Niveau 2.8

Question 1

mill, grinder

Answer 1

de molen

Question 2

similar, such

Answer 2

dergelijk

Ik heb nog nooit zoiets dergelijks gezien.
(I have never seen such a thing before.)
Ze heeft een dergelijke jurk als die van mij.
(She has a similar dress to mine.)

Question 3

Dear …..,

Regards … MK

Answer 3

Beste….. (aan wie)

Groetjes ….MK

Question 4

something like that

Answer 4

zoiets
Hij vertelde me zoiets interessants over zijn reis.
(He told me something interesting about his trip.)

Question 5

students

Answer 5

leerlingen

Question 6

to participate

Answer 6

meedoen

Je moet mee aan een e-mail correspondentieproject met Chinese leerlingen

Question 7

to decide

Answer 7

besluiten

Na lang nadenken heb ik besloten om het aanbod te accepteren.
(After much consideration, I have decided to accept the offer.)

Question 8

image

Answer 8

het beeld

Question 9

greeting in closing

Answer 9

groet ter afsluiting

Question 10

general, public, common

Answer 10

de algemene

Question 11

Unlimited

Answer 11

Opbeperkt

Question 12

to charge

Answer 12

Opladen

1. Ik moet mijn telefoon opladen. (I need to charge my phone.)
2. Zorg ervoor dat je de batterij van de camera oplaadt voordat we vertrekken. (Make sure you charge the camera battery before we leave.)
3. Kun je de elektrische auto opladen voordat je vertrekt? (Can you charge the electric car before you leave?)

Question 13

summary

Answer 13

de samenvatting
Kan je een samenvatting geven van het boek dat je hebt gelezen?
(Can you provide a summary of the book you have read?)

Question 14

entrance / admission fee

Answer 14

het toegangsgeld

De pretparken hebben verschillende tarieven voor het toegangsgeld, afhankelijk van de leeftijd van de bezoekers.

Question 15

ancient (centuries-old) X vibrant (lively)

Answer 15

eeuwenoud X springlevend

Het kasteel is eeuwenoud en heeft veel historische waarde. (The castle is centuries-old and has a lot of historical value.)

De stad bruist van activiteit en is springlevend, zelfs ‘s avonds laat. (The city is buzzing with activity and is lively, even late at night.)

Question 16

temporary X permanent

Answer 16

tijdelijk X permanent

Ik werk momenteel als tijdelijke kracht bij dit bedrijf.
(I’m currently working as a temporary employee at this company.)

Question 17

partial” or “partly

Answer 17

gedeeltelijk

Hij heeft gedeeltelijk begrepen wat ik zei.
(He partially understood what I said.)

Question 18

oak

Answer 18

de eik

Question 19

exhibition, show, display

Answer 19

de tentoonstelling

Question 20

choice / preference

Answer 20

de keuze / de voorkeur

Question 21

It’s been so long

Answer 21

het is zo lang geleden

Question 22

how so? / Why?

Answer 22

Hoezo?

Question 23

de jongeren

Answer 23

de jongelui

Question 24

person who commute” or travel back and forth regularly

Answer 24

de pendelaar

Question 25

to be right

Answer 25

gelijk hebben

Question 26

I am sorry / happy to hear that

Answer 26

Ik vind het jammer / leuk

Question 27

see you soon

Answer 27

tot binnenkort

Question 28

advantage(s)/ benefits X disadvantage(s)

Answer 28

het voordeel X het nadeel
de Voordelen X de nadelen

De voordelen van regelmatig sporten zijn een betere gezondheid en meer energie. (The advantages of regular exercise are improved health and increased energy.)
Een van de nadelen van wonen in de stad is het gebrek aan rust en ruimte. (One of the disadvantages of living in the city is the lack of peace and space.)

Question 29

according to me / krant etc.

Answer 29

Volgens mij / krant

Question 30

According to you, what are the advantages and disadvantages of the city?”

Answer 30

Wat zijn volgens jou de voordelen en de nadelen van de stad? / van het platteland?

Question 31

Do you prefer to live in the city or in the countryside?

Answer 31

Woon je liever in de stad of op het platteland?

Question 32

clean air

Answer 32

de zuiver lucht

Question 33

leave me alone

Answer 33

laat me gerust

Question 34

close to the shops X
far from the shops

Answer 34

dicht bij de winkels X
ver van de winkels

Question 35

theatre

Answer 35

de schouwburg

Question 36

to cry

Answer 36

huilen, wenen

Question 37

flowers bloom

Answer 37

bloemen bloeien

Question 38

In your own country

Answer 38

In je eigen land

Question 39

do you often visit your neighbors?

Answer 39

ga je vaak bij je buren op bezoek?

Question 40

To cancel

Answer 40

Afzeggen

Waarom moet je soms een afspraak afzeggen?

Question 41

what do you prefer to do?

Answer 41

wat doe je het liefst?

wat doe je het liefst als het mooi weer is?

Question 42

I prefer to eat bread

Answer 42

ik eet het liefst brood

Question 43

To smell

Answer 43

Ruiken

Ik ruik dat onze buren een barbecue organiseren

Question 44

Definitely

Answer 44

Zeker

ik ga zeker naar dat eiland terug

Question 45

to knit
hand-knit

Answer 45

breien

Question 46

take a look at the computer

Answer 46

Even in de computer kijken

Question 47

Acknowledge (kabul etmek, onaylamak)

Answer 47

Erkennen

Question 48

On the pond (gölet)

Answer 48

Op de vijver

Question 49

I have been fired / I have received my dismissal.

Answer 49

Ik heb mijn ontslag gekregen. (het ontslag)

Question 50

the dike or the embankment (bent ya da set)

Answer 50

de dijk

Question 51

You are at ease with public transportation or the bicycle. (at ease = rahat)

Answer 51

Met het openbaar vervoer of de fiets ben je gerust.

Question 52

Now I have to go.

Answer 52

Nu moet ik weg.

Question 53

Do you prefer doing sports or do you prefer being lazy?

Answer 53

Doe je liever aan sport of luier je liever?

Question 54

to be idle (aylaklik yapmak)

Answer 54

luieren

Op zondagochtend luier ik graag in bed en lees ik een boek.
Translation: On Sunday mornings, I enjoy being lazy in bed and reading a book.

Question 55

attic (cati kati)

Answer 55

de zolder

Question 56

basement

Answer 56

De kelder

Question 57

We will never forget this vacation.

Answer 57

We zullen deze vakantie nooit vergeten.