niveau 2 gaan
Foreigners
Vreemdelingen
Bijna een miljoen inwoners zijn vreemdelingen
Almost
Bijna
City/ cities
Stad / steden
The highest
De hoogste