Het Worden Flashcards

1
Q

Alles diminutieven

A

Het drankjes
Het stadje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Alle talen

A

Het Netherlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alle windrichtingen

A

Het oosten
Het westen
Het zuiden
Het noorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Alle sporten en spelen

A

Het basketbal
Het judo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Alle stoffen en materialen
Behalve?

A

De wol
De zijde

Het plastiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Alle worden die eindigen op

A

isme / het optimisme
ment / het isolement
um / het museum behalve de datum
sel /

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Alle worden die beginnen met

A

Be / het begin
Ge / gevaar
Ver / verdriet

Be-ge-var ile baslarsa het
te-nis-heid-ing ile biterse de

Ancak bunlar
te
nis
heid
ing ile biterse de alir

De gevangenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly