Niveau 2.5-6 Flashcards
saving account
de spaarrekening
at least
ten minste
reason
de reden
to spend money
het geld uitgeven
to spend time
de tijd spendenen
what do you think of it?
wat denk je ervan?
what do you think about my plan?
Hoe vind je mijn plan?
Ik denk dat het heel duur is
to agree
Mee eens zijn
Ik ben het helemaal met je eens. (I completely agree with you.)
Zij is niet mee eens met de beslissing. (She doesn’t agree with the decision.)
U bent het daar niet mee eens (You don’t agree with that)
play along, join a game
meespelen
U spelt mee in de loterij
bridge
de brug
lumberjack
de houthakker
wood
het hout
very, heel
erg
Dat meisje is erg groot
toy
het speelgoed
strict
streng
annoying
vervelend
correct the mistakes
verbeter de fouten
story
het verhaal
slippers
de pantoffels
Why is she taking an ski pants with her?
waarom neemt ze een skibroek mee?
Ze neemt een skibroek mee om in de bergen te skien
She is taking ski pants with her to ski in the mountains.
Ze neemt een skibroek mee om in de bergen te skien
to rest
uitrusten
Tijdens het weekend geniet ik ervan om uit te rusten en te ontspannen met een goed boek. (During the weekend, I enjoy resting and relaxing with a good book.)
to transfer, to deposit
storten
ik ga mijn salaris storten op mijn bankrekening. (I am going to deposit my salary into my bank account.)
Hij heeft het geld gestort om de rekening te betalen. (He transferred the money to pay the bill.)
discover(y)
ondekken, de ontdekking
wallet
de portefeuille
backpack
de rugzak
to stay united, hold together
samen houden
In moeilijke tijden is het belangrijk dat we samen blijven houden. (In difficult times, it is important that we stick together.)
Als we samen houden, kunnen we elk probleem overwinnen. (If we stick together, we can overcome any problem.)
What is a pair of scissors used for?
Waarvoor dient een schaar?
De schaar dient om een oude bankkaart kapot te knippen
to be used for, to serve
dienen
Waarvoor dient een schaar?
print out
afdrukken